Opdracht 1:
Formuleer een definitie van het begrip Innovatie.

Innovatie of vernieuwing is het invoeren van nieuwe ideeën, goederen, diensten en processen. Innovatie kan plaatsvinden binnen organisaties maar ook binnen bredere verbanden. Het proces van innovatie draait om dingen op een nieuwe (en zo mogelijk ook betere) manier aan te pakken.

Opdracht 2:
Beschrijf de belangrijkste redenen voor een organisatie om aandacht te besteden aan innovatie van haar producten of diensten of van de organisatie zelf (Min. 4 redenen).

- Een organisatie kan aandacht besteden aan innovatie om de concurrent voor te blijven. Als een bedrijf dit niet zou doen, zou het grote achterstanden op kunnen lopen op andere bedrijven en zodoende marktpositie en omzet verliezen.
- Ze kunnen ook het productieproces proberen te verkorten, zodat alles sneller doorloopt, waardoor je meer tijd wint en deze kunt gebruiken voor andere dingen zoals extra producten verkopen (omzet vergroten, assortiment verbreden)
- Kostenbesparing is ook een reden voor een bedrijf om te investeren in innovatie, want met een eenmalige investering bespaar je elke periode een geldbedrag wat weer besteed kan worden voor andere doeleinden of verdere innovaties. De kosten van de investering voor deze kostenbesparing worden vanzelf terugverdiend door de daadwerkelijke kostenbesparing.
- Als een bedrijf het vastlopen van een productieproces binnen of buiten het bedrijf wil voorkomen, is dit ook een reden voor innovatie. Een goed voorbeeld hiervan is de tijden van een transport goed plannen zodat alles op elkaar aansluit en eventuele kosten voor wachttijden bespaart of zo laag mogelijk blijven. Denk aan transport van bol.com, dat levert binnen 1 dag. Dit bedrijf heeft kennelijk een goede basis voor het transport en het is goed mogelijk dat dit bedrijf in het begin heeft geïnvesteerd in innovatie op transport.

Opdracht 3:
Geef aan welke factoren innovatie en de innovatiekracht van een organisatie kunnen bevorderen.

Er zijn verschillende factoren die de innovatie bevorderen, zoals:
- Diversiteit (vanuit verschillende oogpunten iets bekijken).
- Voorbeeldgedrag van leidinggevenden (zelf als leidinggevende met innoverende ideeën komen zodat de werknemers dit vanzelf ook gaan doen).
- Creativiteitstrainingen/-cursussen. (Cursussen geven aan de werknemers hoe ze mee kunnen denken en doen aan innovatie voor het bedrijf).
- Experimenteren/ het maken van fouten. (Het proberen van dingen binnen het productieproces die mogelijk het versnellen kunnen bevorderen. Bijv. een automatische prijslijst maken met daarbij het aantal wat op voorraad ligt in een overzicht).
- Crisis (leren nadenken over zuinig omgaan met dingen).

Opdracht 4:
Leg kort uit wat het verschil is tussen innovatie en creativiteit.

Innovatie is iets waar mensen op zitten te wachten. Dit is iets vernieuwends, creativiteit kan hierbij helpen maar hoeft niet te leiden tot iets nieuws/vernieuwing, innovatie leidt hier wel toe.

Opdracht 5:
Zoek uit welke factoren creativiteit van werknemers kan bevorderen.

De volgende punten zijn factoren voor het bevorderen van de creativiteit van de werknemers:
- Creativiteitstrainingen
- Een crisis voor doen, bijv. zeggen dat 300 stuks morgen geleverd moeten zijn in plaats van over 2 dagen, terwijl dit niet hoeft, zodat de werknemers iets nieuws kunnen verzinnen waardoor het proces versnelt.
- Brainstorming-methode, waarin het produceren van ideeën door het team wordt gescheiden van een kritische beoordeling van deze ideeën.
- Analogiemethode, waarin via algemene metaforen oplossingen voor een bepaald probleem worden ontwikkeld op basis van vergelijkbare problemen in heel andere disciplines ( bijv. een organisatorisch probleem wordt opgelost via een analoge oplossing van een technisch probleem).
- 6.3.5-methode, waarin 6 deelnemers ieder 3 oplossingen ontwikkelen in max. 5 minuten, en ieder vervolgens de oplossingen aan de buurman of buurvrouw overhandigt, die hier weer 5 minuten aan verder werkt, enz.

Opdracht 6:
Leg uit op welke manieren de Nederlandse overheid innovatie probeert te stimuleren.

Stimulans van de overheid op innovatie:
- Een overheid die eisen oplegt aan producten, of systematisch beleid voert om bestaande normen verder op te voeren, dwingt bedrijven inventief te zijn en met betere producten te komen. Wie niet aan de eisen kan voldoen kan het risico lopen omzet te verliezen. Hoe meer consumenten aanwezig zijn in de markt waar de strenge eisen gelden en hoe kapitaalkrachtiger deze consumenten gemiddeld zijn, des te effectiever werkt zulk beleid. Voor het bedrijf dat wel of als eerste aan de eisen kan voldoen ligt een grote markt open.
- Helder en consistent lange termijnoverheidsbeleid, zowel wat betreft (toekomstige) eisen aan producten en processen als wat betreft de subsidies om ontwikkeling en invoering daarvan te stimuleren.
- Het ter beschikking stellen van geld voor onderzoek.
- Het voeren van een actief beleid door overheidsorganen zelf, om voor innovatieve methodes te kiezen in plaats van voor traditionele.
Opdracht 7:
Zoek naar 2 voorbeelden binnen de Fontys organisatie en beschrijf deze kort (Max. 50 woorden per voorbeeld).

Voorbeelden van innovatie binnen de Fontys organisatie:

- Vorig jaar is het vak inleiding lineaire algebra van de derde periode verschoven naar de eerste periode, omdat er in de derde periode te veel lastige tentamens waren en in de eerste periode alleen maar redelijk simpele.
- Het Fontys AansluitingsCentrum (FAC) is eind 2002, mede op verzoek van de ROC’s, begonnen met de ontwikkeling van de Fontys Competentie Wijzer (FCW). Met het FCW-project kiest Fontys voor een innovatie waarin het veranderde denken over aansluiting in termen van loopbaandenken, beroepsdidactiek, doorlopende leerwegen en educatief partnerschap met ROC’s concreet vorm krijgt.

Opdracht 8:
Beschrijf een voorbeeld van een product of dienst van een Nederlandse organisatie/bedrijf waarvin jij vindt dat het geïnnoveerd zou moeten worden.

Wij hebben als voorbeeld genomen de Samsung TV LE37A656. Bij deze tv is het aan/uitknopje lastig te zien, evenals de andere touch-toetsen die erboven zitten. Als de tv uit is brand er een klein rood lampje te zien en de aan/uitknop zit er net onder en de andere toetsen zitten erboven. Zodra de tv eenmaal aan is gezet, gaat dit lampje uit en vooral ‘s avonds laat of ‘s ochtends vroeg of in een matig tot slecht verlichte kamer is het haast onmogelijk om te zien waar het aan/uitknopje zit. Dit is alleen te zien door er met je neus bijna bovenop te gaan zitten en goed te kijken. Dit is zeer onhandig en daarom vonden wij dat dit wel geïnnoveerd zou kunnen worden door bijvoorbeeld de knopjes aan de zijkant van de tv te maken, zodanig dat het drukknopjes zijn. Deze knopjes zijn dan vanaf de voorkant niet meer te zien, maar wel gemakkelijk te gebruiken.