Welk doel streven jullie na in de komende kwartalen?
Ons doel is gericht op het verwerven van marktaandeel
Geef aan of je de afzet of de omzet als basis voor het marktaandeel neemt
Wij gebruiken de afzet als criterium
Maak een nadere keuze van het doel dat jullie nastreven
Elk kwartaal een groter marktaandeel halen dan in het vorige kwartaal.
Langs welke weg willen jullie je doel bereiken?
Een directe strategie: een strategie die recht op ons doel af gaat
Met welke concrete strategie willen jullie je doel bereiken?
Groot publiek aanspreken om ons product te kopen.
Feedback
• Strategie Een prima strategie. Kies met zorg je marketinginstrumenten uit die hierbij horen. Zorg ook dat er enige winstreserve is, want onverwachte verliezen kunnen je snel in de problemen brengen.
Welke marktontwikkelingen verwachten jullie?
Index verwachte seizoensontwikkeling [pic]
Gemiddeld prijsniveau concurrenten € [pic]per stuk
Gemiddeld imagobudget concurrenten € [pic]per stuk
Gemiddeld reclamebudget concurrenten € [pic]in dit kwartaal
Index verwachte seizoensontwikkeling
Sommige goederen worden ’s zomers veel verkocht en andere ’s winters. Ook zijn er kleine schommelingen van jaar op jaar.
Maak een schatting van de seizoensontwikkeling in de vorm van een indexcijfer voor de afzet.
In de markt voor MP3 players varieert de kwartaalindex tussen de 50 en de 200. Kwartaal 1 van jaar 1 is de uitgangssituatie. Daar is de afzetindex 100.
In de kwartalen daarna schat je in of die afzet hoger of lager zal zijn dan in het eerste kwartaal.
Voorbeeld: als je in kwartaal 2 verwacht dat de afzet 20% hoger is dan in kwartaal 1 dan is de afzetindex 120.
Als je in kwartaal 3 verwacht dat de afzet 10% lager is dan in kwartaal 1, dan is de afzetindex 90.
In het vorig jaar was de ontwikkeling in de vier kwartalen achtereenvolgens: 100, 160, 130 en 70.
Gemiddeld prijsniveau concurrenten
Het gemiddelde prijsniveau van de concurrenten heeft veel invloed op jullie afzet.
Onthoud goed wat je hier invult, want bij de berekening van de afzet heb je deze informatie nodig.
Rond bedragen altijd of op hele euro’s. Dit bedrag dus ook.
Kijk bij de Voorschriften welke rol het gemiddelde prijsniveau van de concurrenten speelt bij de schatting van jullie eigen afzet
Gemiddeld imagobudget concurrenten
Het gemiddelde imagobudget van de concurrenten is een bedrag per eenheid product om de kwaliteit van het product te verbeteren.
Het kan ook gaan in de vorm van sales promotion. Bijvoorbeeld een klein kadootje of een gratis monster.
Het gemiddelde imagobudget van de concurrenten zegt iets over hun strategie. Het imagobudget van de concurrenten heeft echter geen invloed op jullie afzet.
Let op. Het imagobudget gaat per eenheid product, dus het maximumbedrag ligt rond de 5 euro per MP3 player.
Rond bedragen altijd of op hele euro’s. Dit bedrag dus ook.
In de Voorschriften staat dit nader beschreven.\
Gemiddeld reclamebudget concurrenten
Concurrenten proberen klanten af te vangen door reclame te maken.
Voor elke € 1000 aan reclame die jullie concurrenten maken, zal jullie afzet met 1000 / 200 x 1% = 5% afnemen.
Je moet het geschatte reclame-budget van de concurrenten dus delen door 200 en met -1% vermenigvuldigen.
Rond bedragen altijd of op hele euro’s. Dit bedrag dus ook.
Kijk bij de Voorschriften hoe je dit het best kunt verwerken bij de schatting van je afzet.
Welk doel streven jullie na in het eerstvolgende kwartaal?
Ons doel is gericht op het vergroten van ons marktaandeel.
Op welke manier willen jullie het marktaandeel behalen?
Dit kwartaal een groter marktaandeel halen dan in het vorige kwartaal
Welk marketinginstrument staat dit kwartaal centraal in jullie beleid?
Reclamebeleid
Op welke manier gaan jullie het reclamebeleid dit kwartaal vormgeven?
Wij proberen de afzet zo groot mogelijk te maken door reclame.
Neem de operationele beslissingen voor dit kwartaal
Verkoopprijs € [pic]per stuk
Eigen salaris € [pic]in dit kwartaal
Imagobudget € [pic]per stuk
Reclamebudget € [pic]in dit kwartaal
Inkopen [pic]stuks dit kwartaal
Welke informatie wil je kopen voor de volgende cyclus?
Reclamebudgetten van de concurrenten
Invoer van beslissingen die invloed hebben op de balans
Koop van een gebouw met terrein [pic]
Van rekening courant naar kas € [pic]
Van rekening courant naar spaartegoed € [pic]
Van spaartegoed naar rekening courant € [pic]
Aflossing lening vanuit de rekening courant € [pic]
Verhoging lening, dus daling rekening courant € [pic]
Constante kosten
De constante kosten zijn hier gegeven, omdat de berekening van de onderdelen straks bij de resultatenrekening aan bod komt.
De constante kosten zijn voor jullie bedrijf gelijk aan de constante algemene kosten (€ 5907) en de constante verkoopkosten (€ 5500). Er zijn geen constante inkoopkosten.
De constante algemene kosten omvatten ook de administatie-kosten, het saldo van de interestkosten en -opbrengsten plus de eventuele afschrijvings-kosten bij eigendom van een pand.
De constante verkoopkosten omvatten ook de informatiekosten en de reclamekosten.
Bij een BV (vanaf fase 6) komen er nog meer constante algemene kosten bij, zoals het directeurssalaris.
Variabele kosten
Variabele kosten zijn kosten die veranderen onder invloed van de afzet. Zij bestaan uit een tarief per eenheid.
Een handelaar rekent de inkoopprijs van de goederen niet tot de kosten. Dus vallen die niet onder de variabele kosten.
Denk eraan, de imagokosten behoren wel tot de variabele kosten, want de totale omvang hangt af van de afzet.
Kijk bij de Getallenlijst voor nadere informatie over de variabele kosten per stuk.
Break-evenafzet
Bij de break-evenafzet wordt geen winst en geen verlies gemaakt.
De totale opbrengst is dan gelijk aan het totaal van de kosten plus de inkoopwaarde van de goederen.
Ofwel de dekkingsbijdrage is precies groot genoeg om alle constante kosten te dekken.
De dekkingsbijdrage is gelijk aan de afzet x (verkoopprijs - inkoopprijs - variabele kosten per stuk).
Kijk bij de Getallenlijst voor nadere informatie over de inkoopprijs en over de verkoopprijs die jullie gekozen hebben.
Break-evenomzet
Bereken de break-evenomzet met behulp van de break-evenafzet.
Dan weet je welke omzet jullie minstens moeten halen om niet met verlies te draaien.
Vooral als jullie doel is gericht op het marktaandeel is een goede schatting van de vereiste afzet van groot belang.
Maak een berekening van de break-evenomzet
Constante kosten € [pic]per kwartaal
Variabele kosten per stuk € [pic]per stuk
Break-evenafzet [pic]stuks dit kwartaal
Break-evenomzet € [pic]in dit kwartaal
Analyseer de marktsituatie en vul de onderstaande grootheden in
Verwachte afzet [pic]stuks dit kwartaal
Break-evenafzet [pic]stuks dit kwartaal
Break-evenomzet € [pic]in dit kwartaal
Schatting van het marktaandeel [pic]% in dit kwartaal
Informatie
Verwachte verkoopkosten
De verkoopkosten bestaan uit de vaste en de variabele verkoopkosten.
De imagokosten maken deel uit van de variabele verkoopkosten.
Het reclamebudget maakt deel uit van de vaste verkoopkosten, evenals de aanschaf van marktinformatie.
Kijk bij de Getallenlijst voor nadere informatie.
Welke kosten horen bij een afzet van 652 stuks per kwartaal?
Verwachte inkoopkosten € [pic]in dit kwartaal
Verwachte algemene kosten € [pic]in dit kwartaal
Verwachte verkoopkosten € [pic]in dit kwartaal
Verwachte bedrijfskosten € [pic]in dit kwartaal
Geef de voorcalculatorische resultatenrekening bij een afzet van 652 stuks
Omzet € [pic]in dit kwartaal
Inkoopwaarde afzet € [pic]in dit kwartaal
Brutowinst € [pic]in dit kwartaal
Bedrijfskosten € [pic]in dit kwartaal
Operationele winst € [pic]in dit kwartaal
Incidentele resultaten € [pic]in dit kwartaal
Nettoresultaat (winst of verlies) € [pic]in dit kwartaal
Belastingvoorziening € [pic]in dit kwartaal
Nettowinst na belastingvoorziening € [pic]in dit kwartaal
RC: operationele activiteiten
Kosten en uitgaven zijn verschillende economische grootheden. Meestal hangen kosten wel samen met betalingen die de ondernemer doet. Je moet je dus bij alle kosten afvragen of er betalingen aan gekoppeld zijn.
Gelukkig zijn er ook ontvangsten. Deze zijn gekoppeld aan de omzet. Maar niet alle klanten betalen direct, dus een deel van de omzet ontvang je in het volgende kwartaal.
Let goed op de balans aan het eind van het vorige kwartaal (en dus het begin van dit kwartaal), want daar staan de bedragen op die je nog moet ontvangen of moet betalen.
De berekening van de operationele geldstromen is een complexe berekening. Daarom zijn er ook verschillende onderliggende schermen verbonden aan deze pagina.
• Wijziging RC vanwege operationele activiteiten Dit is niet juist. De operationele uitgaven die invloed hebben op de rekening courant bestaan uit: de ontvangsten van debiteuren, de inkopen van goederen plus de bijkomende uitgaven voor de inkoop, de algemene uitgaven en de verkoopuitgaven. Kijk bij de Resultaten en/of de Getallenlijst voor nadere informatie. Maak een nieuwe berekening en voer het resultaat in.
• Betalingen aan handelscrediteuren Dit is niet juist. De betalingen aan Handelscrediteuren bestaan uit betalingen voor de inkoop van goederen en de betalingen voor transport en verzekering. Daarop vinden twee belangrijke correcties plaats. Van dit bedrag gaan de nog te betalen bedragen aan het einde van de periode af. Verder komen de openstaande betalingen aan het begin van de periode erbij, want die worden ook in dit kwartaal afgewikkeld. . De inkoop met bijkomende inkoopkosten in deze periode zullen zijn: 650 stuks x € 27 per stuk + 650 stuks x € 1 per stuk. Dat is: € 17550 + € 650 = € 18200. . De eerste correctie is het deel van de inkopen en bijkomende kosten dat pas in het volgende kwartaal betaald wordt. Dit hangt af van de verhouding: krediettermijn crediteuren / lengte van het kwartaal. Dus: 1/6 x € 17550 + 1/6 x € 650 = € 3033. Hier vindt eventueel een afronding plaats op hele euro`s. . De tweede correctie is dat er aan het begin van het kwartaal nog een bedrag aan Handelscrediteuren op de balans staat van € 2478 dat in deze periode betaald moet worden. . In totaal zullen de betalingen dus gelijk zijn aan: € 18200 - € 3033 + € 2478 = € 17645. . De betalingen aan de Handelscrediteuren leiden tot een toename van het saldo in rekening courant aan de creditzijde (rechterzijde) van de balans. Voer het resultaat in en klik pas op Bevestigen als alle andere bedragen zorgvuldig berekend zijn. • Betalingen vanwege verkoopkosten Dit is niet juist. Er zijn vier soorten verkoopuitgaven die lopen via de rekening courant, dat wil zeggen als jullie gebruik maken van een imagobudget en een reclamebudget. De informatiekosten lopen via de kas, zodat die geen invloed hebben op het saldo rekening courant. . De vier mogelijke soorten uitgaven in verband met verkoopkosten zijn: - het (eventuele) imagobudget; - het (eventuele) reclamebudget; - de variabele overige verkoopkosten; - de constante overige verkoopkosten. . Let op: Op het eind van een kwartaal gaat er steeds 1/6e deel van de rekeningen voor de nog te betalen nota`s in verband met de overige variabele verkoopkosten naar de balans. Deze moeten in de volgende periode betaald worden en komen dan dus bij de verkoopuitgaven. . Kijk bij de Resultaten voor nadere informatie. Maak een nieuwe berekening en voer het resultaat in. • Betalingen vanwege verkoopkosten Dit is niet juist. De uitgaven vanwege de verkoopkosten bestaan uit drie onderdelen: de uitgaven voor kosten die in deze periode veroorzaakt zijn minus de rekeningen die nog betaald moeten worden plus de betaling voor de openstaande bedragen aan het begin van het kwartaal. . De uitgaven bestaan dus uit betalingen voor: - de imagokosten: € 652; - de overige variabele verkoopkosten: € 9128; - de reclamekosten: € 4000; - de overige vaste verkoopkosten: € 1100. In totaal is dat € 14880. . Alleen voor de variabele verkoopkosten blijft een deel van de rekening open staan om in de volgende periode te betalen, die afhangt van de verhouding: krediettermijn crediteuren / lengte van het kwartaal. Dus: 1/6 x € 9128 = € 1521. . Aan het begin van het kwartaal stond nog een bedrag open voor de variabele verkoopkosten (zie beginbalans: € 1006). . De uitgaven voor informatiekosten vinden plaats via de kas en niet via de bank. . Alle bedragen bij elkaar komen uit op: € 14880 - € 1521 + € 1006 = € 14365. . Voer het resultaat in en klik op Bevestigen.
Bereken het saldo rekening courant als creditpost op de balans (dus rechterzijde)
Saldo rekening courant (RC) begin kwartaal € [pic]
Wijziging RC vanwege operationele activiteiten € [pic]
Wijziging RC vanwege (des)investeringen € [pic]
Wijziging RC vanwege financieringactiviteiten € [pic]
Wijziging RC vanwege privé-activiteiten € [pic]
Saldo rekening courant (creditzijde balans) € [pic]
• Handelscrediteuren Dit is niet juist. De post handelscrediteuren bestaat uit de onbetaalde nota`s van de leveranciers van de ingekochte goederen en de transporteurs die de ingekochte goederen thuis bezorgd hebben. Er is een betalingstermijn van 15 dagen. Het gaat dus om de ingekochte goederen tegen de inkoopwaarde en de daaraan gekoppelde bedragen voor de inkoopkosten. De formule is: (betalingstermijn crediteuren / 90 dagen in een kwartaal) x (inkoopwaarde inkopen plus kosten over de ingekochte goederen). Kijk bij de Resultaten voor nadere informatie. Maak een nieuwe berekening en voer het resultaat in. Corrigeer eventueel andere bedragen op de balans en klik daarna op Bevestigen.
Toename handelscrediteuren
Kijk met welk bedrag deze balanspost zal toenemen.
De toename bestaat uit het hele bedrag aan inkopen uit deze periode.
Daarnaast zijn er rekeningen binnen gekomen voor transport, verzekering en dergelijke voor de bijkomende kosten
Afname handelscrediteuren
Kijk met welk bedrag deze balanspost zal afnemen.
Als er meer bedragen tegelijk vanaf gaan, dan moeten jullie die bedragen samennemen.
Denk eraan dat de eerste betalingen betrekking hebben op de openstaande rekeningen op de balans.
Vervolgens wordt ook een deel van de rekeningen voor dit kwartaal betaald.
Bereken de voorcalculatorische balanswaarde van de handelscrediteuren
Handelscrediteuren (van beginbalans) € [pic]
Toename: inkoop goederen met inkoopkosten € [pic]
Afname: betalingen aan leveranciers € [pic]
Bedrag naar de eindbalans € [pic]
Vul op de voorcalculatorische balans de posten in die nog open staan
Gebouw € [pic]Eigen vermogen € [pic]
Terrein € [pic]Winstreservering € [pic]
Voorraad € [pic]Belastingvoorziening € [pic]
Vooruitbetaalde nota’s € [pic]Lang vreemd vermogen € [pic]
Debiteuren € [pic]Handelscrediteuren € [pic]
Spaartegoed € [pic]Te betalen nota’s € [pic]
Rekening courant € [pic]Rekening courant € [pic]
Kas € [pic]
Totaal activa € [pic]Totaal Passiva € [pic]
Feedback
• Werkkapitaal Dit is niet juist. Jullie zijn de belastingvoorziening vergeten. Een voorziening is een deel van het vreemde vermogen. En aangezien de plicht tot belastingbetaling binnen een jaar uitgevoerd moet worden, is de belastingvoorziening een deel van het kort vreemd vermogen. Voer het goede bedrag in. • Rentabiliteit Eigen Vermogen (REV) Dit is niet juist. Jullie moeten in de teller uitgaan van de nettowinst na aftrek van het salaris voor de ondernemer, maar voor aftrek van de belastingvoorziening. In de noemer moeten jullie uitgaan van het gemiddelde eigen vermogen aan het begin en het eind van het kwartaal. Kijk bij de Resultaten voor nadere informatie. Maak een nieuwe berekening. Voer het resultaat in en klik op Bevestigen. • Rentabiliteit Eigen Vermogen (REV) Dit is niet juist. In de teller staat het resultaat (de nettowinst of het verlies) na aftrek van het salaris voor de ondernemer, maar voor aftrek van de belastingvoorziening: € 1241. . In de noemer staat het gemiddelde van het eigen vermogen aan het begin (€ 5500) en het eind van het kwartaal (€ 5469). Dit is dus: € 5485. . Omgerekend in een percentage is dat 22.6% per kwartaal. Voer dit getal in het invoerveld in. • Rentabiliteit Totaal Vermogen (RTV) Dit is niet juist. Jullie moeten in de teller uitgaan van de nettowinst na aftrek van het ondernemersloon. Bij de RTV moet het interestsaldo opgeteld worden bij het inkomen, want dat is ook beschikbaar voor de beloning van het totale vermogen. In de noemer moeten jullie uitgaan van het gemiddelde vermogen dat beloond moet worden, dus het totale vermogen aan het begin van het kwartaal plus het totale vermogen aan het einde van het kwartaal gedeeld door 2. Kijk bij de Voorschriften en/of de Getallenlijst voor nadere informatie. Maak een nieuwe berekening en voer het resultaat in. Klik op Bevestigen. • Rentabiliteit Totaal Vermogen (RTV) Dit is niet juist. In de teller staat de som van het verwachte financieringsresultaat plus het verwachte resultaat (nettowinst of verlies) na aftrek van het voorgenomen salaris voor de ondernemer en de verwachte belastingvoorziening: € 1448. . In de noemer staat het gemiddelde van het totale vermogen aan het begin (€ 26175) en het verwachte totale vermogen aan het eind van het kwartaal (€ 30157). Dit is dus: € 28166. . Omgerekend in een percentage is dat 5.1% per kwartaal. Voer dit getal in het invoerveld in. • Return on Investment (ROI op basis van EBIT) Dit is niet juist. In de ROI volgens het EBIT principe bevat de teller het operationele resultaat (positief of negatief) (€ 4241) na aftrek van het beschikbare ondernemerssalaris (€ 3000) plus de beloning van het vreemde vermogen (€ 207). Dit is in totaal: € 1448. Dit bedrag is dus voor aftrek van de belastingvoorziening. . In de noemer staat het gemiddelde van het vermogen dat een beloning krijgt, dus het eigen vermogen en het vreemde vermogen waar interest over betaald moet worden. Aan het begin van dit kwartaal was dat € 22691 en aan het eind van het kwartaal € 24331. Gemiddeld is dit dus: € 23511. . Omgerekend in een percentage is de ROI dus: 6.2% per kwartaal. Voer dit getal in het invoerveld in. Klik op Bevestigen als alle kengetallen zijn ingevoerd.
Betalingen informatie via KAS. Dus volgende x geldt naar kas boeken!