Free Essay

Dualism

In:

Submitted By jasmijnxx98
Words 6503
Pages 27
Wijsgerige antropologie

Wijsgerige antropologie is het onderdeel van de filosofie dat het wezen van de mensen onderzoekt. Men probeert daarbij antwoorden te formuleren op vragen over onder meer
• de verhouding tussen lichaam en geest,
• het onderscheid tussen mensen en dieren,
• de verschillen tussen mannen en vrouwen,
• de opvatting van (geestes)ziekte en (geestelijke) gezondheid,
• de invloed van erfelijkheid en opvoeding (nature – nurture),
• de ontwikkeling van kind tot volwassene,
• de wisselwerking tussen individu en samenleving en
• de grens tussen rationaliteit en het onderbewuste. Behalve wijsgerige antropologie bestaan er buiten de filosofie ook de studies van de culturele antropologie en de fysische antropologie. Culturele antropologie noemt men ook wel de sociologie van de niet-westerse volkeren. Bij de culturele antropologie bestudeert men de manier waarop tradities en gebruiken functioneren binnen samenlevingen. Bij de fysische antropologie bestudeert men de ontwikkeling en de werking van het menselijk lichaam. Hoewel de wijsgerige antropologie nadrukkelijk een onderdeel vormt van de filosofie en zij haar eigen argumentatieve methoden hanteert, zijn de bevindingen van de culturele en de fysische antropologie soms wel degelijk relevant voor de wijsgerige antropologie. Zo hebben bijvoorbeeld de theorieën over primitieve beschavingen van Lévi-Strauss en de evolutietheorie van Darwin een diepgaande invloed uitgeoefend op de manier waarop filosofen over de mens dachten. De onderstaande tekst biedt in de eerste plaats een geheugensteun bij de lesstof. Aan het einde staat ook een lijst met grondbegrippen, die kan meehelpen bij het bestuderen daarvan. Wie echter aan de lesstof geen touw heeft kunnen vastknopen, kan niet erop rekenen dat deze tekst automatisch voldoende houvast biedt om dit onderdeel met een voldoende af te sluiten.

1. Imago Dei

“En God zeide: Laat Ons mensen maken naar ons beeld, als onze gelijkenis, opdat zij heersen over de vissen der zee en over het gevogelte des hemels en over het vee en over de gehele aarde en over al het kruipend gedierte, dat op de aarde kruipt. En God schiep de mens naar zijn beeld; naar Gods beeld schiep hij hem; man en vrouw schiep hij hen. En God zegende hen en God zeide tot hen: Weest vruchtbaar en wordt talrijk; vervult de aarde en onderwerpt haar, heerst over de vissen der zee en over het gevogelte des hemels en over al het gedierte, dat op de aarde kruipt.” Zo beschrijft de bijbel (Genesis 1:26-28) de schepping van de mens. Twee dingen vallen hierbij op:
• de mens onderscheidt zich van de rest van de schepping doordat hij een afbeelding is van God zelf en
• dat vormt een rechtvaardiging (“opdat”) voor de mens om te heersen over alle dieren. Niet alle religies en mythologieën kennen de mens zo’n bevoorrechte status toe, maar dat doen er wel meer dan alleen het christendom. In veel religies hebben de goden een menselijk uiterlijk, kennen ze menselijke verlangens en maken ze menselijke overwegingen. De gedachte dat mensen op goden gelijken, maakt andere wezens meestal minder belangrijk.

2. Aristoteles

Aristoteles (384-322 voor het begin van onze jaartelling) heeft zijn mensvisie uiteengezet in verschillende werken, bijvoorbeeld in De anima, De historia animalium en Politica. Aristoteles ziet de hele werkelijkheid als materie in beweging. Hij onderscheidt daarbij potentia en actualitas. Actualitas is wat nu de realiteit vormt, potentia is wat er van iets kan worden. Baby’s kan men nu rekenen tot de actualitas, maar de potentia bestaat dat het pubers worden. Lang niet elke potentia realiseert zich; er komt bijvoorbeeld kindersterfte voor. Lang niet elke potentia komt voor bij een actualitas; zo kunnen mannen van alles worden maar tot hun potentia behoort niet dat het moeders worden. De mens bestaat uit materie (het lichaam) en vorm (psyche, de ziel). De aanwezigheid van de psyche maakt een wezen tot een levend wezen. Die psyche bestaat steeds uit vermogens die een bepaalde levensvorm karakteriseren. Ziel en lichaam kunnen niet bestaan zonder elkaar. Er bestaat slechts een gradueel verschil tussen mens en dier. De mens deelt een aantal vermogens met andere levende wezens. Planten beschikken net als de mens over een vegetatief en een reproductief vermogen. Lagere diersoorten beschikken daarnaast net als de mens over een sensitief en een locomotief vermogen. Hogere diersoorten beschikken bovendien net als de mens over het beperkte geheugen. De mens onderscheidt zich echter van de andere levende wezens doordat hij beschikt over het vermogen redelijk te denken. Hij heeft dit vermogen van de rede: theorie. Met behulp daarvan is de mens in staat tot zelfbewust, doelgericht handelen: praktijk. De mens is zo in staat om via de rede invloed uit te oefenen op zijn omgeving. Aristoteles ziet vrouwen als onvolledige mannen. Zijns inziens voegen vrouwen bij de zwangerschap slechts de materie toe aan de vorm die al aanwezig is in het zaad van een man.

3. Christelijk aristotelisme

Thomas van Aquino (1224-1274) is één van de christelijke denkers die de filosofie van Aristoteles proberen te verenigen met het christendom zoals dat in de Middeleeuwen wordt verkondigd via de Kerk. Ook hij onderscheidt bij de mens een lichaam en een ziel die daarvan de vorm is. Die vorm bestaat uit het leven en de vermogens. Tot de belangrijkste menselijke vermogens rekent hij echter naast het intellect ook de wil. Het verschil tussen mens en dier is volgens hem meer dan gradueel. God heeft de mensen namelijk, behalve het vegetatieve, sensitieve, appetatieve en locomotieve vermogen, ook het intellect gegeven. De eerste vier vermogens vergaan zodra het lichaam sterft. Het menselijke intellect heeft echter betrekking op universalia (algemene begrippen) en daarmee is het onafhankelijk van het lichaam: de redelijke ziel van de mens is onsterfelijk. Thomas neemt het negatieve vrouwbeeld over van Aristoteles: de vrouw is een onvolledige man.

4. Dualisme en monisme

René Descartes (1596-1650) heeft zijn mensvisie onder andere geformuleerd in zijn Meditationes de prima philosophia en Les Passions de l’âme. Hij ziet de mens als een wezen met een lichaam en een geest. De mens leeft in twee verschillende werelden: de geest huist in een lichaam, dat bestaat uit materie en net als de hele natuur onderworpen is aan natuurwetten. De geest is echter iets zelfstandigs en de mens is met zijn geest in staat de natuurwetten te kennen en te begrijpen. Geest en lichaam maken deel uit van verschillende substanties maar in het menselijk lichaam vindt een wisselwerking plaats tussen geest en lichaam in de pijnappelklier (de epifyse). Dieren beschikken niet over de rede. Ze hebben alleen een lichaam en geen geest. Daarom vormen het onbezielde automaten. Indien men een dier slaat of verwondt, is de reactie die het geeft, geen teken van pijn, maar vergelijkbaar met het lawaai dat een vallende pan maakt. De natuur vormt een mechaniek dat op zichzelf geen doelen en geen eigen waarde heeft. De mens kan zichzelf echter met zijn geest boven de natuur stellen en uitgaan van zijn eigen doelstellingen. Zo kan hij de natuur naar believen beheersen. Baruch de Spinoza (1632-1677) is het oneens met het dualisme van Descartes. Volgens hem bestaat er slechts één substantie: God ofwel de natuur. Volgens hem zijn lichaam en geest van een mens één in God, waarvan wij twee attributen kennen: denken en uitgebreidheid. Het menselijk bestaan, is evenals de gehele werkelijkheid volledig gedetermineerd door rationele wetten. Zo komt hij tot een pantheïstisch monisme. Ook Julien Offray de Lamettrie (1709-1751) wijst het dualisme van Descartes af, maar met andere overwegingen. In zijn visie is ook de mens niet meer dan een machine en wordt zijn denken volledig bepaald door de mechanistische wetten die de materie beheersen. Zo komt hij tot een materialistisch monisme.

5. Romantiek De Romantiek is een reactie op het verstandelijke mensbeeld van de Verlichting. Romantici zien de mens als een natuurwezen en hechten grote waarde aan het gevoel. De natuur en alles wat het menselijk verstand te boven gaat, verdienen respect. De beschaving laat de mens ontaarden tot een minder wezen, maar de mens doet er beter aan zijn natuurlijke drijfveren te volgen. Jean-Jacques Rousseau (1712-1778) is zo’n Romantische denker. Volgens hem is de mens van nature goed, maar wordt hij door de cultuur bedorven en beroofd van zijn vrijheid. De primitieve mens was een edele wilde, maar de eerste mens die land afbakende en het zijn eigendom noemde, stichtte de burgerlijke maatschappij, waarmee de mogelijkheid van oorlog en machtsverhoudingen werden geschapen. Friedrich Nietzsche (1844-1900) is een ander voorbeeld van een Romantische denker. Zijn inziens heeft de mens een natuurlijke wil tot macht, maar heeft de christelijke cultuur ons een slavenmoraal aangepraat, waarbij wij ons gedrag laten leiden door medelijden en de gevestigde moraal. God is echter dood, en de Übermensch moet voortaan ons ideaal zijn. Dit is een ongeremd en sterk mens die zijn wil oplegt aan de zwakkeren (Untermenschen). Deze visie leidt bij hem overigens niet tot een positief vrouwbeeld: “Das Glück des Mannes heißt: ich will. Das Glück des Weibes heißt: er will” en “Du gehst zu Frauen? Vergiß die Peitsche nicht!”

6. Dialectische antropologie

Karl Marx (1818-1883) vindt dat men de mens moet begrijpen in zijn concrete en historisch en maatschappelijk bepaalde situatie. Men moet de maatschappij begrijpen als een manier waarop de mens vorm heeft gegeven aan zijn eigen bestaan. Mensen vormen en herkennen zich in de arbeid die zij verrichten. Het arbeidsproces beïnvloedt het denken van de mens en daarmee zijn (zelf)bewustzijn. Binnen de huidige maatschappij ervaren arbeiders echter de producten, verhoudingen en instituties die zij zelf hebben gemaakt, als vreemde machten die hen beheersen. De arbeider werkt namelijk voor iemand anders: de eigenaar van de productiemiddelen. Dat arbeiders zichzelf niet meer herkennen in de arbeid, noemt Marx Entfremdung (vervreemding). De bestaande maatschappij is een klassenmaatschappij: het kapitalisme. Op grond van het bezit van de productiemiddelen bestaat er een onderscheid tussen de kapitalisten en de arbeidersklasse. Binnen het kapitalisme is een verbetering van het lot van de arbeiders onmogelijk. Daarom moet de kapitalistische productiewijze te gronde gaan en de arbeidersklasse de productiemiddelen overnemen, voordat de arbeiders zichzelf kunnen worden.

7. Evolutietheorie

Charles Darwin (1809-1882) stelt in The Descent of Man dat de soort mens evenmin als andere soorten vanaf het begin een definitieve vorm had. De mens is een product van de evolutie en heeft zich in de loop der tijd ontwikkeld in de strijd om het bestaan. De mens is verwant aan mensapen. De exemplaren van een soort die overleven, zijn degenen die toevallig het beste passen binnen de omstandigheden (survival of the fittest) en zo is ook de mens ontstaan. Twee aspecten van de mensvisie van de evolutietheorie hebben betekenis voor de wijsgerige antropologie:
• de bijzondere status die de bijbel toekende aan de mensen ten opzichte van de andere levende wezens, gaat verloren en
• het succes in de strijd om het bestaan heeft minder te maken met aangeleerde eigen-schappen maar vooral met erfelijke eigen-schappen, die niet rechtvaardig verdeeld zijn.

8. Psychoanalyse

Sigmund Freud (1856-1939) ziet de mens als een driftwezen dat sterk wordt beheerst door het onderbewuste: onbewuste angsten en verlangens. Dat blijkt zowel bij geesteszieken, als bij geestelijk gezonde mensen. De manier waarop mensen zelf hun gedrag verklaren, berust vaak op rationalisatie en maakt hen nog niet tot redelijke wezens. Al bij zeer jonge kinderen komen angsten en verlangens voor en deze hebben meestal een sexueel karakter. Volgens Freud zijn kinderen dan ook niet de onbedorven a-sexuele wezens waarvoor ze vaak worden gehouden. Binnen de menselijke psyche onderscheidt hij het Id (Es), het Ego (Ich) en het Superego (Überich). Het Id is de bron van de driften en verlangens. Het Ego is het deel van de persoonlijkheid dat deze driften en verlangens beheerst. Het Superego betekent ongeveer het geweten en kan gevoelens van schuld en/of schaamte veroorzaken. Onze samenleving kent vele verboden (taboes) en dat is ook onvermijdelijk, maar de menselijke geest biedt voortdurend weerstand tegen de onderdrukking van de verdrongen oerdriften. Geestesziekten kunnen slechts worden verholpen via een langdurige therapie waarbij de psychotherapeut het onderbewuste van de patiënt in kaart brengt.

9. Behaviourisme

Behaviouristen beschouwen de menselijke geest als een black box en het bewustzijn als een irrelevant bijverschijnsel van het menselijk gedrag. Zo stelt Burrhus F. Skinner (1904-1990) dat het gedrag van mensen neerkomt op een systeem van stimuli (positieve of negatieve prikkels) en respons. Behaviouristen hebben zich laten inspireren door de Russische fysioloog Ivan Pavlov (1849-1936) die aantoonde dat bijvoorbeeld bij honden speekselreflexen al via conditionering (africhten) op gang kunnen worden gebracht. De analytische filosoof Gilbert Ryle (1900-1976) heeft in The Concept of Mind instemming betuigd met het behaviourisme. Sinds Descartes bestaat het beeld van de menselijke geest als “the ghost in the machine”; de geest is iets dat een leven leidt onafhankelijk van het lichaam. Volgens Ryle berust dit concept van de menselijke geest op een categoriefout. Een categoriefout houdt in dat men begrippen van verschillende orde behandelt alsof ze van dezelfde orde zijn. Bij het concept van de menselijke geest is dit het geval doordat de meeste eigenschappen die men toeschrijft aan de menselijke geest in feite disposities zijn van het gedrag.

10. Existentialisme Existentialisten stellen het bestaan van de mens als individu centraal. Een belangrijke existentialist, Jean-Paul Sartre (1905-1980), schrijft “L’existence de l’homme precède l’essence”. Met deze woorden bedoelt hij dat voor de mens geldt dat hij eerst bestaat (existeert) en pas daarna het type mens (zijn essentie) wordt, wie hij is. Mensen ontkomen er niet aan om voortdurend keuzes te maken en in die zin zijn zij veroordeeld tot de vrijheid. Het menselijk bestaan is in feite absurd, omdat er voor de mens tevoren geen hogere doelen vastliggen. Doordat mensen zelf voortdurend keuzes moeten maken, dragen zij ook steeds verantwoordelijkheid.

11. Sexisme en Feminisme

Sexisme is de overtuiging dat de verschillen tussen mannen en vrouwen in het algemeen, belangrijker zijn dan de verschillen tussen mannen onderling en vrouwen onderling, en dat mannen en vrouwen op grond van die verschillen ook anders mogen worden behandeld. Voorbeelden van sexistische denkers zijn Otto Weininger (1880-1903) die in Geschlecht und Charakter de positieve eigenschappen van de man stelt tegenover de negatieve van de vrouw en F.J.J. Buytendijk (1887-1974) die in De vrouw verdedigt dat de wereld van de vrouw zich vooral kenmerkt door het zorgen en de wereld van de man door het arbeiden. Feministen vinden in het algemeen dat de positie van vrouwen in de maatschappij moet worden verbeterd. Simone de Beauvoir (1908-1986) heeft met haar oeuvre een belangrijke impuls gegeven aan het feminisme. Zij schrijft: “On ne naît pas femme, on le devient.” Daarmee bedoelt zij dat de maatschappij mensen tot vrouw maakt. De arbeidsdeling op basis van het geslacht, waarbij mannen werk buitenshuis doen en (huis)vrouwen binnenshuis, wordt vrouwen opgedrongen. Zij verdedigt dat vrouwen de gelijken kunnen zijn van mannen en zich niet moeten laten misleiden door het zogenoemde “eeuwig-vrouwelijke” of een moederinstinct. Luce Irigaray (geboren 1932) neemt binnen het feminisme een heel ander standpunt in. Zij vindt dat vrouwen op hun eigen voorwaarden moeten gaan denken, spreken en schrijven. Zij meent dat binnen het huidige denken teveel nadruk ligt op tegenstellingen, waaronder ook de sexe-tegenstelling. Dit is te wijten aan de sexe van de wetenschappers. Ook in de filosofie zijn het subject en de taal traditioneel mannelijk. De vrouwelijke sexualiteit zou echter meer in harmonie zijn met structuren die functioneren in uitwisseling met de buitenwereld.

12. Kritische theorie

Sinds de jaren dertig ontwikkelt een groep neomarxistische filosofen en sociologen, die zich de Frankfurter Schule noemt, een maatschappijtheorie: de kritische theorie. Dit is een manier van beoefening van de sociale wetenschappen die het onrecht tegelijkertijd zou moeten aantonen en bestrijden. Volgens de kritische theorie worden mensen in de hedendaagse samenleving overheerst door de instrumentele rede: er wordt niet meer gesproken over de doelen die men nastreeft, maar uitsluitend over de middelen die doeltreffend en doelmatig moeten worden aangewend. Het streven om de natuur te beheersen is erop uitgelopen dat de mens wordt beheerst door krachten die tegenover hem staan als een onbegrepen natuur. Herbert Marcuse (1898-1979) formuleert in dit verband een sombere boodschap over de hedendaagse mens. De consumptiemaatschappij sust de mensen in slaap en weet hen steeds weer nieuwe, onechte behoeften aan te praten en in die zin worden de mensen één-dimensionaal. Mensen zijn eigenlijk best tevreden met een samenleving die hen ten slotte allerlei materiële goederen en genoegens weet te verschaffen. Mensen bemerken niet in welke mate zij worden beperkt in hun vrijheid ten gevolge van het verschijnsel repressieve tolerantie: westers-democratische systemen tolereren bepaalde vrijheden zoals protestuitingen en openlijke kritiek, maar deze vormen slechts een uitlaatklep zodat het systeem het streven naar fundamentele veranderingen kan onderdrukken.

13. Structuralisme

Het structuralisme is een methode om de werkelijkheid te analyseren die is ontstaan vanuit de taalwetenschap (Ferdinand M. de Saussure, 1857-1913), daarna vooral opkwam via de culturele antropologie (Claude Lévi-Strauss, 1908-1990) en vervolgens ingang heeft gevonden in de sociale wetenschappen (Michel Foucault, 1926-1984). Het structuralisme gaat ervan uit dat
• onbewuste structuren ten grondslag liggen aan de verschijnselen zoals deze zich manifesteren,
• de verschijnselen niet kunnen worden onderzocht als zelfstandige zaken, omdat ze worden bepaald door onderlinge relaties,
• deze relaties tezamen structuur geven aan een systeem en
• de wetenschap de algemene wetten moet ontdekken waaraan dit systeem gehoorzaamt.
Zo zien structuralisten ook individuele mensen als onderdelen van een dominant systeem. Lévi-Strauss verdedigt dat mensen in primitieve beschavingen even rationeel denken als wij en dat hun mythen een diep inzicht geven in hun denkprocessen, die een universele logica verraden, maar in onze westerse samenleving is verdrongen. Foucault werd beïnvloed door het structuralisme. In zijn boek Les Mots et les Choses schrijft hij: “de mens is niet het oudste, noch ook het meest constante vraagstuk dat zich aan het weten van de mens heeft voorgedaan. (…) De mens is een uitvinding waarvan de archeologie van het denken gemakkelijk de jonge datum kan aantonen. En misschien ook het naderend einde.” Hij plaatst de menswetenschappen tegenover “tegen-wetenschappen” zoals psychoanalyse, etnologie en taalkunde, die de mens niet meer als uitgangspunt nemen. In een ander werk heeft Foucault beschreven op welke wijze anonieme machten het gedrag van de mensen bepalen en beheersen. Mensen worden tot bepaald gedrag gedwongen via disciplinering. Dit betekent dat een bepaalde ordening tot stand wordt gebracht door te dreigen met straffen en door zelfcontrole. Vervolgens treedt normalisering van hetzelfde gedrag op. Dan onderwerpen zijzich in zo’n mate aan de regels, dat zij zich niet meer bewust zijn, dat de regels van buitenaf zijn opgelegd.

14. Sociobiologie

De Amerikaanse etholoog Edward O. Wilson (geboren 1929) stelt dat natuurlijke selectie sociaal gedrag bevoordeelt omdat het goed is voor het groepsbelang: een groep die samenwerkt, staat sterker in de strijd om het bestaan dan een groep die dat minder doet. In het verlengde daarvan zijn sociobiologen ook over sociaal en altruïstisch gedrag bij mensen gaan nadenken dat zou zijn voortgekomen uit natuurlijke selectie. Een sociobioloog zoals Richard Dawkins (geboren 1941) meent dat moreel gedrag voortkomt uit een overlevingsdrang van onze genen. Schijnbaar altruïstisch gedrag helpt mee om eigen genetisch materiaal en dat van verwanten des te beter te verbreiden. Kennelijk biedt het betere overlevingskansen om groepsgenoten die in nood verkeren, te hulp te schieten.

15. Post-modernisme

Het post-modernisme vormt een stroming in de hedendaagse Franse filosofie die regels, waarden en conventies in cultuur, politiek, religie en wetenschap wil doorbreken en een diep wantrouwen koestert tegenover ieder geloof in kennis en waarheid. Zo houdt Jacques Derrida (1930-2004) zich bezig met deconstructie. Dit is een methode om teksten te lezen met een voortdurende wisseling van perspectief, zodat het onmogelijk wordt “de” betekenis van zo’n tekst ondubbelzinnig vast te leggen. Zo rekent hij af met de gedachte dat elke tekst één definitieve betekenis zou bezitten. Zijns inziens is er niets buiten de tekst, doordat steeds nieuwe interpretaties ontspringen aan een tekst.

16. Communitarisme

Het communitarisme stelt niet het individu centraal maar de gemeenschap. Charles Taylor (geboren 1931) is een belangrijke vertegenwoordiger van deze stroming. Hij verdedigt het moderne individualisme, maar onderscheidt daarbij egocentrisch en authentiek individualisme. Het egocentrisch individualisme stelt nogal onverschillig dat iedereen op eigen wijze zijn of haar leven mag leiden, maar dit vormt geen houdbaar ideaal. Een mens ontwikkelt zichzelf in dialoog met significante anderen: mensen die er voor hem of haar toedoen. Men kent waarde toe aan verschillende zaken tegen een bepaalde achtergrond. Zo’n achtergrond noemt Taylor een betekenishorizon. In dialoog met anderen kan dan horizonversmelting plaatsvinden. Het is waardevol als mensen op hun eigen wijze vorm geven aan hun leven, maar de waarde daarvan bestaat in het licht van andere waarden die men bepaalt in dialoog met anderen. Deze houding noemt Taylor authentiek individualisme.

Walfred Haans

Grondbegrippen van de wijsgerige antropologie

Behaviourisme: Stroming binnen de psychologie die uitsluitend het uiterlijk waarneembare gedrag erkent als onderwerp van psychologisch onderzoek en het bewustzijn beschouwt als een irrelevant bijverschijnsel. [B.F. Skinner]

Christelijk aristotelisme: Christelijke leer die is geïnspireerd door de filosofie van Aristoteles en die de mens als belangrijkste vermogens de wil en het (door God gegeven) intellect toeschrijft. Het menselijk intellect heeft betrekking op universalia (algemene begrippen) en is daarom onafhankelijk van het lichaam en onsterfelijk. [Thomas van Aquino] Communitarisme: Sociaalfilosofische richting die de maatschappelijke normen niet baseert op individuele rechten die voor iedereen gelijk zouden zijn, maar op de mens als gemeenschapswezen, zodat de gemeenschap mede van betekenis is voor de normen. [Charles Taylor]

Disciplinering: Ordening die wordt bereikt en in stand gehouden met behulp van dreiging met straffen en/of zelfcontrole. [Michel Foucault]

Dispositie: Eigenschap die betekent dat een zaak of een wezen onder specifieke omstandigheden, bepaalde reacties vertoont, zoals de oplosbaarheid van suiker en de intelligentie van een persoon.

Dualisme: Opvatting van de mens als een wezen met een onoverbrugbare tegenstelling tussen twee zaken: het lichaam (dat onderworpen is aan de natuurwetten) en de ziel (geest, die onafhankelijk is van de natuurwetten). [Plato, René Descartes]

Existentialisme: Stroming van de moderne filosofie die stelt dat bij de mens de existentie (het bestaan) voorafgaat aan zijn essentie (zijn wezen). De mens heeft geen aangeboren natuur of karakter, maar is dat wat hij van zichzelf maakt. De mens is volgens deze stroming veroordeeld tot vrijheid en het maken van keuzes. Aan verantwoordelijkheid kan een mens niet ontkomen. [Jean-Paul Sartre]

Feminisme: Maatschappelijke stroming die de positie van vrouwen in de maatschappij wil verbeteren, bijvoorbeeld door gelijke kansen voor vrouwen na te streven of een hogere waardering voor vrouwelijke waarden [Simone de Beauvoir, Luce Irigaray]

Intentionele relaties: Relaties waarbij een bewuste gerichtheid van de wil een rol speelt.

Kritische theorie: Marxistisch georiënteerde benadering van de sociale wetenschappen die stelt dat deze wetenschappen het onrecht in de maatschappij tegelijkertijd zou moeten aantonen en bestrijden. [Max Horkheimer] Materialisme: Wereldbeschouwing die ervan uitgaat dat de hele werkelijkheid kan worden verklaard uit de materie (fysische stoffen), zodat ook de ziel, de geest en het denken worden opgevat als beweging van materie. Het menszijn wordt in de eerste plaats gezien in samenhang met lichamelijke of materiële processen. [Karl Marx]

Monisme: Opvatting van het menselijke lichaam en de menselijke geest als verschijningsvormen van éénzelfde samenhangend principe. [Benedictus Spinoza]

Normalisering: Onderwerping van mensen aan regels, al dan niet vrijwillig, op zo’n wijze dat ze na verloop van tijd deze regels gaan opvatten als hun eigen regels. [Michel Foucault]

Oorzakelijke relaties: Relaties die verschijnselen verklaren aan de hand van hun oorzaken.

Postmodernisme: Hedendaagse stroming in de kunst en de filosofie die voorbijgaat aan regels, waarden en conventies in cultuur, politiek en wetenschap en het geloof in kennis en waarheid wantrouwt. [Jean-Francois Lyotard]

Psychoanalyse: Stroming binnen de psychologie die de menselijke geest en het menselijke gedrag in belangrijke mate verklaart aan de hand van onbewuste driften, verlangens en angsten. [Sigmund Freud]

Romantiek: Stroming in de kunst en de filosofie die stelt dat de cultuur de mens laat ontaarden tot een minder wezen en dat de mens in de eerste plaats een natuurwezen moet zijn en zijn natuurlijke drijfveren moet volgen. [Friedrich Nietzsche]

Sociobiologie: Studie van het morele gedrag van mensen en dieren voorzover dit erfelijk wordt bepaald. Het sociale gedrag van mensen wordt opgevat als gedrag dat kennelijk in de strijd om het bestaan betere overlevingskansen biedt en dus via de genen wordt doorgegeven. [E.O. Wilson]

Structuralisme: Opvatting van de individuele mens als functioneel onderdeel van een dominant systeem. [Claude Lévi-Strauss]

In deel één van dit drieluik over burn-outs vertelde ik hoe ik erin slaagde om op mijn vierentwintigste opgebrand te raken. Een burn-out geldt als mentale aandoening met mentale oorzaken, maar ik vroeg me af of mijn lichaam niet óók een rol gespeeld had bij mijn instorting. Dat had ik immers jarenlang genegeerd. Ik besloot er beter op te letten.

Foto: Juuke Schoorl (voor De Correspondent)
Helaas bleek mijn aanpak geen deel van de oplossing, maar van het probleem. Daarover gaat dit tweede deel, waarin ik vertel hoe hypergezond eten en yoga onbedoeld een stoplap werden om, heelmindful, nét iets langer door te werken. Oftewel: hoe onze obsessie met welzijn een geraffineerde versie kan opleveren van de aloude scheiding tussen lichaam en geest.
Voor de goede orde: ik beweer noch geloof dat mijn stress puur fysieke oorzaken of remedies had. In dit drieluik focus ik eenzijdig op lichamelijke aspecten omdat ik ze aanvankelijk zelf over het hoofd zag, maar ervan overtuigd raakte dat ze toch van belang zijn.
Ook de persoonlijke insteek van het drieluik is weloverwogen. Iedereen schrijft altijd vanuit een bepaalde achtergrond; interesse in een onderwerp komt zelden uit de lucht vallen. Door mijn eigen ervaring te gebruiken, maak ik dat perspectief expliciet.
Bovendien schrijf ik in dit drieluik over het belichaamde karakter van de geest - het feit dat perceptie, emotie, handelen en denken nooit los van een lichaam plaatsvinden. Het leek me zinnig om mijn denken hierover dan ook zichtbaar te verbinden met de ervaringen van mijnlichaam. Die ervaringen zullen niet een op een door ieder ander mens - met een andere achtergrond en een ander lichaam - gedeeld worden.
De obsessie begint
Maar die obsessie met welzijn dus. En de aloude scheiding tussen lichaam en geest.
Toen ik eenmaal had begrepen dat ik ook fysiek wat beter voor mezelf moest zorgen, ging ik aan de slag met het fanatisme van een bekeerling. Ik las van alles over gezonde voeding, beweging en ontspanningstechnieken, informeerde me bij zorgverleners en paste de opgedane kennis trouwhartig toe.
Mijn dag hing al snel aan elkaar van de gezonde rituelen:
• Hij begon met een minuut koud afdouchen.
• Alles wat ik at, was vers of volkoren.
• Ik ging elke dag een stukje wandelen.
• Koffie en thee zwoer ik af en ik had, omdat slaaphygiëne zo belangrijk is, vaste tijdstippen voor het dimmen van de lichten, het kopje warme melk en het slapengaan.
• Na tienen bekeek ik geen lichtgevende schermen meer.
• Ik lette erop hoeveel ik sliep en of mijn hartslag niet te hoog lag.
• Ik liet me masseren.
Ik herstelde en na verloop van tijd kon ik weer werken. Maar op een bepaald moment kwam er een knak in de stijgende lijn.
Ik bleef last hebben van de dingen die me tijdens de burn-out overvielen: dan lag ik wakker met een roffelend hart of een piep in mijn oren. Ik beleefde met enige regelmaat miniatuurversies van mijn instorting, en moest dan opnieuw een paar dagen of zelfs weken stoppen met werken.

Foto: Juuke Schoorl (voor De Correspondent)
Herstellen van een burn-out kan jaren duren en gaat, vertelde mijn hulpverlener me destijds, zelden zonder horten en stoten. Het gaat nu eens een paar dagen voor de wind, dan keren de symptomen hevig terug. Dat betekent niet dat je je herstel niet in de hand hebt: je aanpak is belangrijk. In mijn geval zat ik er behoorlijk naast.
Een vriend zei schertsend dat het gezonder zou zijn als ik wat meer wijn en spareribs zou consumeren en af en toe een nachtje door zou halen, maar het duurde een tijd voor ik begreep waarom hij gelijk had. Al bestond mijn nieuwe routine uit dingen die stuk voor stuk heel goed voor je zijn, ze was tegelijkertijd een signaal dat ik mijn lichaam niet vertrouwde. Ik geloofde dat het alleen goed zou blijven functioneren als ik het tot in de kleinste details monitorde, verzorgde, begeleidde. Mijn aandacht voor mijn lichaam werd een bron van stress op zich: wanneer ik nerveus ging liggen luisteren of mijn hart niet te snel sloeg, begon het juist te roffelen.
Ik kon wandelen, avocado’s eten en lavendelolie snuffelen tot ik een ons woog, echt goed voelde ik me niet.
En: er zijn meer mensen met die obsessie
Nu ik dit zo opschrijf, lijkt het nogal voor de hand te liggen: ik overdreef. Dat ik dat zelf aanvankelijk niet zo ervoer, heeft er wellicht mee te maken dat zeer nauwgezet letten op voeding en fysieke gezondheid leeft. Die ontwikkeling staat los van burn-out, maar omdat ik mij in mijn poging te herstellen van mijn klachten als vanzelfsprekend bij haar aansloot, wil ik haar hier toch onder de aandacht brengen.
In mijn neiging om zó gezond te leven dat het niet gezond meer is, sta ik namelijk niet alleen.
De Volkskrant riep Lees hier het stuk uit de Volkskrant.2015 uit tot het jaar waarin de voedselstress zijn hoogtepunt bereikte. We maken ons volgens die krant zorgen over zuivel, gluten en bewerkt voedsel, suiker is het nieuwe roken en er lijkt haast geen voedingsmiddel meer te zijn dat niet in verband is gebracht met kanker. Ik heb vrienden die alleen nog in kokosvet willen bakken of het liefst enkel rauw voedsel eten. Dat is allang niet extreem meer: ook de Allerhande kookt met quinoa.
Die zorg over gezondheid heeft onbedoelde gevolgen. Soms mondt de gezondheidsrage zelfs uit in een eetstoornis die 'orthorexia’ De term orthorexia werd in 1997 geïntroduceerd door Steve Bratman in dit essay.gedoopt is: een obsessie met gezonde voeding en sport.
Gerelateerd aan de rage voor gezond voedsel is Quantified Self: de trend om jezelf doorlopend te monitoren door middel van je smartphone of een zogeheten wearable, de slimme nakomeling van de stappenteller. Dit heet self-tracking en de meeste van deze metingen gaan over gezondheid. Het bijhouden van je slaappatroon, calorie-inname, lichaamsbeweging, hartslag, bloeddruk en zelfs hersengolven is kortom allang niet meer enkel iets voor datanerds.De gezondheidsapp is de meest gedownloade categorie in de Google Play-store, schreef Jeroen van Raalte in zijn artikel over self-tracking op De Correspondent.
Het doel van al die data is om de gemeten aspecten te kunnen bijsturen. 'Er zijn weinig of geen voorbeelden van lifeloggingapps die niet gericht zijn op zelfverbetering en rationaliseren,’ schrijft Rettberg schrijft dat in Seeing Ourselves Through Technology, p. 60.de cultuurtheoreticus Jill Walker Rettberg hierover. De bedoeling is dat ze je helpen om patronen te ontdekken: misschien blijk je beter te slapen nadat je hebt gesport. Dan kun je je gedrag daarop aanpassen.
De voorspelling is dat dit soort zelfmeting een belangrijke rol gaat spelen in gezondheidszorg; in Nederland biedt in elk geval al één zorgverzekeraar Zie hier welke zorgverzekeraar dat doet.kortingen aan bij het gebruik van gezondheidsapps zoals RunKeeper of het uploaden van 'gezonde foto’s.’En lees ook Rob Wijnbergs column over verzekeraars die met Big Data aan de haal gaan.
Kortom: hypernauwkeurig letten op je lichaam lijkt steeds meer een norm en zelfs een verplichting te worden. In deze context viel het me aanvankelijk niet op dat ik er zelf wellicht in overdreef.

Foto: Juuke Schoorl (voor De Correspondent)
Maar wat zit hier nu eigenlijk achter?
Niet alleen in ons dagelijks leven, ook in onze filosofie krijgt het lichaam steeds meer nadruk. Cognitie is eeuwenlang beschouwd als iets geestelijks, de afgelopen decennia werd het ook iets lichamelijks. Het idee van ‘belichaamde cognitie’ deed opgang.
Kort gezegd komt dat erop neer dat denken altijd aan een lichaam gebonden is. Het bevindt zich er niet alleen in, de eigenschappen van dat lichaam zijn ook medebepalend De zes belangrijkste claims van 'embodied cognition’ worden hier uitgelegd.voor hetdenken.Zie voor een korte uiteenzetting over het lichaam dat het denken stuurt dit stuk.
Dit idee heeft oude wortels, maar ook de moderne wetenschap levert steeds meer voorbeelden van de vervlechting tussen lichaam en geest. Voor de zekerheid: hoewel ik sinds mijn burn-out geneigd ben om deze zienswijze te delen, wil ik geen oordeel vellen over de details van haar onderbouwing. Het gaat me meer om de invloed die dit idee heeft op ons gedrag.
Zo is er Dick Swaabs bestseller over de dwingende rol van de fysieke eigenschappen van het brein (Wij zijn ons brein), tussen al die andere populairwetenschappelijke boeken die de afgelopen jaren hameren op de stevige greep die ons lichaam heeft op onze geest. Met varianten voor allerlei lichaamsdelen; denk aan titels als De darm denkt mee of Het brein in je buik.
Als we aannemen dat het denken belichaamd is, kunnen we proberen te bepalen hoe ons lichaam óns bepaalt
Gerelateerd hieraan is het idee dat we door bewuste ingrepen ons lichaam kunnen helpen vormen - niet alleen onze biceps, maar ook ons brein. Wetenschappers schrijven dat ons brein plastisch is en zich blijft ontwikkelen, afhankelijk van hoe we het gebruiken. Meestal gaat dat onbewust, maar steeds vaker lees ik aansporingen om dit proces bewust te sturen. Wil je een dikkere cortex of een welgevormde insula? Probeer 'Use your mind to change your brain,’ schrijft Psychology Today bijvoorbeeld.meditatie!Of de wetenschappelijker versie.
Het idee dat ons brein plastisch is, biedt een uitweg uit deterministisch denken. Want als we aannemen dat het denken belichaamd is en het lichaam kneedbaar, dan kunnen we - met superfoods, self-tracking, en gerichte oefeningen - proberen te bepalen hoe het lichaam óns bepaalt.
Hoe we ons lichaam disciplineren
Wie ‘kneedbaar lichaam’ zegt, zegt Michel Foucault.
In zijn bekendste boek, Discipline, toezicht en straf, Hier lees je meer over Foucaults boek.beschrijft deze Franse filosoof het ontstaan van de ‘disciplinemaatschappij.’ Sinds de negentiende eeuw gebruikt de overheid niet langer lijfstraffen, maar een subtielere manier om haar burgers eronder te houden: toezicht en discipline. Ze traint haar burgers om bepaald gedrag wel of niet te vertonen.
Daarbij kun je denken aan het feit dat vrouwen leren om niet wijdbeens te zitten, aan dedrills van soldaten, maar ook aan het afnemen van examens of het becijferen van de schoolprestaties van (steeds jongere) kinderen.
Zulke discipline dringt volgens Foucault steeds verder door in alle domeinen van het leven. Tijd en activiteit worden opgedeeld in steeds kleinere eenheden, opdat elke eenheid kan worden gecontroleerd en nuttig kan worden gebruikt.Zie ook dit stuk van Jesse Frederik en Sanne Blauw over 'de cijferdictatuur.'

Foto: Juuke Schoorl (voor De Correspondent)
Bovendien is het een cruciaal element van de disciplinemaatschappij dat de controle weliswaar door machthebbers (Foucault noemt instituties zoals een fabriek, school, leger of ziekenhuis) gewenst wordt, maar dat mensen die discipline op zichzelf toepassen zodra ze weten dat ze bekeken en becijferd worden. Zonder dat hij of zij zich daarvan bewust is, houdt het gedisciplineerde individu zichzelf onder controle. Daarbij vervaagt de grens tussen wat we willen omdat het de norm is, en wat we ‘zelf’ ‘echt’ willen.
De ontwikkeling van Quantified Self die ik hierboven beschreef, past goed in dit verhaal. Hoe kleiner de details die we meten, hoe groter de controle; hoe groter de controle, hoe groter het rendement. We gaan niet zomaar een uurtje wandelen, we tellen stappen - zodat ook het tochtje naar de koffiemachine zichtbaar 'nuttig’ is.
Het lichaam wordt dus nuttiger naarmate het gehoorzamer wordt, en andersom.
Oké. Maar wat is precies het probleem? We willen toch allemaal graag nuttig en productief zijn?
Wat heeft dat met de burn-out te maken?
Ik haal Foucault aan om te laten zien dat wat begint als een poging om beter voor je lichaam te zorgen, al snel een poging wordt om dat lichaam gehoorzamer te maken. Die gehoorzaamheid gaat volgens Foucault ten koste van iets: ze maakt het lichaam zowel krachtiger als zwakker, doordat ze de energie die het lichaam eigen is, kanaliseert enomleidt.
Gaandeweg ging ik me afvragen of ik - met al mijn aandacht en oefeningen en al mijn nieuwe weetjes over gezonde eet- en leefpatronen - er niet vooral handiger in werd mijn lichaam nog geraffineerder in dienst te stellen van mijn hoofd (of nauwkeuriger: mijn plichtsbesef).
Ik was René Descartes in een yogalegging, lekker mindful aan het overwerken
Bijvoorbeeld: ik ontdekte dat ik, als ik me heel moe voelde, opknapte van bepaalde yogaposes. Dan ging ik even tien minuten op de grond liggen in zogenoemde savasana en kon ik weer even vooruit.Ook al geloofde ik niet werkelijk dat tien minuten savasana gelijk staat aan vier uur slaap, zoals sommige adepten.
En dat ik me inschreef voor een cursus zenmeditatie was toch vooral omdat de lerares me tijdens de introductieavond verzekerde dat zij dankzij meditatie toekon met slechts vijf uur slaap. Cursisten werden bovendien gelukkiger, sliepen beter en hun concentratie nam toe. Dat toonde de lerares aan met grafieken en ze gaf ons, toen de cursus eenmaal begon, schriftjes waarin we week voor week onze eigen voortgang op die gebieden konden becijferen.
Kortom: sport, vitamines en meditatie kregen dezelfde rol die chocola en koffie doorgaans spelen, maar dan zogenaamd heel gezond. Ik was René Descartes in een yogalegging, lekker mindful aan het overwerken.
Dus?
Burn-outwetenschappers stellen vast dat met name werknemers in rijke, geliberaliseerde landen last hebben van burn-out. Ze verklaren dit met een langdurige disbalans tussen vraag en aanbod op individueel niveau en gebruiken termen als 'self-economisation.’
Als de energie die je op kunt brengen systematisch tekortschiet om te doen wat er van je gevraagd wordt, gaat het mis.

Foto: Juuke Schoorl (voor De Correspondent)
Het gevaar is dat we de fysieke welzijnsrage - yoga, superfoods, RunKeeper enzovoorts - inzetten om het aanbod te verhogen, zonder de vraag omlaag te brengen. Zelf leerde ik nog efficiënter roofbouw plegen op mijn lichaam - om het nog dienstbaarder te maken aan de mentale arbeid die ik wilde verrichten. Op die manier droeg 'aandacht voor mijn lijf’ niets bij aan een betere balans tussen lichaam en geest, maar hielp ze me vooral om dieper in te teren op mijn fysieke reserves. Ik was onbewust bezig met het intensiveren van mijn éénpersoonseconomie, en niet op een duurzame manier. Zeker voor wie herstelt van burn-out is dat geen wijze aanpak.
De voordelen die aandacht voor ons welzijn over het algemeen heeft, wil ik niet in twijfel trekken. Maar ik wil wel wijzen op het risico van een wederzijdse houdgreep van lichaam en geest. De focus op het lichaam zoals ik die na mijn burn-out toepaste, en zoals ik die bij sommige gezondheidsjunkies en self-trackers om me heen zie, komt niet neer op een harmonischer verband tussen lichaam en geest, maar op een dualisme 2.0: een verkrampte poging om ons lichaam nog vollediger in dienst te stellen van ons hoofd. Die welzijnsrage gaat niet over welzijn, maar over presteren.
In het laatste deel van dit drieluik buig ik me daarom over de vraag: werkt je lichaam, en dus je geest, uiteindelijk beter met een beetje deregulatie? Hoeveel aandacht is genoeg? En welke vorm moet die aandacht hebben?

Similar Documents

Premium Essay

Dualism

...Distinction One of the deepest and most lasting legacies of Descartes’ philosophy is his thesis that mind and body are really distinct–a thesis now called “mind-body dualism.” He reaches this conclusion by arguing that the nature of the mind (that is, a thinking, non-extended thing) is completely different from that of the body (that is, an extended, non-thinking thing), and therefore it is possible for one to exist without the other. This argument gives rise to the famous problem of mind-body causal interaction still debated today: how can the mind cause some of our bodily limbs to move (for example, raising one’s hand to ask a question), and how can the body’s sense organs cause sensations in the mind when their natures are completely different? This article examines these issues as well as Descartes’ own response to this problem through his brief remarks on how the mind is united with the body to form a human being. This will show how these issues arise because of a misconception about Descartes’ theory of mind-body union, and how the correct conception of their union avoids this version of the problem. The article begins with an examination of the term “real distinction” and of Descartes’ probable motivations for maintaining his dualist thesis. Table of Contents 1. What is a Real Distinction? 2. Why a Real Distinction? 1. The Religious Motivation 2. The Scientific Motivation 3. The Real Distinction Argument 3. The First Version ...

Words: 271 - Pages: 2

Free Essay

Dualism vs Materialsim

...Materialism is a belief in matter, whereas dualism is not its opposite and "vs" has no relevance or meaing because materialism cannot vs dualism. Those who are deprived of the spiritual insights undersand dualism in a lower pedestal than the meaning it has or indicates. Dualism is a state of being or existence in two seemingly opposite entities. Dvaita (dualistic) as clearly defined in Sankhya Philosophy as opposed to Advaita (non-dualistic) monism as clearly defined by Adi Shri Shankaracharya. Though Plato did believe in Dualism and reached a stage of defining the fifth element Ether but he could not grasp the spiritual essense of it completely due to lack of spiritual progress in life. That pertains to matter is materialism. That pertains to Spirit is spiritualism. Spirit and matter are dual states of existence, like night and day, black and white, good and evil and all such seemingly opposites. But, the fact remains that the seemingly opposites cannot exist in isolation from the source and remains within or connected to the source and therefore everything in the world is one unit of undifferentiated Brahman or Sat Chit Ananda (Truth(Existance), Consciousness and Bliss). If the cosmos is a one Monistic Unit of Undifferentiated Brahman, due to the illusion of the senses, the undifferentiated brahman is seen by human beings as differentiated and having separate entitties. Here the division begins, the pattern of two is dualism, then the pattern of three, the pattern of four and...

Words: 1163 - Pages: 5

Premium Essay

What Is John Searle's Dualism

...Question No. 1 Answer: John Searle has attempted to stake out a center position in the middle of materialism and property dualism, which he calls biological naturalism. John Searle fundamentally rejects dualism and contends that the conventional mind-body issue has a 'basic arrangement': mental wonders are both brought on by biological procedures in the brain and are themselves components of the brain. All the more accurately, mental states and occasions are macro-properties of neurons similarly that solidity and liquidity are macro-properties of molecules. Searle is likewise right to deny the name property-dualism on the off chance that it conveys ramifications of backing for specific principles of reflection, advantaged access, or internal...

Words: 1582 - Pages: 7

Premium Essay

Dualism Research Paper

...For centuries, philosophers have been contemplating the relationship between the body and the mind, creating a major conflict amongst theorists. Dualism is a theory that claims that the mind, a non-physical substance, is completely separate and distinct from the body, a physical substance. Originally coined by the famous philosopher René Descartes, dualism has since been argued against and overshadowed by numerous opposing theories. This was primarily due to the many weaknesses that dualism faced and the problems that could not be explained under this view. One of the opposing theories, functionalism, did not face the weaknesses that dualism did, and the problems they came across were not an issue for functionalists. This view, most strongly...

Words: 778 - Pages: 4

Premium Essay

Dualism Mind-Brain

...Social Sciences and Humanities prof. Coleridge Chris Final essay “Brain vs Mind” [pic] Alessandro Acquaviva E060478 INDEX The Mind-Brain Problem 3 Background of the problem 4 Evaluating the three proposed solutions 6 Weak Dualism 7 Strong Dualism 9 The relevance of Parapsychology 11 Conclusions 12 The Mind-Brain Problem The mind-brain problem raises the question as to whether the mind is no more than the idle side-effect of our brain processes or whether the mind can, in some degree, influence behaviour. Here we rehearse the arguments on both sides plus some recent attempts to eliminate mind altogether. However contentious, the philosophical problem, as distinct from the physiological problem, can be stated quite simply as follows: What, essentially, is the relationship between events in the brain and those private, subjective experiences that together constitute our inner mental life? We need not assume here that consciousness is synonymous with mind - consciousness may well be no more than just one aspect of mind - but, with respect to the problem at issue, it is the existence of consciousness that is critical. Stated thus, the problem admits of only three basic answers: 1) Events in the brain, operating in accordance with the laws of physics, determine completely both our behaviour and our subjective experiences. 2) Mental events may be elicited by events in the brain or they may, in turn, elicit brain events and so influence...

Words: 5362 - Pages: 22

Free Essay

Substance Dualism vs. Materialism

...Substance Dualism vs. Materialism At the center of the debate over human nature, the existence of free will, and the validity of science are two opposing viewpoints: materialism and dualism. Dualism is the belief that a person is made up of two kinds of substances: physical matter and above all else, an immaterial force known as the mind, or soul. Materialism refutes dualism, asserting that man and matter are inseparable, and that there is no mysterious, supernatural force directing our actions. Both viewpoints were derived in an attempt to place philosophy on firmer, more scientific ground. The arguments of Descartes and Hobbes for substance dualism and materialism, respectively, are representative of this debate. Although materialism and dualism have their own internal problems and flaws, I will argue that many of the objections that have been leveled against materialism can be met and that, on the whole, materialism is a much more plausible theory than dualism. The Greek philosopher Socrates believed that nothing could be certain without divine knowledge, which no man possesses. However, René Descartes, a 16th century French philosopher believed that some things could be determined to be certain as long as they were deduced through the proper methods. This method, known as the method of doubt, led Descartes to the foundational beliefs that became the basis for Substance Dualism. Simply put, Substance Dualism is the belief that there are two types of substances:...

Words: 1973 - Pages: 8

Premium Essay

Examples Of Dualism In Star Trek

...While there are many views of the mind and body I find that I dualism and emergentism seem to be the most suitable possibility. However, in Star Trek many types of the mind/body behaviors were presented. I would say Maddox appeared to demonstrate the dualism behavior the most. For the reason that he seemed to be certain of a distinct deference between man and the robot “Data.” He was sure that Data was nothing more than a machine, it had no mind or soul. For an A.I. like that the best mind-body description would be pre-established harmony. He believed there was neither one or the other; referring to just body or mind. But instead he understood that we are much greater than the machine. Our minds our interconnected with our brainWith man taking...

Words: 389 - Pages: 2

Premium Essay

Desecrates Dualism Theory Research Paper

...The universe is an amazing thing; the myriad of knowledge left unknown is phenomenal, and some philosophers are brave enough to dive into one of the greatest mysteries of time. Is the mind distinct form the body? Desecrates Dualism theory believed that the body and mind are 2 separate entities; there is the body (brain) which is a complex machine that helps our body move and react, and that there is the mind (soul) which is a distinct entity form the body, that he mind can operate all on its own if “disconnected” from the body. Meanwhile other philosophers through many diverse backgrounds believe that the mind and body are one “machine” and are not separate entities, that they are one and will always be one being. This belief is called materialism...

Words: 610 - Pages: 3

Premium Essay

Describe and Assess Dualism as a Theory of the Relation of Mind and Body.

...assess dualism as a theory of the relation of mind and body. Human beings are material objects. However, unlike other material objects (e.g. non-living things) humans have the ability to form judgements and reason their existence. Meaning to say that, human beings have 'minds'. In general, humans are characterised as having both a mind and body.  By definition, mind is referred to the mental processes, thought and consciousness whereas body is referred to the physical aspects of the brain-neurons and how the brain is structured. This is known as dualism.  In the philosophy of mind, dualism is the theory that the mental (mind) and the physical (body) are both real or exist, but both of them are different kinds of thing. The theory of mind-body dualism is presented by Rene Descartes (1596-1650), who holds that both mind and body are substances, in which the body is a material substance as it is extended in space whereas the mind is an unextended in space, and so called spiritual substance. According to Descartes, he believed that mind and body actually can interact through the pineal gland in the brain. In Descartes’s first principle of philosophy, “I think, therefore I am”, makes mind more certain than matter. It also showed that the mind which is a thinking thing can exist apart from its extended body. Hence, Descartes said that the mind is a substance that is different from the body (a substance whose essence is thought). This became known as “Substance Dualism” (view...

Words: 1196 - Pages: 5

Premium Essay

Mind and Body

...There is a major debate in philosophy called the mind and body debate. This is the debate about what gives us our personal identity as to whether it is our minds, our bodies or whether it is both. A number of philosophers have commented on the mind and body debate. These are dualists, monists and materialists all of which have theories explaining what gives us our personal identity. Dualists believe that the mind and body are separate, monists believe that the mind and body are one but can be separated and materialism is the view that there is no such thing as a mind or a soul and that when we die we die. Philosophers such as Plato and Descartes are dualists. In this dualist argument, Plato presents four arguments for the immortality of the soul which are cyclical – everything comes into existence from its opposite which sets up the cycle of birth and death, recollection- Plato believed that the knowledge we acquire is not learnt but remembered or recollected. Plato believed that the soul existed in a realm of forms before coming into the body, where it acquires this knowledge. As evidence of this he cites the slave boy who has no education but can grasp complex mathematical concepts just like the film ‘Good will hunting’, Affinity – Plato believed that the body has an affinity with the earth and that the soul has the affinity with the eternal real of forms. Because the soul is composite, at death it is dispersed at death and so it returns to the real of form to which it has...

Words: 1844 - Pages: 8

Premium Essay

Neo-Materialism and the Death of the Subject

...Materialism: The view that only the material world (matter) is truly real, and that all processes and realities observed in the universe can be explained by reducing them down to their most basic scientific components, e.g., atoms, molecules Dualism: The view that the world consists of or is explicable as two fundamental entities, such as mind and matter. Eliminative Materialism: Eliminative materialism is the radical claim that our ordinary, common-sense understanding of the mind is deeply wrong and that some or all of the mental states posited by common-sense do not actually exist. Support Reductive Materialism Michael Tye * Proposes that understanding something is not the same as knowing something. * “Understanding what something is is not the same as knowing what it is like to experience that thing.” * The reductive materialist claims that after an adequate explanation of the reduction, the dualist will see that there is a sense in which the mental state is the material state. * Reductive materialism holds that we do have “mental state”, which are the actual experiences themselves, the sensations that are presented to us, whether they be sights, sounds, feelings, tactile sensations, or the woman in red. Dualism The mental state is not identical to the brain state. Paul Churchland * Proposes that...

Words: 658 - Pages: 3

Premium Essay

Mind and Body

... 2004). Descartes: Well young man, let me explain a few things that will support my premise in a substantial way that may indeed change your position. First of all, the mind can exist without the present of the body. You see John; the existence of my body is dubitable whereas my mind is not. Therefore my mind does not consist of the same properties of my body. This is a clear distinction that my mind is separate from my body. John: Mr. Descartes, we can agree to disagree with some matters of the mind and body. I am troubled that many people think that they have a mind or soul and a body. I am also concerned that some people think they have all three. (Searle, 2004). Western Philosophers are often portraying some type of dualism and people have accepted this theory for many years. Descartes: And rightfully so Mr....

Words: 826 - Pages: 4

Premium Essay

What Is Mind?

...Mbogo .W.A. (Moi) The course number: The date of submission: The instructor’s name: WHAT IS MIND? The mind is a complex element in a living organism that assists to understand the world around them, be able to interpret experiences and internalize ideas pertaining reality in general. Dualism and physicalism are two philosophical entities that attempt to explain reality with regards to the mind and body relationship. Physicalism dimension is normally taken to be synonymous with materialism. The two entities perceive the relationship between the mind and body from different perspectives which brings about their differences. Dualism for instance, which is derived from the concept “duo” , meaning two, holds the view of the mind/body relationship from a duality perspective. It sees the two entities as being different from each other. Dualists believe that the mind and the body cannot be reduced to be the same thing because doing so will ultimately lead to the deviation of the true meaning of reality. Their focus is aimed at critical analysis of the perspectives that normally bring the differences between the mind and the body. The body is a physical reality. The brain which is part of the body is not equivalent to the mind. Physical manipulation of the brain can be achieved to attain its well-being. For example, surgery can be done to the brain if it is malfunctioning to enhance its efficiency. On the contrary, complex processes which are not physical in nature...

Words: 1230 - Pages: 5

Free Essay

Topic: Spirituality

...The main difference between the modern Western worldview and postmodern worldview is dualism. “A modern Western worldview has to opposing aspects (dualism) such as good-bad, big-small, sweet-sour, success-failure etc.” (Judith Allen Shelley, 2006, p. 34). It has the separation between good and evil. Good is represented with order and freedom. Evil is represented with chaos and enslavement. This worldview has the basis of reality divided into two camps. This dualistic worldview had an influence from Christianity and began to have a division between spirit and matter. There was a sharp distinction between natural and supernatural. More people focused on the supernatural realm. Later, during the Renaissance period people began to oppose supernatural and they were led to natural. The natural realm included humans, plants, animals, and matter. This type of worldview was found to be the basis of religions of Babylon, Sumer, Canaan, Greece, India, Germany, etc.” (Judith Allen Shelley, 2006, p. 34). A postmodern worldview basically rejects the idea of dualism. “This worldview rejects hierarchy and competition and welcomes a holistic view where humans have harmony with the environment” (Judith Allen Shelley, 2006, p. 36). Postmodern theories refers to a new paradigm. They assumed the world is made up of energies that can be manipulated and controlled. These two world views take on two different perspectives of the world. References Judith Allen Shelley, A. B. (2006). GCU Media...

Words: 269 - Pages: 2

Premium Essay

Philosophy

...FEDERAL UNIVERSITY OYE-EKITI, EKITI STATE, NIGERIA. A TERM PAPER TITLE:- “THE ESSENCE/SUBSTANCE OF MAN” BY FACULTY: SCIENCE DEPARTMENT: MICROBIOLOGY COURSE TITLE: PHILOSOPHY AND LOGIC COURSE CODE: GST 205 CONTENT * Introduction * What is man * Philosophically * Scientifically * The essence and substance of man * What constitute man * Man as a dualist * Man as a monad * Man as a socialist * Man as a spiritual entity * Man as a physical entity * Intrinsic characteristics that man have in common * Illustration of the mental essence(when man is abnormal is he still half or full) INTRODUCTION The essence of man is the constituent of man which goes beyond his body alone but extends to his mind, soul, spirit and other attributes of man. But we cannot talk about the essence of man without the existence of man because without an existence of man, man’s essence is of no use and nothing to talk about. This brings about the proposition ‘existence precedes essence’. The proposition that existence precedes essence is a central claim of existentialism, which reverses the traditional philosophical view that the essence (the nature) of a thing is more fundamental and immutable than its existence (the mere fact of its being). To existentialists, human beings—through their consciousness—create their own values and determine a meaning for their life because the human being does not possess any inherent identity or value. By posing the acts that constitute...

Words: 3943 - Pages: 16