Free Essay

Marktonderzoek

In:

Submitted By terry1991
Words 12786
Pages 52
Marktonderzoek

2013-2014

Terry Lavrijsen

Inleiding
EAC (European Automobile Concepts) is een nieuwe divisie van een grote autofabrikant, Bavaria Motorenwerken. EAC werd in het leven geroepen om automerken te vernieuwen door reengineering van de bestaande auto modellen. Walter, CEO van European Automobile Concepts ( EAC), is goed op de hoogte van diverse ontwikkelingen rondom EAC, hij speculeert dat de teruggang van EAC te wijten is aan de populariteit van buitenlandse merken. De vraag voor Walter, is welke koers hij moet varen. Kleine en zuinige modellen of modellen die grote, luxe en minder zuinig zijn. Walter overweegt eerder naar de kleine en zuinige modellen, omdat de olie prijzen momenteel hoog liggen. Maar dit kan over een aantal jaar weer verbeteren, waardoor mensen dan eerder kiezen voor de luxe modellen. Maartje Glas is een werknemer bij EAC. Maartje heeft zich verdiept in de toekomstige autobehoefte, waarna ze een aantal opties heeft geschetst. Waaronder hybride auto’s een optie is, i.v.m. brandstofkosten en het minimale geluidsoverlast. Het probleem bij elektrische auto’s is de slechte infrastructuur die er momenteel is. Het zal jaren duren voordat de infrastructuur voor elektrische auto’s genoeg is uitgebreid, zodat het grote publiek er werkelijk iets aan heeft. Auto’s dragen bij aan milieuvervuiling, bijvoorbeeld door CO2-uitstoot. Met nieuwe technologieën en ontwikkelingen, zoals elektrisch rijden, kan autorijden milieuvriendelijker worden gemaakt.

In dit verslag gaan we onderzoeken wat de volgende stap van Walter is. Welke auto moet Walter op de markt brengen om de omzet te verhogen. Als dit is aangetoont wordt er ook onderzocht waar Walter het automodel het beste kan promoten en bij wie.

5|Pagina

Marktonderzoek

2013-2014

Terry Lavrijsen

Hoofdstuk 1 Vraagstellingen en onderwerpen
Als eerst worden de onderwerpen, die bij European Automobile Concepts nodig zijn om informatie te verzamelen. Vervolgens wordt er onderscheid gemaakt in de onderwerpen waarvoor primair onderzoek gedaan kan woorden en ook waar secundair onderzoek naar gedaan kan worden. Bij primair onderzoek moet de informatie verzameld worden. Bij secundair onderzoek is de informatie beschikbaar. De onderwerpen zijn als volgt:  Wat zijn de ontwikkelingen en de trends in de auto-industrie?  Wat zijn de ontwikkelingen bij hybride auto’s? Zijn hier speciale regels, vanuit de overheid, aan vastgebonden m.b.t. het produceren van een hybride auto?  Milieu, wat is de houding van mensen ten opzichte van het milieu?  Brandstoffen, wat zijn de ontwikkelingen m.b.t. de brandstofprijzen? Wat heeft dit in het verleden gedaan en wat zijn de verwachtingen voor de toekomst?  Regelgeving, wat is er wettelijk vastgelegd t.o.v. het produceren van auto’s?  Concurrentie, Welke trends en ontwikkeling heeft de concurrentie in het verleden gemaakt en wat zal de concurrentie in de toekomst doen?  Type auto, Welke auto moet Walter Nijland op de markt brengen, zodat de omzet van EAC omhoog gaat. De ontwikkelingen en de trends in de auto-industrie is een onderwerp voor een secundair onderzoek. De onderzoeker zal field research moeten doen, vragen aan de mensen over wat hun graag in een auto zien. De ontwikkelingen bij hybride auto’s is een secundair onderzoek, hier is al onderzoek naar verricht. Hierbij ontstaan continue nieuwe ontwikkelingen en er nieuwe modellen op de markt komen. De ontwikkelingen m.b.t. de brandstofprijzen, dit gaat om een secundair onderzoek. Er zijn diverse brandstofprijzen te vinden op het internet, van nu en het verleden. Bij de regelgeving gaat het ook om een secundair onderzoek, deze is door de overheid vastgesteld. De ontwikkelingen en trends van de concurrentie, hiervoor zal de onderzoeker een primair onderzoek voor verrichten. Hierbij wordt ook onderzocht welke stappen de concurrentie heeft gedaan, waardoor geen goede omzet draaien of zelfs failliet verklaard zijn. Primair of secundair onderzoek Ontwikkelingen en trends auto-industrie Ontwikkelingen hybride auto’s Houding van mensen t.o.v. het milieu Brandstoffen Regelgeving Concurrentie Secundair onderzoek secundair onderzoek Secundair onderzoek secundair onderzoek secundair onderzoek Primair onderzoek

6|Pagina

Marktonderzoek

2013-2014

Terry Lavrijsen

Hoofdstuk 2 Onderzoeksmethode en informatiebronnen
Het belangrijkste probleem is dat Walter Nijland een manier moet vinden, zodat de omzet van EAC omhoog gaat. Hierbij stellen wij de belangrijke vraag: Wat moet Walter doen om de omzet van EAC te verhogen, welke auto modellen moeten ontwikkeld worden? Rondom deze vraag wordt er een onderzoek gestart. Om de onderzoeksdoelen te kunnen bepalen moet er gekeken worden naar de oorzaken en gevolgen van het probleem waar Walter Nijland mee zit. Hieruit kan worden vastgesteld wat de onderzoeksdoelen zijn. De volgende onderzoeksdoelen kunnen helpen bij het oplossen van het probleem van Walter Nijland.  Als eerst moet er gekeken worden naar de ontwikkelingen en trends rondom de auto’s. er zullen enquêtes en interviews afgelegd worden. Hoe de mensen tegenover het milieu staan, wat zij belangrijk vinden met betrekking tot auto’s.  Ook zal er onderzoek moeten gedaan worden naar de verschillende modellen, de verschillende modellen zijn:     Kleine auto met één zitplaats, gericht op maximale zuinigheid Kleine auto met twee zitplaatsen, gericht op grote zuinigheid Grotere auto met vier zitplaatsen, gericht op redelijke zuinigheid Grotere auto met vijf tot zes zitplaatsen, gericht op redelijke zuinigheid.

 Er moet onderzoek gedaan worden naar de concurrentie, wat zij in het verleden hebben gedaan. En eventueel voorspellen wat zij van plan zijn, om hen voor te zijn. Dit zal vooral onder field research vallen, dit is omdat de onderzoeker mensen interviewt over de concurrentie. Het is belangrijk voor de onderzoeker, wat zij belangrijk vinden in een auto en de service er omheen. Waarom gaan hun naar de concurrentie en niet naar ons, of juist wel.  Wat gebeurt er met de brandstofprijs. Dit zal onderzocht moeten worden door de onderzoeker, i.v.m. het gebruik van zuinige auto’s of juist niet. Waarvoor kiezen mensen in de toekomst als de brandstofprijs stijgt/daalt?  Waarmee moet men rekening houden i.v.m. de regelgeving, wat is er wettelijk vast gelegd met betrekking tot produceren van auto’s. Daarnaast moet er gekeken worden, wat de invloed van de overheid is op het aankoopgedrag van de consument. Ook wordt er naar het GLAS-rapport gekeken van Maartje Glas, collega van Walter Nijland.

7|Pagina

Marktonderzoek

2013-2014

Terry Lavrijsen

Hoofdstuk 3 Onderzoeksmethode en informatiebronnen
In dit hoofdstuk wordt er bepaald wat de onderzoeksdoelen zijn. Er wordt per onderzoeksdoel/ kwestie/onderwerp een geschikt onderzoeksdoel aangegeven. De onderzoeksontwerpen worden in drie categorieën ingedeeld:  Verkennend onderzoek; geschikt om achtergrondinformatie te verkrijgen, begrippen te definiëren, probleem en hypothesen te verhelderen en om onderzoeksprioriteiten vast te stellen. Beschrijvend onderzoek; geschikt voor het beschrijven en meten van marketingverschijnselen. Causaal onderzoek; geschikt om causale verbanden te bepalen en om ‘als-dan’ uitspraken te formuleren.

 

De keuze voor het ontwerp hangt af van de vastgestelde onderzoeksdoelen maar ook van wat er al bekend is over het probleem of de onderzoeksdoelen. Hoe minder we weten, des te groter de kans dat we verkennende onderzoek gebruiken. Causaal onderzoek moet je echter alleen gebruiken als je al aardig wat over het probleem weet en op zoek bent naar causale verbanden tussen variabelen die te maken hebben met het probleem en/of het onderzoeksdoel. Bij alle genoemde onderzoeksdoelen wordt er gebruik gemaakt van wetenschappelijke informatiebronnen. Hierbij moet gedacht worden aan wetenschappelijke artikelen uit een krant of van het internet en wetenschappelijke teksten uit boeken. Hieronder volgen de onderzoeksdoelen (wordt aangegeven met *) met de daarbij behorende onderzoeksontwerpen. *Eerste onderzoeksdoel: Bij welke auto type ligt tegenwoordig de interesse van de mensen? Als eerst hebben we een doel bepaald; Een goed verkopend type auto op de markt te brengen. Doordat beschrijvend onderzoek antwoord geeft op de vragen als wie, wat, wanneer, waar en hoe. Beschrijvend onderzoek gebruiken we omdat we willen weten wie onze klanten zijn, waar hun interesse ligt, of ze al eerder een auto bij EAC hebben gekocht. Hieruit willen we de infromatie halen die nodig is om een goed profiel samen te stellen, waarvan we denken waar mensen het meest interesse in hebben. Met behulp van cross-sectioneel. Met een cross-sectioneel onderzoek meet je eenheden uit een steekproef van de populatie op slechts een moment. Dit is belangrijk in het markt onderzoek doordat het nauwkeurig wordt gemeten, waardoor het marktonderzoek representatief. Een cross-sectioneel onderzoek wordt tamelijk met omvangrijke steeproeven gedaan. Hierdoor kan er namelijk een nauwkeurig marktstrategie bepaald worden. *Tweede onderzoeksdoel: Auto-modellen (hybride auto) Er is al onderzoek gedaan naar de keuze van mensen wat betreft de diverse modellen auto’s. Het beste type ontwerp wat bij dit onderzoeksdoel past is verkennend onderzoek. Walter wil weten waarom er voor een bepaald type model is gekozen en daar moet onderzoek naar gedaan worden. We gaan echter naar de voor-, en nadelen kijken van een een hybride auto. Ook kijken wat de verandering is in verkoopcijfers van een hybride auto.

8|Pagina

Marktonderzoek

2013-2014

Terry Lavrijsen

*Derde onderzoeksdoel: Wat doet de concurrentie Hier zal het om een verkennend onderzoek gaan, we willen een verhelderende hypothese en meer achtergrond informatie over de concurrentie. Achtergrond informatie is te verkrijgen via internet. Wat hebben ze in het verleden gedaan, hebben ze een bepaald achievement ( doel) behaald? Hierbij kan de onderzoeker gebruik maken van secundaire data-analyse, voor de informatie die van het internet, bibliotheek, vakbladen kan worden gehaald. Maar ook Ervaringsonderzoek, hierbij kan de onderzoeker klanten van de concurrentie benaderen voor vragen zoals: Waarom bent u tevreden over (concurrentie), waarom niet? *Vierde onderzoeksdoel: Wat gaat er, en wat is er afgelopen tijd met de brandstofprijzengebeurd? Hier is al onderzoek naar gedaan, daarom zal het vooral om een verkennend onderzoek gaan. . Het meesten en actuele informatie is te vinden op olieprijs.eu, www.oil-price.net inde .php?lang nl, etc. De methode die het beste past bij dit onderzoeksdoel is secundaire data-analyse. Er is voor deze methode gekozen omdat de informatie al bestaat maar nog niet op het desbetreffende onderzoeksdoel geïnterpreteerd is. *Vijfde onderzoeksdoel: Wat is er vast gelegd in de regelgeving?(WWW.RDW.NL) Hierbij zal het om verkennend onderzoek gaan, de informatie is al beschikbaar. Nu moet er onderzocht worden, wat wettelijk beschreven is wat wel en niet mag bij het produceren van auto’s. Op het internet website www.tweedekamer.nl zijn verschillende documenten te vinden over het produceren van auto’s.

9|Pagina

Marktonderzoek

2013-2014

Terry Lavrijsen

Hoofdstuk 4 Secundair onderzoek
In dit hoofdstuk wordt bepaald welke onderwerpen/kwesties in het onderzoek wordt gedaan en of primair onderzoek waar wel en waar niet nodig is. Voor een secundair onderzoek heeft de onderzoeker toegang tot een aantal programma’s zoals: internet en SPSS. duidelijke marktstrategie kan bepalen. In hoofdstuk 6 tot en met 8 worden de belangrijkste SPSS gegevens beschreven. De gevonden resultaten worden in hoofdstuk 9 als eindconclusie beschreven. De eerste stap in het onderzoek is bijna altijd secundair. Trends en ontwikkelingen  Als eerst moet er gekeken worden naar de ontwikkelingen en trends rondom de auto’s. er zullen enquêtes en interviews afgelegd worden. Hoe de mensen tegenover het milieu staan, wat zij belangrijk vinden met betrekking tot auto’s. Hierbij worden enquêtes afgenomen en observatie van het aankoop gedrag van mensen. Zo blijkt het uit onderzoek van Jeremy Kesseler, dat vrouwen gemiddeld vijf weken over doen om hun keus te maken, mannen zelfs meer dan anderhalve maand. Vrouwen oriënteren zich duidelijk vaker op een kleinere auto, mannen doorgaans op een wat grotere middenklasser. De Nederlander is doorgaans behoorlijk trots op de eigen auto: 66 procent geeft een rapportcijfer acht of hoger, twintig procent zelfs een negen of een tien. Van de duizend ondervraagde autobezitters 84 procent zegt gelukkig te worden van een nieuwe auto. Uit het onderzoek blijkt verder dat de meeste Nederlanders niet weten wat ze per maand kwijt zijn aan hun eigen auto en dat autobezitters een kleine tot middenklasse auto kiezen als ze zouden gaan leasen. Omgekeerd kiest de Nederlander die van de leaseauto zou overstappen naar een privé-auto er juist voor om kleiner te gaan rijden. Over verkoop van auto’s via internet wordt wisselend gedacht. BOVAG Autodealers & DBSC Consulting verwachten bijvoorbeeld dat bij ongewijzigd beleid in 2015 5 – 10% van de verkoop van nieuwe auto’s via internet zal plaatsvinden. Anderen verwachten dat de consument toch behoefte blijft hebben aan de zintuiglijke waarneming van de auto: “De consument wil de auto zien, ruiken en voelen.” Nieuwe media zoals Twitter, facebook en andere sociale netwerksites zullen een grote rol vervullen in de aanschaf van een auto. Ook vergelijkingssites zullen steeds meer worden benut om informatie te verkrijgen over een auto. Deze media zullen steeds meer bepalend zijn voor de keuze van een auto. Conclusie Naar aanleiding van een secundair onderzoek naar ‘trends en ontwikkelingen’ kunnen we zeggen dat mensen steeds meer milieu bewuster worden. Daarvoor zal de technologie continue ontwikkelen om een beter product op de markt te brengen, naar wens van de mensen. Mensen willen steeds beter geïnformeerd zijn over een auto die zij willen aanschaffen. Ook kijken ze wat de trend is, waarbij sociale netwerksites een grote rol speelt. Om de exacte mening van mensen te peilen, wordt er een enquête afgenomen. De uitslagen van het onderzoek ‘enquête’ worden weergeven in hoofdstuk 6,7 en 8.

10 | P a g i n a

Marktonderzoek

2013-2014

Terry Lavrijsen

Olie- en brandstofprijzen  Wat gebeurt er met de brandstofprijs. Dit zal onderzocht moeten worden door de onderzoeker, i.v.m. het gebruik van zuinige auto’s of juist niet. Waarvoor kiezen mensen in de toekomst als de brandstofprijs stijgt/daalt? Hierin gaan we kijken de gevolgen van een stijgende brandstofprijs en een dalende brandstofprijs. Welk verband kan er worden gelegd in verband met de brandstofprijzen en het automodel. Is er wel een connectie tussen deze twee onderwerpen? Zo niet, gaat de onderzoeker het verder onderzoeken. Zijn er grote/luxe automodellen op de markt waarbij dit geen consequentie heeft. In bijlage 1.1 bevindt zich een overzicht van olieprijzen, van jaar 1947 tot 2013, dit wordt weergeven in US dollars. Conclusie De stijging van de olie- en brandstofprijzen zullen in de toekomst blijven stijgen. Er wordt verwacht dat de olie opraakt of onbetaalbaar wordt vanwege schaarste. Dit draagt, in combinatie met het milieubewustzijn en de aandacht voor duurzaamheid, bij aan de opkomst van alternatieve brandstoffen. De verkoop van auto’s met het energielabel A of B zijn sterk gestegen en de verkoop van auto’s met een ander energielabel gedaald. Er zou dus gezegd kunnen worden dat zuinige auto’s erg in trek zijn. In de toekomst zal dit afhangen van het subsidiebeleid van de overheid en de stijging van de olieprijzen. Omdat de stijging van de olie- en brandstofprijzen blijven stijgen, wordt er geen onderzoek gedaan naar het verband met de verkoop van grote modellen en de olie- en brandstofprijzen. M.a.w. het is onnodig onderzoek te doen of er een verband is, de prijzen stijgen. Het is wel van belang dat we onderzoeken wat een goed vervanging is, denk aan hybride auto’s.

Momenteel
Brandstofsoort GLA* Verschil** BP Euro95 Diesel LPG 1,803 1,483 0,817 -0.400 -0.300 0.000 1,789 1,469 0,799 Esso 1,809 1,489 0,819 Shell 1,799 1,479 0,819 Texaco 1,809 1,489 0,829 Total 1,809 1,489 0,819

Laatste update: 27-9-2013. *GLA = gemiddelde landelijke adviesprijs in euro's per liter. ** Verschil t.o.v.26-9-2013 in centen.

11 | P a g i n a

Marktonderzoek

2013-2014

Terry Lavrijsen

Hybride auto In dit hoofdstuk wordt er een secundair onderzoek gestart over een hybride auto met de vragen: wat de komst van de hybride auto met de mensen heeft gedaan. Hoeveel mensen (%) willen een hybride auto? Hoe rijden mensen een hybride auto? Waarom willen ze een hybride auto? Wat zijn de vooren nadelen van een hybride auto? Wat is er wettelijk vast gesteld voor het produceren van een hybride auto? In bijlage 1.1 wordt een korte uitleg gegeven over type hybride auto’s er zijn. Hierin wordt er een onderzoek gestart, welke type hybride auto is het populairst. Een gedeelte van bovenstaande vragen zullen beantwoord worden doordat respondenten de enquêtes invullen. Hieronder staan de voor-, en nadelen weergeven. Voordelen  Vooral minder uitstoot in het stadsverkeer. De uitstoot van de relatief grote Toyota Prius is even groot als de kleine Volkswagen Fox  Relatief laag verbruik  Milieuvriendelijk imago  In Nederland betalen rijders in een leaseauto 14% fiscale bijtelling van de netto cataloguswaarde op hun salaris, terwijl voor meer vervuilende auto's een tarief van 20% of 25% bijtelling geldt  In Nederland geldt vrijstelling van de aanschafbelasting voor auto's met hybride-aandrijving  In andere landen krijgen gebruikers van hybride auto's voordelen in het verkeer. Bijvoorbeeld, in de VS mogen bestuurders van gewone auto's alleen op carpoolstroken als ze een passagier meenemen. Echter, als ze in een hybride rijden, dan mogen ze in hun eentje de carpoolstrook op.  Ondanks de hogere aanschafprijs van een hybride is, dankzij de fiscale stimulering en de lagere brandstofkosten, de meerprijs in vijf jaar (75.000 km) relatief snel terugverdiend. Nadelen  Grotere complexiteit bij de fabricage  De batterijen van een hybride auto bevatten zware metalen. Toyota neemt deze batterijen weer in na gebruik om ze te vernietigen.  De fabricage en het slopen ervan, wordt gezien als milieuvervuilen. Volgens een rapport van het Amerikaanse CNWR zou de Toyota Prius over zijn totale levensduur vervuilender zijn dan een Hummer. Dit rapport werd echter bekritiseerd en het CNWR heeft later de conclusie bijgesteld met data van het 2007-2008 Prius model. Volgens dit nieuwe rapport zijn de Prius en kleinere hybrides zuiniger dan de grote SUV's. Tevens geeft Toyota aan zelf zorg te dragen voor opruimen of hergebruiken van de batterijen van hun hybride auto's.  De batterijen zijn zwaar (maar er zijn er minder nodig dan bij volledig elektrisch aangedreven auto's)  Er is extra ruimte nodig voor zowel de batterijen als de elektromotor. Hierdoor gaat er wat ruimte verloren.  Dieselmotoren halen dezelfde prestaties als een benzinehybride, zonder extra elektromotor (maar een dieselhybride zou nog zuiniger zijn). Voor de luchtkwaliteit in de stad zijn dieselmotoren echter over het algemeen vervuilender dan hybrides.  De elektromotor maakt heel weinig geluid wat ten koste gaat van de veiligheid omdat andere weggebruikers hem niet aan horen komen.

12 | P a g i n a

Marktonderzoek
Wet en regelgeving

2013-2014

Terry Lavrijsen

In de bijlage bevindt zich het artikel 1.1 over het produceren van auto’s. Hierin wordt aangegeven wat er wettelijk bepaald is voor het produceren van auto’s
    

Maatregelen moeten bijdragen aan het verduurzamen van de mobiliteit en branche. Maatregelen moeten passen binnen Europa en vormen maatwerk voor Nederland. Maatregelen moeten duidelijk zijn en samenhangen op korte en lange termijn. Maatregelen moeten kunnen rekenen op een breed draagvlak bij de achterban. Duurzaam beleid vraagt om duurzame maatregelen

Conclusie De verkoop van hybride auto’s is toegenomen. De verkoop is ruim vervijfvoudigd in de periode van 2007 tot 2009. 3123 verkochte hybride auto’s in 2007 en in 2009 16077 auto’s. De verwachting is dat hybride auto’s, voornamelijk bij zakelijke rijders, toe zal nemen wegens stijgende olieprijzen en de fiscale stimulering vanuit de overheid. Ook is de verkoop van elektrische auto’s toegenomen. Vele partijen verwachten dat het gebruik van elektrische voertuigen toe zal nemen naarmate:
    

Het milieubewustzijn hoger is De prijs voor fossiele brandstoffen toeneemt Het aanbod van elektrische voertuigen toeneemt ( verschillende modellen) De elektrische auto goedkoper wordt De infrastructuur verbeterd is

Verbetering van accutechnologie is ook een belangrijke voorwaarde voor het succes van hybride en elektrische auto’s. De accu’s moeten een hogere actieradius krijgen, sneller opladen en een langere levenscyclus hebben.

13 | P a g i n a

Marktonderzoek

2013-2014

Terry Lavrijsen

Hoofdstuk 5 Analyse van de vragenlijst en beschrijving van de steekproefmethode
Vragenlijst bestaat uit 50 duidelijk geformuleerde vragen, waaruit de respondent genoeg antwoordmogelijkheden heeft. Van de 50 vragen zijn er 44 gesloten vragen en 6 openvragen. Bij de gesloten vragen heeft de respondent diverse mogelijkheden. De vraagstelling is duidelijk, waardoor er een kleine kans is dat de respondent de vraag niet invult vanwege onduidelijkheden. In totaal heeft Walter 1000 respondenten weten te behalen. De enquêtes kunnen verspreid worden via het internet. De internetenquête waarbij de respondent de vragen online beantwoordt. Dit heeft een aantal voordelen zoals, mensen kunnen ieder moment van de dag de enquête invullen. Enquêtes via internet zijn snel, gemakkelijk en niet duur. Alle standaardvragenformats kunnen bij dit soort vragenlijsten worden gebruikt en ze zijn zeer flexibel. Zo kan Walter ook gebruik maken van plaatjes, diagrammen of producten in de schappen aan de respondent mee laten zien. De onderzoekers kunnen op elk gewenst moment de website raadplegen voor actuele tabellen en de respondenten kunnen op elk moment van de dag ( of nacht) de internetenquête invullen. Ook wordt aangenomen dat de kwaliteit van de antwoorden op internetenquêtes even hoog is als die op telefonische interviews of postenquêtes. Bijkomend voordeel van internetenquêtes is dat onderzoekers problemen met de enquête snel kunnen opsporen en verhelpen, omdat zij continue kunnen volgen hoe er met de enquête voorstaat. Echter is er ook een nadeel aan internetenquêtes, de respondent moet wel toegang hebben tot het internet. De enquête moet niet te lang zijn, zodat de respondenten “afdwalen”. Hierdoor kan het zijn dat de respondent de vragenlijst niet afmaakt of niet zorgvuldig. Een aanbeveling die gedaan kan worden is de enquête compacter maken, bepaalde vragen samenvoegen/weglaten.

14 | P a g i n a

Marktonderzoek

2013-2014

Terry Lavrijsen

Hoofdstuk 6 Beschrijvende uitkomsten van het onderzoek
Met ondersteuning van het SPSS programma wordt er in dit hoofdstuk een verslag gegeven over zowel beschrijvende statistiek m.b.t. categorische als m.b.t. metrische variabelen. De resultaten die zijn gevonden in het SPSS bestand zullen in dit hoofdstuk beschreven worden. De gevonden tabellen zijn in de bijlagen terug te vinden. De vragen zullen beantwoordt worden aan de hand van bovengenoemde volgorde. Alle vragen zijn door de 1.000 respondenten ingevuld. Er zijn dus geen ‘missing’ values. In dit hoofdstuk wordt er antwoord gegeven op onderstaande vragen.  Wat is de demografische samenstelling van de steekproef?  Wat is het autobezit profiel van de respondenten in het survey?  Wat vinden de respondenten over (1) de opwarming van de aarde (2) en het gebruik van benzine?  Wat vinden de respondenten van de gevolgen van het gebruik van diverse soorten hybride auto’s?  Welke grootte ‘nieuwe’ auto (zeer klein met een zeer groot aantal kilometers per liter, en hybride die op alternatieve brandstof loopt) zal volgens de mensen in de steekproef waarschijnlijk de positiefste effecten hebben?  Welk type hybride auto is het aantrekkelijkst voor mensen in de steekproef, qua waarschijnlijkheid dat ze deze de komende drie jaar zullen kopen? Welk type is het minst aantrekkelijk? Wat is de demografische samenstelling van de steekproef? Om deze steekproef te bestuderen zijn er de volgende variabelen naar boven gekomen.          Size of home town or city Gender Marital status Number of people in household Age category Level of education Job category Income category Dwelling type (Townsize) (Gender) (marital) (reside) (Agecat) (edcat) (Job cat) (Inccat) (Hometype)

Size of home town or city De frequenties van de verschillende klassengrootte liggen dicht bij elkaar. 154 (15,40%) van de 1.000 respondenten wonen in een dorp of stad met minder dan 10.000 inwoners. Dit is de kleinste groep. De grootste groep van 267 (26,70%) respondenten woont in een stad of dorp met een inwonersaantal van meer dan 1 miljoen. De overige respondenten wonen in een stad of dorp waarvan het inwonersaantal tussen de 10.000 en 1 miljoen liggen. 15 | P a g i n a

Marktonderzoek
Gender

2013-2014

Terry Lavrijsen

Met een verschil van 10 respondenten is de grootste groep een man. Hierbij kunnen we vaststellen dat bij deze variabel de verdeling bijna gelijk is.

Marital status Van de 1000 respondenten zijn er 513 getrouwd, dit is een kleine meerderheid. Ook bij deze variabel is de verdeling bijna gelijk.

Number of people in household Het aantal personen waaruit het huishouden van de respondenten bestaat kon worden aangegeven met een getal van 1 tot en met 9. Het is opvallend, dat een groep van 395 respondenten aangeven dat hun huishouden uit 1 persoon bestaat. Opvallend is dat 395 personen aangegeven hebben dat hun huishouden uit 1 persoon bestaat. 307 respondenten hebben aangegeven dat hun huishouden uit twee personen bestaan. 109 respondenten hebben aangegeven dat hun huishouden bestaan uit drie personen. Het gemiddelde van het totaal aantal personen in de huishoudens staat op 2.21.

Vanaf vijfpersoonshuishoudens neemt het aantal respondenten sterk af. Slechts 1 persoon heeft aangegeven een negenpersoonshuishouden te hebben.

16 | P a g i n a

Marktonderzoek

2013-2014

Terry Lavrijsen

Age category Alle 1000 respondenten hebben deze vraag beantwoord. De leeftijd van de respondenten liggen tussen de 18 jaar en 65+. Over het algemeen is de leeftijd goed verdeeld. Er is een kleine meerderheid bij de categorie “ Between 35 en 49” met 25.6 %. De kleinste groep is: “ Between 18 en 24” met 12.1%.

Level of education Alle respondenten hebben deze vraag beantwoord. Er is een redelijk grote groep die high school niet af heeft gemaakt. Een kleine groep ( van 7.2 %) heeft “ post-undergraduate degree” in gevuld. Een groep van 298 respondenten heeft een high school diploma (29.8%).

Job category De kleinste groep respondenten werken in de landbouw, de grootste groep heeft een functie bij de Sales en Office (28.5%) of heeft een management functie ( 24.6 %). Van de 1000 respondenten zijn er 143 gepensioneerd.

17 | P a g i n a

Marktonderzoek

2013-2014

Terry Lavrijsen

Income category 343 respondenten (34.3%) uit de steekproef verdienen tussen de $ 25.000 en de $49.999. 25,6 % van de respondenten verdient onder de 25.000 dollar en 7% verdient meer dan 125.000 dollar. 194 respondenten verdienen tussen de 50.000 dollar en 74.999 dollar.

Dewelling type 452 respondenten (45,2 %) heeft een 1-gezinswoning. Dit is opvallend, omdat er 395 respondenten antwoorden dat ze 1-persoons huishouden hebben. M.a.w. 57 respondenten wonen kleiner dan dat ze aan familie leden hebben. Een klein percentage (6,7 %) woont in woonwagen.

Conclusie De conclusie die getrokken kan worden aan de hand van de gevonden resultaten is de volgende: Ongeveer evenveel vrouwen als mannen hebben de enquête ingevuld. Het merendeel van de respondenten woont in een stad of dorp met meer dan 1 miljoen inwoners. Het aantal mensen dat getrouwd is, bestaat uit en kleine meerderheid. De meeste respondenten hebben een eenpersoonsof tweepersoonshuishouden. Het merendeel van de respondenten heeft een leeftijd tussen 35 en 64 jaar. De meeste mensen hebben een baan op kantoor en slechts 14.3% is gepensioneerd. Een kwart van de respondenten heeft een inkomen onder de 25.000 dollar. De grootste groep heeft een High School Degree. Bijna de helft van de mensen die de vragenlijst hebben ingevuld heeft Single-family gekozen als Dwelling type. Aan de hand van de kruistabellen die in de bijlage zijn toegevoegd, is te zien dat bij alle demografische factoren de verdeling tussen mannen en vrouwen gelijk is. 18 | P a g i n a

Marktonderzoek

2013-2014

Terry Lavrijsen

Wat is het autobezit profiel van de respondenten in de survey? Om deze vraag te beantwoorden, wordt er gekeken naar het SPSS programma met de volgende variabel:  Primary vehicle price type  Primary vehicle type  Type of commuting    (Vehiclevalue) (Vehicletype) (Commutecat)

Primary vehicle price type Alle respondenten hebben de vraag ingevuld. Van de 1000 respondenten hebben 100 respondenten geen auto. 45.5% van de 1000 respondenten heeft een auto die in de economie klasse valt. 271 respondenten heeft een auto die in de standaard klasse valt en 174 respondenten hebben een auto die in de luxe klasse valt.

Primary vehicle type gelijk aan de vorige vraag hebben 100 respondenten geen auto ingevuld. 432 respondenten hebben een “normale” auto. 258 respondenten hebben een SUV of een busje en 210 mensen hebben een Pick-up truck.

Type of commuting 588 respondenten zit alleen in een auto wanneer zij naar het werk rijden. 62 mensen doen carpoolen. 188 personen gaan met het openbaar vervoer. 125 respondenten maken gebruik van niet-gemotoriseerd vervoer en 37 mensen doen aan telewerken.

19 | P a g i n a

Marktonderzoek

2013-2014

Terry Lavrijsen

Wat vinden de respondenten over (1) de opwarming van de aarde (2) en het gebruik van benzine? Om deze vraag te beantwoorden, wordt er gekeken naar het SPSS programma met de volgende variabel:  Global 1  I am worried about global warming.  Global 2  Global warming is a real threat.  Global 3  We need to do something to slow global warming.

De respondenten hebben bij deze vragen keuze uit het volgende: - Very strongly disagree - Strongly disagree - Disagree - Niether disagree nor agree - Agree - Strongly agree - Very strongly agree

I am worried about global warming. 846 respondenten zijn ongerust over de opwarming van de aarde. Hiervan zijn 628 respondenten heel erg ongerust over de opwarming van de aarde. 118 respondenten hebben very strongly disagree tot disagree ingevuld. Voor 76 respondenten zijn er niet ongerust of gerust over. Het gemiddelde van het totaal aantal antwoorden van de respondenten staat op 6.10. Global warming is a real threat. 748 respondenten zijn het eens met het standpunt: “Global warming is a real threat”. 524 respondenten hebben “very strongly agree”ingevuld. 157 respondenten zijn het niet eens met het standpunt: “Global warming is a real threat”. Hiervan hebben 50 respondenten “very strongly disagree” ingevuld en 42 respondenten “strongly disagree” en 65 respondenten disagree ingevuld. . Het gemiddelde van het totaal aantal antwoorden van de respondenten staat op 5.62 20 | P a g i n a

Marktonderzoek

2013-2014

Terry Lavrijsen

We need to do something to slow global warming

688 respondenten zijn het eens met het standpunt: “We need to do something to slow global warming”. 428 respondenten hebben “very strongly agree” ingevuld. 147 respondenten hebben “strongly agree” ingevuld en 113 resondenten hebben “agree” ingevuld. 180 respondenten zijn het niet eens met het standpunt: “We need to do something to slow global warming”. Hiervan hebben 57 respondenten “very strongly disagree” ingevuld en 71 respondenten “strongly disagree” en 52 respondenten disagree ingevuld. Het gemiddelde van het totaal aantal antwoorden van de respondenten staat op 5.33.

Conclusie Het merendeel van de respondenten is het met alle drie van stellingen eens. Dit houdt in dat ze ongerust zijn over de opwarming van de aarde en zien dit ook als een bedreiging. Zij vinden dat er iets gedaan moet worden om de opwarming van de aarde te vertragen.

Wat vinden de respondenten van de gevolgen van het gebruik van diverse soorten hybride auto’s? Om deze steekproef te bestuderen zijn er de volgende variabelen naar boven gekomen. Hybrid auto’s that use alternative fuels will reduce fuel emissions Hybrid auto’s that use alternative fuels will keep gas prices down Hybrid auto’s that use alternative fuels will slow down global warming Bij deze stellingen wordt er gebruik gemaakt van de volgende antwoorden Very strongly disagree Strongly disagree Disagree Niether disagree or agree Agree Strongly agree Very strongly agree  Hybrid 1  Hybrid 2  Hybrid 3   

Wat vinden de respondenten van de gevolgen van het gebruik van diverse soorten hybride auto’s? 21 | P a g i n a

Marktonderzoek

2013-2014

Terry Lavrijsen

Hybrid auto’s that use alternative fuels will reduce fuel emissions 639 respondenten zijn het eens dat hybride auto’s die alternatieve brandstoffen verbruiken, helpen de CO2 uitstoot te verminderen. 397 respondenten hebben “very strongly agree” ingevuld. 240 respondenten zijn het niet eens met het standpunt: “Global warming is a real threat”. Hiervan hebben 101 respondenten “very strongly disagree” ingevuld en 38 respondenten “strongly disagree” en 101 respondenten disagree ingevuld.

Hybrid auto’s that use alternative fuels will keep gas prices down Een grote meerderheid ( 71,4%) van de respondenten hebben gekozen voor “very strongly agree”. 201 respondenten zijn het niet eens met de stelling: “Hybrid auto’s that use alternative fuels will keep gas prices down”. Hiervan zijn 109 het sterk niet eens met de stelling.

Hybrid auto’s that use alternative fuels will slow down global warming 438 respondenten zijn het oneens met deze stelling. 103 mensen hebben geen mening gegeven en 459 respondenten zijn het eens met de stelling. Het opvallende van deze stelling is, dat de meningen over deze stelling meer verdeeld zijn dan bij de andere twee stellingen.

Conclusie Wat opvalt, is dat bij de stelling: ‘hybride auto’s die alternatieve brandstoffen verbruiken, zorgen voor het laag houden van de gasprijzen’, 71.4% van alle respondenten very strongly agree heeft ingevuld. Over het algemeen wordt er bij de drie stellingen een verdeeld antwoord gegeven. Uiteindelijk kan vastgesteld worden dat respondenten positief denken over het gebruik van een hybride auto. Ook vinden de respondenten dat de hybride auto’s zorgen voor een vermindering van de CO2 uitstoot. Over de stelling “Hybrid autos that use alternative fuels will slow down global warming” zijn de meningen goed verdeeld, hierbij kan worden gezegd dat de respondenten het hierbij mee eens zijn zowel als oneens. Ook zijn de respondenten van mening dat alternatieve

22 | P a g i n a

Marktonderzoek

2013-2014

Terry Lavrijsen

brandstoffen zorgen voor het verlagen van de gasprijzen en het vertragen van de opwarming van de aarde.

Welke grootte ‘nieuwe’ auto (zeer klein met een zeer groot aantal kilometers per liter, en hybride die op alternatieve brandstof loopt) zal volgens de mensen in de steekproef waarschijnlijk de positiefste effecten hebben? Voor het beantwoorden van deze vraag is er gebruik gemaakt van de volgende variabelen:       Hybrid 1; Hybrid 2; Hybrid 3; Verysmall 1; Verysmall 2; Verysmall 3; Hybrid auto’s that use alternative fuels will reduce fuel emissions Hybrid auto’s that use alternative fuels will keep gas prices down Hybrid auto’s that use alternative fuels will slow down global warming Very small auto’s with very high mpg’s will reduce fuel emissions Very small auto’s with very high mpg’s will keep gas prices down Very small auto’s with very high mpg’s will slow down global warming

Ook bij deze drie stellingen is er gebruik gemaakt van de volgende schaal: Very strongly disagree Strongly disagree Disagree Niether disagree nor agree Agree Strongly agree Very strongly agree

De stellingen over hybride auto’s is met de vorige vraag beantwoord. In de conclusie van deze vraag worden de gegeven antwoorden op die stellingen vergeleken met die van de stellingen over hele kleine auto’s. Very small auto’s with very high mpg’s will reduce fuel emissions 251 respondenten zijn het niet eens met deze stelling. 173 respondenten hebben geen mening gegeven en 576 respondenten zijn het eens met deze stelling, waarvan 335 respondenten het heel sterk eens zijn met de stelling. M.a.w. meer respondenten denken dat zeer kleine auto’s met een hoge mpg vermindert de uitstoot van de brandstof.

23 | P a g i n a

Marktonderzoek

2013-2014

Terry Lavrijsen

Very small auto’s with very high mpg’s will keep gas prices down 344 respondenten zijn het niet eens met deze stelling, waarvan het grootste gedeelte ( 200 respondenten) het heel sterk niet eens zijn. 138 respondenten hebben geen mening gegeven en 518 respondenten zijn het eens met deze stelling. 518 respondenten vinden dus dat zeer kleine auto’s met een zeer groot aantal kilometers reizen, met weinig brandstof, zorgen een stabilisatie van de gasprijzen.

Very small auto’s with very high mpg’s will slow down global warming 548 respondenten zijn het oneens met deze stelling, waarvan 305 respondenten het sterk oneens zijn met de stelling. 126 respondenten hebben geen mening gegeven en 326 respondenten zijn het eens met deze stelling. M.a.w. bij deze stelling is de meerderheid oneens met de stelling: “Very small autos with very high mpg’s will slow down global warming”.

Conclusie Bij deze drie stellingen is er telkens een antwoord dat er uitsteekt. Bij de stelling “Very small auto’s with very high mpg’s will reduce fuel emission” en “Very small auto’s with very high mpg’s will keep gas prices down” is er een grote groep die er heel sterk eens zijn met de stelling. Bij de stelling “Very small auto’s with very high mpg’s will slow down global warming” is een grote groep heel sterk oneens met de stelling. Vergeleken met dezelfde stellingen over hybride auto’s, zijn de respondenten het vaker eens over hybride auto’s dan over zeer kleine auto’s. De hybride auto’s zullen dus een positiever effect hebben in vergelijking met de kleine auto.

24 | P a g i n a

Marktonderzoek

2013-2014

Terry Lavrijsen

Welk type hybride auto is het aantrekkelijkst voor mensen in de steekproef, qua waarschijnlijkheid dat ze deze de komende drie jaar zullen kopen? Welk type is het minst aantrekkelijk?

Om deze vraag te beantwoorden is er gekeken naar de volgende variabelen:      Verysmallprob Smallprob Hybridprob Syntheticprob Electricprob Probability of buying a very small (1 seat) hybrid auto within 3 years Probability of buying a small (2 seat) hybrid auto within 3 years Probability of buying a standard size hybrid auto within 3 years Probability of buying a standard size synthetic fuel auto within 3 years Probability of buying a standard size electric auto within 3 years

Bij beantwoording van deze vraag heeft de respondent kunnen kiezen tussen een schaal van 0 tot en met 100, verdeeld in 10 groepen. De getallen geven percentages aan, 100% is zeer waarschijnlijk, dit loopt af tot 0% wat betekent dat de respondenten het geen kans geven dat ze dit type auto kopen.

Probability of buying a very small (1 seat) hybrid auto within 3 years 61.6% van de respondenten geeft aan dat de kans 0% is dat ze deze zeer kleine auto kopen binnen 3 jaar. 1.1% van de respondenten geeft aan dat de kans 100% is dat ze deze zeer kleine auto kopen binnen 3 jaar. M.a.w. er zijn weinig respondenten die deze auto kopen binnen 3 jaar. . Het gemiddelde van het totaal aantal antwoorden van de respondenten staat op 13.78.

Probability of buying a small (2 seat) hybrid auto within 3 years

76.2% van de respondenten geeft aan dat de kans 30% of lager is dat ze deze kleine hybride auto gaan kopen binnen 3 jaar. Slechts 0.3% van de respondenten geeft aan dat de kans 90% is dat ze deze kleine hybride auto gaan kopen binnen 3 jaar. Niemand geeft aan dat het 100% kans is dat ze een hybride auto met 2 zitplaatsen gaan kopen. Het gemiddelde van het totaal aantal antwoorden van de respondenten staat op 20.59.

25 | P a g i n a

Marktonderzoek

2013-2014

Terry Lavrijsen

Probability of buying a standard size hybrid auto within 3 years

Bij deze stelling wordt weergeven dat de respondenten de kans hoger schatten dat ze dit type hybride auto kopen, dan bij de vorige twee stellingen. 74.3% van de respondenten geeft aan dat de kans 40% of lager is dat ze deze standard hybride auto gaan kopen binnen 3 jaar. 25.7% van de respondenten geeft aan dat de kans 50% of hoger is dat ze deze auto binnen 3 jaar kopen. Het gemiddelde van het totaal aantal antwoorden van de respondenten staat op 30.12.

Probability of buying a standard size synthetic fuel auto within 3 years 74.2% van de respondenten geeft aan dat de kans 50% of lager is dat ze deze auto kopen binnen 3 jaar. De overige respondenten geeft aan dat de kans hoger dan 50% is dat ze deze auto kopen binnen 3 jaar. Bij deze stelling ligt de kans dat de respondenten een auto kopen binnen 3 jaar meer centraal, de meeste respondenten hebben tussen de 30% en de 60%. Het gemiddelde van het totaal aantal antwoorden van de respondenten staat op 40.17.

26 | P a g i n a

Marktonderzoek

2013-2014

Terry Lavrijsen

Probability of buying a standard size electric auto within 3 years 67,4% van de respondenten geeft aan dat de kans 40% of lager is dat ze deze auto kopen binnen 3 jaar. 32,6% respondenten geeft aan dat de kans 50% en hoger is dat ze deze auto kopen binnen 3 jaar. Het gemiddelde van het totaal aantal antwoorden van de respondenten staat op 34.64.

Conclusie Na het bestuderen van de vijf stellingen kunnen we vaststellen dat het gemiddelde lager ligt. M.a.w. het percentages liggen aan de lage kant. Er is geen een stelling waarbij een meerderheid van de respondenten waarschijnlijk dat type auto aanschaft binnen drie jaar. opvallend is dat bij de stelling: “Probability of buying a very small (1 seat) hybrid auto within 3 years” dat er 616 respondenten 0% kans geven dat zij deze auto kopen binnen 3 jaar en 922 respondenten geven het niet meer dan 50 % kans dat zij deze auto kopen. M.a.w. het is niet verstandig om dit type auto op de markt te brengen.

27 | P a g i n a

Marktonderzoek

2013-2014

Terry Lavrijsen

Hoofdstuk 7 Generalisatie naar de populatie
In dit hoofdstuk worden de gevonden resultaten in het EAC onderzoek gegeneraliseerd naar de totale Amerikaanse populatie.De steekproefuitkomsten zijn de basis voor het doen van uitspraken over de populatie. M.a.w. de steekproefuitkomsten moeten gegeneraliseerd worden. De resultaten worden bepaald met 95% betrouwbaarheid de onderstaande vragen m.b.t. de populatie. De berekeningen zijn opgenomen in de bijlage en de resultaten worden hieronder weergeven. Welk percentage van het Amerikaanse publiek bezit een:  standaard auto De frequentietabel geeft aan dat 271 van de 1000 respondenten een standaard auto heeft. De 95% betrouwbaarheidsinterval geeft aan dat de minimumgrens 24.3% is en de maximumgrens is 29.9%. Het percentage van het Amerikaanse publiek dat een standaardauto bezit ligt tussen de 24.3% en 29.9%. Er zijn naar schatting 111.617.402 Amerikaanse huishoudens, m.a.w. tussen de 27.123.028 en 33.373.603 huishoudens bezit een standaardauto.  luxe auto De frequentietabel geeft aan dat 171 van de 1000 respondenten een luxe auto heeft. De 95 betrouwbaarheidsinterval geeft de minimumgrens aan van 15.1% en de maximum van 19.7%. M.a.w. het Amerikaans publiek die een luxe auto bezit ligt tussen de 15.1% en 19.7%. Er zijn naar schatting 111.617.402 Amerikaanse huishoudens, m.a.w. tussen de 16.854.227 en 21.988.628 huishoudens bezit een luxe auto.  SUV of busje De frequentietabel geeft aan dat 258 van de 1000 respondenten een SUV of busje heeft. De 95 betrouwbaarheidsinterval geeft de minimumgrens aan van 23.1% en de maximum van 28.5%. M.a.w. het Amerikaans publiek die een SUV of busje bezit ligt tussen de 23.1% en 28.5%. Er zijn naar schatting 111.617.402 Amerikaanse huishoudens, m.a.w. tussen de 25.783.619 en 31.810.959 huishoudens bezit een SUV of busje. Wat vindt het Amerikaanse publiek van de volgende beweringen? Voor het beantwoorden van deze vragen is er gekeken naar de uitkomsten van de stellingen. Hierbij wordt er gekeken naar het antwoord van de respondenten. De respondenten hebben keuze uit de volgende opties, deze worden onderverdeeld onder eens stellingen en oneens Wanneer de respondenten het eens zijn met de stelling hebben zij de volgende keuzes    Agree Strongly agree Verry strongly agree

Wanneer de respondenten het oneens zijn met de stelling hebben zij de volgende keuzes    Disagree Strongly disagree Very strongly disagree

28 | P a g i n a

Marktonderzoek

2013-2014

Terry Lavrijsen

Hiervoor is gebruik gemaakt van de frequenties uit de frequentietabellen. Bij metrische variabelen is het normaal gesproken handiger om een T-test uit te voeren, maar de frequentietabellen helpen met het geven van een duidelijker beeld.  Hybride auto’s die alternatieve brandstof gebruiken, dragen bij aan de vermindering van de uitstoot. 639 respondenten zijn het eens met deze stelling. 240 respondenten zijn het oneens met deze stelling. Dit staat gelijk aan 63.9% en 24%. Met behulp van de 95% betrouwbaarheidsinterval wordt het volgende gezegd worden over het Amerikaanse publiek:  Het aantal Amerikanen dat het eens is met deze stelling ligt tussen de 60.9% en 66.9%.  Het aantal Amerikanen dat het niet eens is met deze stelling ligt tussen de 21.4% en 26.6%.  Hybride auto’s die alternatieve brandstof gebruiken, zorgen dat de benzineprijzen laag blijven. 772 respondenten zijn het eens met deze stelling. 201 respondenten zijn het oneens met deze stelling. Dit staat gelijk aan 77.2% en 20.1%. Met behulp van de 95% betrouwbaarheidsinterval kan het volgende gezegd worden over het Amerikaanse publiek:  Het aantal Amerikanen dat het eens is met deze stelling ligt tussen de 74.6% en 79.8%.  Het aantal Amerikanen dat het niet eens is met deze stelling ligt tussen de 17.6% en 22.6%.  Hybride auto’s die alternatieve brandstof gebruiken, vertragen de opwarming van de aarde. 459 respondenten zijn het eens met deze stelling. 438 respondenten zijn het oneens met deze stelling. Dit staat gelijk aan 45.9% en 43.8%. Met behulp van de 95% betrouwbaarheidsinterval kan het volgende gezegd worden over het Amerikaanse publiek:   Het aantal Amerikanen dat het eens is met deze stelling ligt tussen de 42.8% en 49.0%. Het aantal Amerikanen dat het niet eens is met deze stelling ligt tussen de 40.7% en 46.9%.

In dit subhoofdstuk wordt er een schatting gemaakt van de aantallen respectievelijke hybridetype die naar verwachting de komende drie jaar worden gekocht. Hierbij worden er naar de volgende types gekeken:      Zeer kleine hybride ( 1 zitplaats) Kleine hybride ( 2 zitplaatsen) Economy hybride Standaardformaat hybride Grote hybride

Het aantal respondenten dat een type model wel wil kopen wordt samengesteld door de volgende opties bij elkaar op te tellen; somewhat desirable, desirable en very desirable. Het aantal respondenten dat een type model niet wil kopen wordt samengesteld door de volgende opties bij elkaar op te tellen; somewhat undesirable, undesirable en very undesirable.

29 | P a g i n a

Marktonderzoek

2013-2014

Terry Lavrijsen

a. Zeer kleine hybride (1 zitplaats) 234 respondenten willen dit type model wel kopen binnen 3 jaar. 568 respondenten willen dit type model niet kopen binnen 3 jaar. Dit staat gelijk aan 23.4% en 56.8%. Met behulp van de 95% betrouwbaarheidsinterval kan het volgende gezegd worden over het Amerikaanse publiek:   Het aantal Amerikanen dat dit type model wel wil kopen ligt tussen de 20.8% en 26.0%. Het aantal Amerikanen dat dit type model niet wil kopen ligt tussen de 53.7% en 59.9%.

b. Kleine hybride (2 zitplaatsen) zonder bagage 454 respondenten willen dit type model wel kopen binnen 3 jaar. 333 respondenten willen dit type model niet kopen binnen 3 jaar. Dit staat gelijk aan 45.4% en 33.3%. Met behulp van de 95% betrouwbaarheidsinterval kan het volgende gezegd worden over het Amerikaanse publiek:   Het aantal Amerikanen dat dit type model wel wil kopen ligt tussen de 42.3% en 48.5%. Het aantal Amerikanen dat dit type model niet wil kopen ligt tussen de 30.4% en 36.2%.

c. Kleine hybride (2 zitplaatsen) met bagage 415 respondenten willen dit type model wel kopen binnen 3 jaar. 432 respondenten willen dit type model niet kopen binnen 3 jaar. Dit staat gelijk aan 41.5% en 43.2%. Met behulp van de 95% betrouwbaarheidsinterval kan het volgende gezegd worden over het Amerikaanse publiek:   Het aantal Amerikanen dat dit type model wel wil kopen ligt tussen de 38.4% en 44.6%. Het aantal Amerikanen dat dit type model niet wil kopen ligt tussen de 40.1% en 46.3%.

d. Economy hybride 294 respondenten willen dit type model wel kopen binnen 3 jaar. 526 respondenten willen dit type model niet kopen binnen 3 jaar. Dit staat gelijk aan 29.4% en 52.6%. Met behulp van de 95% betrouwbaarheidsinterval kan het volgende gezegd worden over het Amerikaanse publiek:  Het aantal Amerikanen dat dit type model wel wil kopen ligt tussen de 26.6% en 32.2%.  Het aantal Amerikanen dat dit type model niet wil kopen ligt tussen de 49.5% en 55.7%. e. Standaardformaat hybride 629 respondenten willen dit type model wel kopen binnen 3 jaar. 196 respondenten willen dit type model niet kopen binnen 3 jaar. Dit staat gelijk aan 62.9% en 19.6%. Met behulp van de 95% betrouwbaarheidsinterval kan het volgende gezegd worden over het Amerikaanse publiek:  Het aantal Amerikanen dat dit type model wel wil kopen ligt tussen de 59.9% en 65.9%.  Het aantal Amerikanen dat dit type model niet wil kopen ligt tussen de 17.1% en 22.1%.

30 | P a g i n a

Marktonderzoek

2013-2014

Terry Lavrijsen

Hoofdstuk 8. Bepalen van de doelgroep en het verband tussen demografische kenmerken van de doelgroep en media uitingen.
In dit hoofdstuk wordt een analyse toe gepast op de SPSS-dataverzameling om de doelgroep beschrijvingen te kunnen maken voor de vijf mogelijke hybride Modellen. Aan de hand van frequentie tabellen en Chi-kwadraat toetsen wordt per type model aangegeven wat de demografische samenstelling is en of er een verband is tussen deze samenstelling en het type model. Hierbij worden de demografische gegevens gekoppeld aan elk van de onderstaande modellen. Er wordt hier met behulp van significante verschillen in demografische variabelen de doelmarkt omschreven voor elk van de onderstaande type hybride auto.  Superscooter eenzits; 42+ km/l stad  Mini Sport, 2 stoelen; 32 km/l city, 28 km/l snelweg  Mini met bagageruimte, 2 stoelen; 28 km/l stad, 25 km/l snelweg  Economy 4 stoelen; 25 km/l stad; 21 km/l snelweg  Standaard 4 stoelen; 21 km/l stad, 18 km/l snelweg Per ( bovenstaande) type hybride wordt er een (onderstaande) demografische factor aan gekoppeld, om te analyseren wat dit voor een effect geeft.          Townsize Gender Marital Reside Agecat Edcat Job cat Inccat Hometype

31 | P a g i n a

Marktonderzoek

2013-2014

Terry Lavrijsen

Hieronder worden de conclusies weergeven van de verschillende verbanden, die hiervoor zijn vernoemd. Er wordt getoetst met een 7 punten schaal (Very undesirable, undesirable, somewhat desirable, neutral, somewhat desirable, desirable en very desirable. Superscooter eenzits; 42+ km/l stad in verband met Townsize Conclusie H1= er is een verband tussen superscooter en townsize H0= er is geen verband tussen superscooter en townsize H0 wordt verworpen omdat er wel degelijk verband is tussen superscooter en townsize. Dit wordt aangetoond met een chi-square test met 0.000 significantie. De respondenten uit een stad met een hoog inwonersaantal zijn eerder geïnteresseerd in een Superscooter eenzits; 42+ km/l stad, dan respondenten uit een stad met een laag inwonersaantal. Dit heeft waarschijnlijk te maken met parkeergelegenheid. We kunnen veronderstellen dat de grootste groep die kiezen voor een Superscooter eenzits kiezen ligt bij de stadsgrootte van 1 millioen of meer. Dit gemiddelde ligt op 4.25, wat betekend dat de meeste respondenten van de groep “1 million and more” hebben gekozen voor “neutral” en “somewhat desirable”. De groepen die het minst geintresseerd zijn in dit type auto is “under 10.000” en “10.000 to 99.999”. Superscooter eenzits; 42+ km/l stad in verband met Marital Conclusie H1= er is een verband tussen superscooter en marital H0= er is geen verband tussen superscooter en marital H0 wordt verworpen, omdat er een verband is tussen superscooter en marital. Dit wordt aangetoond met een chi-square test met 0.000 significantie. De gehuwde respondenten zijn minder geïnteresseerd in een Superscooter eenzits, dan de ongehuwde respondenten. Het gemiddelde van de gehuwde respondenten ligt op 2.54 wat betekend dat de meeste respondenten van de groep “married” hebben gekozen voor “ undesirable” en “somewhat undesirable”. Dit gemiddelde van de groep “unmarried” ligt op 4.09 wat betekend dat de meeste respondenten van de groep “female” hebben gekozen voor “neutral” en “somewhat desirable”. Superscooter eenzits; 42+ km/l stad in verband met Reside Conclusie H1= er is een verband tussen superscooter en reside H0= er is geen verband tussen superscooter en reside H0 wordt verworpen, omdat er een verband is tussen superscooter en reside. Dit wordt aangetoond met een chi-square test met 0.000 significantie. De kleine huishoudens zijn meer geïnteresseerd in een Superscooter eenzits, dan de grotere huishoudensrespondenten. Het gemiddelde van de 1 persoons huishouden ligt op 4.36 wat betekend dat de meeste respondenten van de groep “1 person household” hebben gekozen voor “neutral” en “somewhat desirable”. “. Het gemiddelde van de huishoudens van 2 tot 8 personen ligt tussen de 2.33 en 2.92 wat betekend dat de meeste respondenten van de groepen gekozen hebben voor undesirable” en “somewhat undesirable”

32 | P a g i n a

Marktonderzoek

2013-2014

Terry Lavrijsen

Superscooter eenzits; 42+ km/l stad in verband met Agecat Conclusie H1= er is een verband tussen superscooter en agecat H0=er is geen verband tussen superscooter en agecat H0 wordt verworpen, omdat er een verband is tussen superscooter en agecat. Dit wordt aangetoond met een chi-square test met 0.000 significantie. De jongste groep resondenten is meer geïnteresseerd in een Superscooter eenzits, dan de oudere respondenten. Het gemiddelde van de groep “”between 18 and 24” ligt op 4.94 wat betekend dat de jongste groep het meest interesse heeft in een kleine auto. Deze groep heeft voornamelijk gekozen voor “neutral” en “somewhat desirable”. Mini Sport, 2 stoelen; 32 km/l city, 28 km/l snelweg in verband met Townsize Conclusie H1= er is een verband tussen mini-sport en Townsize H0=er is geen verband tussen mini-sport en Townsize H0 wordt verworpen omdat er wel verband is tussen superscooter en townsize. Dit wordt nog eens aangetoond met een chi-square test met 0.000 significantie. De respondenten uit een stad met een hoog inwonersaantal zijn eerder geïnteresseerd in een Superscooter eenzits; 42+ km/l stad, dan respondenten uit een stad met een laag inwonersaantal. Dit heeft waarschijnlijk te maken met parkeergelegenheid, doordat dit een “kleine” auto is het makkelijker parkeerplaatsen te vinden. We kunnen veronderstellen dat de grootste groep die voor een mini-sport tweezits kiezen ligt bij de stadsgrootte van 1 millioen of meer. Dit gemiddelde ligt op 5.25, wat betekend dat de meeste respondenten van de groep “1 million and more” hebben gekozen voor “somewhat desirable” en “desirable”. De groepen die het minst geintresseerd zijn in dit type auto is “under 10.000” en “10.000 to 99.999” met het gemiddelde van 3.23 en 3.51. Mini Sport, 2 stoelen; 32 km/l city, 28 km/l snelweg in verband met Marital Conclusie H1= er is een verband tussen mini-sport en marital H0= er is geen verband tussen mini-sport en marital H0 wordt verworpen, omdat er een verband is tussen mini-sport en marital. Dit wordt nog eens aangetoond met een chi-square test met 0.000 significantie. De gehuwde respondenten zijn minder geïnteresseerd in een mini-sport tweezits, dan de ongehuwde respondenten. Het gemiddelde van de gehuwde respondenten ligt op 3.83 wat betekend dat de meeste respondenten van de groep “married” hebben gekozen voor “neutral” en “somewhat undesirable”. Dit gemiddelde van de groep “unmarried” ligt op 4.72 wat betekend dat de meeste respondenten van de groep “female” hebben gekozen voor “desirable” en “somewhat desirable”.

33 | P a g i n a

Marktonderzoek

2013-2014

Terry Lavrijsen

Mini Sport, 2 stoelen; 32 km/l city, 28 km/l snelweg in verband met Reside Conclusie H1= er is een verband tussen mini-sport en reside H0= er is geen verband tussen mini-sport en reside H0 wordt verworpen, omdat er een verband is tussen mini-sport en reside. Dit wordt nog eens aangetoond met een chi-square test met 0.000 significantie. Het meeste interesse ligt bij de groepen: “eenpersoonshuishouden” en “tweepersoonshuishouden met het antwoordgemiddelde van 4.83,4.49. Dit betekent dat de respondenten van de een, tweepersoonshuishouden met “neutral”en “somewhat desirable” hebben geantwoord. Mini Sport, 2 stoelen; 32 km/l city, 28 km/l snelweg in verband met Agecat Conclusie H1= er is een verband tussen mini-sport en agecat H0= er is geen verband tussen mini-sport en agecat H0 wordt verworpen, omdat er een verband is tussen mini-sport en agecat. Dit wordt nog eens aangetoond met een chi-square test met 0.000 significantie. Het meeste interesse ligt bij de jongeren (between 18 and 24), met het gemiddelde van 5.73. D.w.z. dat zij vooral “somewhat desirable” en “desirable” hebben ingevuld. Het minste interesse ligt bij de groep “between 50 and 64”, met het gemiddelde van 3.42. D.w.z. dat zij vooral “somewhat undesirable” en “neutral” hebben ingevuld. Mini Sport, 2 stoelen; 32 km/l city, 28 km/l snelweg in verband met Edcat Conclusie H1= er is een verband tussen mini-sport en Edcat H0= er is geen verband tussen mini-sport en Edcat H0 wordt verworpen, omdat er een verband is tussen mini-sport en edcat. Dit wordt nog eens aangetoond met een chi-square test met 0.000 significantie. De groepen die het meest interessen tonen in dit type auto zijn “Some college” en “did not complete high school”en High school degree” m.a.w. de drie groepen die het laagst geschoold zijn. Deze groepen hebben het gemiddelde van 4.56, 4.61 en 4.73. Dat wil zeggen dat de meeste respondenten van deze groep gekozen hebben voor de antwoorden “neutral” en “Somewhat desirable”. Dit type auto is populairder bij deze groepen dan de superscooter eenzits.

Mini Sport, 2 stoelen; 32 km/l city, 28 km/l snelweg in verband met Inccat Conclusie H1= er is een verband tussen mini-sport en inccat H0= er is geen verband tussen mini-sport en inccat H0 wordt verworpen, omdat er een verband is tussen mini-sport en inccat. Dit wordt nog eens aangetoond met een chi-square test met 0.000 significantie. Er wordt aangetoond bij tabel “duncan” dat de groepen met het laagste inkomen ( met een gemiddelde van 5.09) meer interesse tonen in een mini sport, dan een andere groep. Zij hebben voornamelijk “somewhat desirable” en “desirable” ingevuld. De groep die het minste interesse toont ( met een gemiddelde van 2.64) is de groep: “$125.000 and higher”. Zij hebben voornamelijk “undesirable” en “somewhat undesirable” ingevuld.

34 | P a g i n a

Marktonderzoek

2013-2014

Terry Lavrijsen

Mini met bagageruimte, 2 stoelen; 28 km/l stad, km/l snelweg in verband met Townsize Conclusie H1= er is een verband tussen mini met bagageruimte en townsize H0= er is geen verband tussen mini met bagageruimte en townsize H0 wordt verworpen, omdat er een verband is tussen mini met bagageruimte en townsize. Dit wordt aangetoond met een chi-square test met 0.000 significantie. De respondenten, uit een stad met een hoog inwonersaantal ( 1 million and more), zijn meer geïnteresseerd in een mini met bagageruimte ( twee stoelen) dan een stad met een lager inwonersaantal ( minder dan 1 million). Catogorie “100.000 to 499.999” geeft aan het minst geïntereseerd te zijn in dit type auto, met het gemiddelde van 2.32. Bij catogorie “1 million and more” het gemiddelde 5.08, d.w.z. dat de respondenten van die groep voornamelijk “somewhat desirable” en “desirable” hebben geantwoord.

Mini met bagageruimte, 2 stoelen; 28 km/l stad, km/l snelweg in verband met Agecat Conclusie H1= er is een verband tussen mini met bagageruimte en agecat H0= er is geen verband tussen mini met bagageruimte en agecat H0 wordt verworpen, omdat er een verband is tussen mini met bagageruimte en agecat. Dit wordt aangetoond met een chi-square test met 0.000 significantie. De jongste catogorieen ( “between 18 and 24” en “Between 25 and 34”) zijn meer geïnteresseerd in een mini met bagageruimte, vergeleken met de andere catogorieen. De groep “between 25 and 34” heeft de meeste interesse (gemiddeld 4.67), d.w.z. dat zij voornamelijk “neutral”en somewhat desirable” ingevuld hebben. Mini met bagageruimte, 2 stoelen; 28 km/l stad, km/l snelweg in verband met Inccat Conclusie H1= er is een verband tussen mini met bagageruimte en inccat H0= er is geen verband tussen mini met bagageruimte en inccat H0 wordt verworpen, omdat er een verband is tussen mini met bagageruimte en inccat. Dit wordt aangetoond met een chi-square test met 0.000 significantie. De hogere inkomens ( “Between $75.000 and $ 124.999” en $125.000 and Higher”) heeft minder interesse in dit type auto. Zij geven het gemiddelde aan van 2.61 en 2.34, m.a.w. hebben zij voornamelijk “undesirable” en “somewhat undesirable” geantwoord. De Catogorien met het meeste interesse zijn: “between $25.000 and 49.999” en “Between $50.000 and $74.999, met het gemiddelde van 4.71 en 4.45.

Economy 4 stoelen; 25 km/l stad; 21 km/l snelweg in verband met Edcat Conclusie H1= er is een verband tussen Economy 4 stoelen en edcat H0= er is geen verband tussen Economy 4 stoelen en edcat H0 wordt verworpen, omdat er een verband is tussen Economy 4 stoelen en edcat. Dit wordt aangetoond met een chi-square test met 0.000 significantie. De groepen die het meest geintereseerd zijn in een economy ( 4 stoelen) zijn: “post- undergraduate degree(4.60)” en “college degree(4.83)”. Zij hebben voornamelijk geantwoord met “neutral” en “somewhat desirable”.

35 | P a g i n a

Marktonderzoek

2013-2014

Terry Lavrijsen

Economy 4 stoelen; 25 km/l stad; 21 km/l snelweg in verband met incat Conclusie H1= er is een verband tussen Economy 4 stoelen en inccat H0= er is geen verband tussen Economy 4 stoelen en inccat H0 wordt verworpen, omdat er een verband is tussen Economy 4 stoelen en inccat. Dit wordt aangetoond met een chi-square test met 0.000 significantie. Bij dit verband gaat de voorkeur uit naar de hogere inkomens ( “$125.000 and higher” en “$75.000 and $124.999”, deze catogorien hebben een gemiddelde van 5.24 en 5.5, m.a.w. hebben zij voornamelijk “somewhat desirable” en “desirable” geantwoord.

Standaard 4 stoelen; 21 km/l stad, 18 km/l snelweg in verband met townsize Conclusie H1= er is een verband tussen Standaard 4 stoelen en townsize H0= er is geen verband tussen Standaard 4 stoelen en townsize H0 wordt verworpen, omdat er een verband is tussen Standaard 4 stoelen en townsize. Dit wordt aangetoond met een chi-square test met 0.000 significantie. Alle catogorien zijn geintereseerd in het type standaard (4 stoelen), m.u.v. catogorie: “1 million and more” ( 3.64). Dit komt ook overeen met de conclusie van het verband: “ Superscooter eenzits; 42+ km I stad in verband met townsize”. Bij dat verband werd aangetoond de catogorie “1 million and more” een voorkeur heeft voor een kleine auto. In de kleinere steden/dorpen is waarschijnlijk meer parkeergelegenheid.

Standaard 4 stoelen; 21 km/l stad, 18 km/l snelweg in verband met marital Conclusie H1= er is een verband tussen Standaard 4 stoelen en marital H0= er is geen verband tussen Standaard 4 stoelen en marital H0 wordt verworpen, omdat er een verband is tussen Standaard 4 stoelen en marital. Dit wordt aangetoond met een chi-square test met 0.000 significantie. De gehuwde respondenten zijn meer geintereseerd in dit model. Dit heeft waarschijnlijk met kinderen te maken of met het inkomen wat zij hebben. Standaard 4 stoelen; 21 km/l stad, 18 km/l snelweg in verband met Reside Conclusie H1= er is een verband tussen Standaard 4 stoelen en reside H0= er is geen verband tussen Standaard 4 stoelen en reside H0 wordt verworpen, omdat er een verband is tussen Standaard 4 stoelen en reside. Dit wordt aangetoond met een chi-square test met 0.000 significantie. De huishoudens met 3 personen of meer, hebben meer interessen in dit type auto, dan de huishoudens met 1 of 2 personen. De 2 respondenten van huishoudens van 8 personen hebben beide “very desirable” geantwoord. Over het algemeen ligt het gemiddelde van de catogorien boven “ neutral” ( 4+).

36 | P a g i n a

Marktonderzoek

2013-2014

Terry Lavrijsen

Standaard 4 stoelen; 21 km/l stad, 18 km/l snelweg in verband met Agecat Conclusie H1= er is een verband tussen Standaard 4 stoelen en agecat H0= er is geen verband tussen Standaard 4 stoelen en agecat H0 wordt verworpen, omdat er een verband is tussen Standaard 4 stoelen en agecat. Dit wordt aangetoond met een chi-square test met 0.000 significantie. Over het algemeen ligt het gemiddelde van de catogorien boven “ neutral” ( 4+). “Between 35 and 49” heeft de meeste interesse in dit type auto. Zij hebben vooral geantwoord met “Somewhat desirable” en “Desirable”. Standaard 4 stoelen; 21 km/l stad, 18 km/l snelweg in verband met Edcat Conclusie H1= er is een verband tussen Standaard 4 stoelen en edcat H0= er is geen verband tussen Standaard 4 stoelen en edcat H0 wordt verworpen, omdat er een verband is tussen Standaard 4 stoelen en edcat. Dit wordt aangetoond met een chi-square test met 0.000 significantie. Respondenten met een hogere opleiding( Post- undergraduate en College degree) zijn meer geïnteresseerd in dit type auto. De catogorie met het minst interesse voor dit type auto is “did not complete high school”. Standaard 4 stoelen; 21 km/l stad, 18 km/l snelweg in verband met incat Conclusie H1= er is een verband tussen Standaard 4 stoelen en inccat H0= er is geen verband tussen Standaard 4 stoelen en inccat H0 wordt verworpen, omdat er een verband is tussen Standaard 4 stoelen en inccat. Dit wordt aangetoond met een chi-square test met 0.000 significantie. De catogorie met het hoogste inkomen heeft het meest interesse in dit type auto, met het gemiddelde van 5.67. Zij hebben voornamelijk geantwoord met “ Somewhat desirable” en “Desirable”.

37 | P a g i n a

Marktonderzoek

2013-2014

Terry Lavrijsen

Media uitingen
Indien Walter dit type auto op de markt wil brengen is het verstandig om bij de volgende demografische factoren het type auto te promoten. Uiteraard wil men het desbetreffende media type (radio, dagbladen, televisie en/of tijdschriften) optimaal inzetten. D.w.z. het media type kiezen die een hoog bereik garandeert binnen de doelgroep. Onder de demografische factoren staan verschillende favoriete van de media per media type. Hierbij gaat het om televisie, radio, magazine en krant. Superscooter eenzits De respondenten die het meest geintereseerd zijn geven de volgende kenmerken: Wonen in een stad met het inwonersaantal van; 1 millioen of meer. o Televisie Comedy, movie, mini serie of reality o Radio Music and entertainment o Magazine easy listening o Krant Local news, national news, entertainment - Ongehuwd o Televisie  drama, comedy, mini serie en o Radio  easy listning o Magazine  music and entertainment o Krant  movie Local news kleine huishoudens, vaak van 1 of 2 personen o Televisie  comedy, movie en mini serie, drama o Radio  easy listning o Magazine  music and entertainment o Krant local news jongste groep ( tussen 18 en 24 jaar) o o o o Televisie Radio Magazine Krant  science fiction  pop and chart  Music and entertainment sports

-

-

Conclusie Het beste verband tussen de segmentatiecriteria van deze doelgroep superscooter en de mediatypes is als volgt: Bij televisie concentreren op uitzendingen met betrekking tot comedy series en films, omdat deze categorie bijna alle, uitgezonderd leeftijd, segmentaticriteria voorkomt. Bij radio concentreren op uitzendingen met betrekking tot “easy listning”, omdat bij deze catogorie bijna alle, uitgezonderd leeftijd, segmetaticriteria voorkomt. Bij magazine reclame concentreren op adverteren in muziek en entertainment, omdat deze categorie bij alle segmentatiecriteria voorkomt. Bij de krant concentreren op sectie met betrekking tot local news omdat deze categorie bijna alle, uitgezonderd leeftijd, segmentaticriteria voorkomt.

38 | P a g i n a

Marktonderzoek
Mini Sport, 2 stoelen

2013-2014

Terry Lavrijsen

De respondenten die de meest geintereseerd zijn geven de volgende kenmerken: wonen in een stad met het inwonersaantal van; millioen of meer o Televisie Comedy, movie, mini serie of reality o Radio  easy listening o Magazine  Music and entertainment o Krant Local news, national news, entertainment kleine huishoudens, vaak van 1 of 2 personen o Televisie  drama, comedy, mini serie en movie o Radio  easy listening o Magazine  music and entertainment o Krant  Local news Jongste groep ( tussen 18 en 24 jaar) o Televisie o Radio o Magazine o Krant laag geschoold o Televisie o Radio o Magazine o Krant Laag inkomen o o o o Televisie Radio Magazine Krant  science fiction  pop and chart  Music and entertainment sports  movie, mini series, comedy  easy listening, country  Music and entertainment  local news, sport  movie en mini series  pop and chart, easy listening  Music and entertainment  sports

-

-

-

-

Conclusie Het beste verband tussen de segmentatiecriteria van deze doelgroep mini sport, 2 stoelen en de mediatypes is als volgt: Bij televisie concentreren op uitzendingen met betrekking tot comedy, series en films, omdat deze categorie bijna alle, uitgezonderd leeftijd, segmentaticriteria voorkomt. Bij radio concentreren op uitzendingen met betrekking tot “easy listning”, omdat bij deze catogorie bijna alle, uitgezonderd leeftijd, segmetaticriteria voorkomt. Bij magazine reclame concentreren op adverteren in muziek en entertainment, omdat deze categorie bij alle segmentatiecriteria voorkomt. Bij de krant concentreren op sectie met betrekking tot local news en sport omdat deze categorie bij bijna alle segmentaticriteria voorkomt.

39 | P a g i n a

Marktonderzoek

2013-2014

Terry Lavrijsen

Mini met bagageruimte, 2 stoelen De respondenten die de meest geintereseerd zijn geven de volgende kenmerken: wonen in een stad met het inwonersaantal van; millioen of meer o Televisie Comedy, movie, mini serie of reality o Radio  easy listening o Magazine  Music and entertainment o Krant Local news, national news, entertainment jongste groepen ( tussen 18 en 34 jaar) o o o o Televisie Radio Magazine Krant  science fiction, sports  pop and chart  family and pareting, music and entertainment  Sports  movies and mini series, comedy  country, easy listening, jazz and blues  family and pareting, music and entertainment  local news

-

met het inkomen van 25.000 tot 74.999 o o o o Televisie Radio Magazine Krant

Conclusie Het beste verband tussen de segmentatiecriteria van deze doelgroep mini met bagageruimte, 2 stoelen en de mediatypes is als volgt: Bij televisie concentreren op uitzendingen met betrekking tot comedy, series en films, omdat deze categorie bijna alle, uitgezonderd leeftijd, segmentaticriteria voorkomt. Bij radio concentreren op uitzendingen met betrekking tot “easy listning” en “pop and chart”, omdat bij deze catogorie bijna alle segmetaticriteria voorkomt. Bij magazine reclame concentreren op adverteren in “family and pareting” en “music and entertainment”, omdat deze categorie bij alle segmentatiecriteria voorkomt. Bij de krant concentreren op sectie met betrekking tot local news omdat deze categorie bij bijna alle segmentaticriteria voorkomt ( m.u.v. national news en entertainment bij townsize).

40 | P a g i n a

Marktonderzoek
Economy 4 stoelen

2013-2014

Terry Lavrijsen

De respondenten die de meest geintereseerd zijn geven de volgende kenmerken: Hoog geschoold ( post undergraduat/ collage degree) o o o o Televisie Radio Magazine Krant  drama  jazz en blues, easy listening family and parenting national news

Met het inkomen van $75.000 en meer o o o o Televisie Radio Magazine Krant drama, news/documantary jazz and blues, easy listening  business and money local news, national news

Conclusie Het beste verband tussen de segmentatiecriteria van deze doelgroep economy, 4 stoelen en de mediatypes is als volgt: Bij televisie concentreren op uitzendingen met betrekking tot drama, omdat deze categorie alle segmentaticriteria voorkomt. Bij radio concentreren op uitzendingen met betrekking tot “easy listning” en “jazz and blues”, omdat bij deze catogorie alle segmetaticriteria voorkomt. Bij magazine concentreren op adverteren in “family and pareting” en “business and money”, omdat deze categorie bij alle segmentatiecriteria voorkomt. Bij de krant concentreren op sectie met betrekking tot lokaal nieuws en nationaal nieuws, omdat deze categorie bij alle segmentaticriteria voorkomt.

41 | P a g i n a

Marktonderzoek
Standaard 4 stoelen

2013-2014

Terry Lavrijsen

De respondenten die de meest geintereseerd zijn in dit auto type, geven de volgende kenmerken: Gehuwde respondenten o Televisie  Comedy, movies and mini series o Radio  easy listening o Magazine music and entertainment o Krant local news Grote huishoudens ( 3 personen of meer) o Televisie  movies and mini-series o Radio  pop and chart o Magazine music and entertainment o Krant local news, sports Leeftijd tussen 35 en 49 o Televisie  movies and mini-series, comedy o Radio  country, jazz and blues o Magazine family and parenting o Krant national news, local news Respondenten die hoog geschoold zijn o Televisie  drama o Radio  jazz en blues, easy listening o Magazine family and parenting o Krant national news Respondenten met het hoogste inkomen ( $75.000 of meer) o Televisie drama, news/documantary o Radio jazz and blues, easy listening o Magazine  business and money o Krant local news, national news

-

-

-

-

Conclusie Het beste verband tussen de segmentatiecriteria van deze doelgroep standaard, 4 stoelen en de mediatypes is als volgt: Bij televisie concentreren op uitzendingen met betrekking tot drama en films/series, omdat deze categorie in bijna alle segmentaticriteria voorkomt. Bij radio concentreren op uitzendingen met betrekking tot “easy listning” en “jazz and blues”, omdat bij deze catogorie in bijna alle segmetaticriteria voorkomt, m.u.v. grote huishoudens ( 3 personen of meer) hierbij gaat de voorkeur uit naar pop and chart. Bij magazine reclame concentreren op adverteren in “family and pareting” en “business and money” en “Music and entertainment”, omdat deze categorie bij alle segmentatiecriteria voorkomt. Bij de krant concentreren op sectie met betrekking tot lokaal nieuws en nationaal nieuws, omdat deze categorie bij alle segmentaticriteria voorkomt

42 | P a g i n a

Marktonderzoek

2013-2014

Terry Lavrijsen

Hoofdstuk 9
In de eindconclusie komen twee punten aan bod; Voorkeur voor automodellen Profielen van de marktsegmenten

De conclusie is gebaseerd op eerder gemaakte analyses uit het onderzoek. Er wordt per model nogmaals de demografische samenstelling weergegeven en uiteindelijk wordt er aangegeven welk(e) model/modellen de voorkeur hebben om geproduceerd te worden. Superscooter eenzits: De respondenten die geïnteresseerd zij in dit model zijn voornamelijk respondenten uit grootte steden ( 1 millioen en meer), dit heeft waarschijnlijk te maken met de parkeer mogelijkheden daar. Ook zijn de geïnteresseerde niet getrouwd en hebben een klein huishouden. Ook kan er geconcludeerd worden dat vooral jonge mensen geïnteresseerd zijn. Als advies kan opgesteld worden dat de superscooter eenzits een laag prijskaartje krijgt, aangezien de geïnteresseerde een laag inkomen heeft. Mini sport, 2 stoelen: De resultaten van dit model komt vrijwel overeen met de superscooter ( eenzits) De respondenten die geïnteresseerd zij in dit model zijn voornamelijk respondenten uit grootte steden ( 1 millioen en meer), dit heeft waarschijnlijk te maken met de parkeer mogelijkheden daar. Ook zijn de geïnteresseerde niet getrouwd en hebben een klein huishouden. Ook kan er geconcludeerd worden dat vooral jonge mensen geïnteresseerd zijn met een lage scholing. Als advies kan opgesteld worden dat de superscooter eenzits een laag prijskaartje krijgt, aangezien de geïnteresseerde een laag inkomen heeft. Mini met bagageruimte, 2 stoelen: De respondenten die geïnteresseerd zijn in dit model komen zijn jonge mensen en hebben een inkomen tussen $25.000 en $74.999. Ook komen de geintesseerde uit een grootte stad ( 1 millioen of meer inwoners) Economy, 4 stoelen: De respondenten die geïnteresseerd zijn in dit model zijn hoog geschoold en hebben een hoog inkomen. Er wordt interesse getoond door huishoudens met meer dan 2 personen. Dit auto-model kan een hoger prijskaartje bevatten ( waardoor er ook meer luxe gecreëerd kan worden) Standaard, 4 stoelen: De respondenten die geïnteresseerd zijn in dit model zijn zowel mannen als vrouwen die getrouwd zijn en in een dorp of stad wonen met een inwonersaantal tussen 10.000 en 1 miljoen. De respondenten hebben een hoge opleiding behaald ( post-undergraduate en collage degree) High School Degree of een College Degree. Zij genereren een inkomen van $ 74.999 en meer. De leeftijd van de respondenten ligt tussen de 35 en 64 jaar. 43 | P a g i n a

Marktonderzoek

2013-2014

Terry Lavrijsen

Eindconclusie
Uit deze analyse blijkt dat de respondenten een grote voorkeur hebben voor Standaard hybride auto’s met 4 stoelen. Op de twee plek komt de Mini sport met 2 stoelen. Walter zou er goed aan doen om deze twee modellen te produceren. Dit ook omdat de vraag naar hybride auto’s steeds meer toe neemt. In de toekomst moet er ook gedacht worden aan het produceren van elektrische auto’s. 1. Hybride auto a. Het is verstandig indien Walter een hybride-auto op de markt wil brengen om te adverteren met televisie bij de genre’s: ‘drama’ en ‘films/series’. b. Ook kan er geadverteerd worden met radio. De doelgroep luistert vooral naar ‘easy listening’ en ‘jazz and blues’. c. Indien er wordt geadverteerd in een magazine, dan is het verstandig om te adverteren in bij de rubrieken ‘family and parenting’of ‘business and money’of ‘music and entertainment’. d. In de krant kan er het beste worden geadverteerd in de sectie van ‘lokaal nieuws’ en ‘nationaal nieuws’. 2. Mini Sport a. Het is verstandig indien Walter een mini-sportauto op de markt wil brengen om te adverteren met televisie bij de genre’s: ‘comedy’ en ‘films series’. b. Ook kan er geadverteerd worden met radio. De doelgroep luistert vooral naar ‘easy listening’. c. Indien er wordt geadverteerd in een magazine, dan is het verstandig om te adverteren in bij de rubrieken ‘music and entertainment‘. d. In de krant kan er het beste worden geadverteerd in de sectie van ‘lokaal nieuws’ en ‘sports’.

Similar Documents

Free Essay

Marktonderzoek

...Marktonderzoek Inhoudsopgave * Inleiding * Capital plan * Doelgroep * Autoverzekeringen * Concurrentie * Enquête + statistische gegevens * SWOT-Analyse * Conclusie Inleiding Voor de proef van bekwaamheid die ik moet uitvoeren tijdens mijn stage heb ik ervoor gekozen om een marktonderzoek (kerntaak 2) te doen voor mijn stagebedrijf capital plan. In dit verslag kunt u het marktonderzoek lezen dat ik heb opgesteld, op basis van de resultaten van het uitgevoerde onderzoek naar de potentiële markt. Mijn verbeterpunten heb ik gebaseerd op de resultaten van het onderzoek. Daarnaast kunt u lezen wat er moet worden verbeterd, waarom dat moet gebeuren en hoe we dat willen realiseren. En ook hoe het verder kan worden doorgevoerd in de toekomst. Capital plan Capital plan is een eenmanszaak, het is nog een jong, dynamisch en nieuw bedrijf dat gevestigd is in Spoorwijk aan de Alberdingck Thijmstraat 11. Capital plan is een assurantie kantoor dat adviseert en bemiddelt in hypotheken, leven- en schadeverzekeringen en overige financiële diensten voor particulieren en bedrijven uit het midden- en kleinbedrijf. In welke branche zit Capital Plan Met de dienst/service valt Capital Plan onder de sector financiële branche, deze is onder verdeeld in de subsectoren zoals: banken, diensten en verzekeringen + pensioenen Onze branche valt onder de bedrijfstak zakelijke diensten. Hierdoor vallen wij onder de sector diensten. Onder...

Words: 2953 - Pages: 12

Free Essay

Marktonderzoek

...http://eduweb.hhs.nl/~10044957/verslagen/Strategie%20Rapport%20Compleet.pdf Strategie 2.2 Douwe Egberts Ramon Vermaak Koen van Haasteren Martijn van Beek SBRM 2G&H Januari 2012 Mevrouw E.C.M. WillemsVoorwoord Na negen weken hard werken aan het vak strategie, leveren wij hierbij ons bijbehorende rapport op. Nadat we op stoom zijn gekomen, verliep het project soepel en hebben we naar onze mening een zeer goed resultaat op weten te leveren. Mevrouw Willems heeft een grote bijdrage aan dit project kunnen leveren door in zes weken alle ins en outs op het gebied van strategie aan ons te hebben geleerd. Ook Douwe Egberts zelf heeft sterke invloed gehad op dit project, doordat hun website zeer overzichtelijk en up to date is, waardoor we heel veel informatie tot onze beschikking hadden. Wij gaan ervan uit dat Douwe Egberts een dermate professionele organisatie is, dat ze grotendeels de informatie uit dit rapport al tot hun beschikking hebben. Mocht het rapport toch een bijdrage kunnen leveren aan dit bedrijf, zouden wij dat als groep natuurlijk een zeer mooi resultaat vinden. Wij hopen dat dit rapport door iedereen met plezier gelezen zal worden en het voor deze en genen nog eens van pas kan komen. Tot slot wensen wij eenieder succes bij het kiezen/verbeteren van de strategie en hopen wij dat dit rapport u daarbij op weg mag helpen. Ramon Vermaak Koen van Haasteren Martijn van Beek Januari 2012Samenvatting Opdracht: De opdracht voor het vak strategie...

Words: 20617 - Pages: 83

Free Essay

Marktonderzoek Hva

...12/12/2014 12/12/2014 Sacha Slob, Sepher Talei, Khashayar Safaverdi, Michelle Stegeman Hogeschool van Amsterdam, commerciële economie jaar 2, klas ce2f Sacha Slob, Sepher Talei, Khashayar Safaverdi, Michelle Stegeman Hogeschool van Amsterdam, commerciële economie jaar 2, klas ce2f Marktonderzoeksplan Project in opdracht van de HvA Communicatie Marktonderzoeksplan Project in opdracht van de HvA Communicatie ‘In opdracht van de Hogeschool van Amsterdam’ Samenvatting Dit marktonderzoeksrapport is gemaakt in opdracht van de HvA. Er is onderzoek gedaan naar het gebruik en de bekendheid van de social media accounts van de HvA. Ook is er onderzoek gedaan naar het social media gebruik onder studenten in het algemeen en de houding ten opzicht van de huidige social media accounts van de HvA. Reden van onderzoek Dit onderzoek is uitgevoerd omdat de afdeling Communicatie Centraal van de HvA denkt dat er ruimte is om de communicatie met- en dienstverlening aan de huidige studenten binnen de verschillende 7 domeinen via social media te verbeteren. Studenten gebruiken veel social media maar leggen nog geen verband tussen social media en school. Dit wil de HvA veranderen, de HvA wil dat de social media account van de HvA erkent worden door studenten en ook in gebruik genomen worden. Methode van onderzoek De totale populatie van dit onderzoek bestaat uit alle studenten die een opleiding volgen aan de Hogeschool van Amsterdam domein Gezondheid. Om een goed beeld te...

Words: 10553 - Pages: 43

Free Essay

Fflv

...1 R&D beleid 1.1 NOON In de strategie van Neonite is vastgesteld dat NOON slechts op het gebied van power zal worden verbeterd. Echter zal NOON dan niet meer voldoen aan de wensen van de afnemer en daarom zullen de andere eigenschappen ook worden verbeterd. Tot nu toe heeft Neonite zich aan haar strategie gehouden wat betreft het R&D beleid; in periode drie is slechts de power verbeterd. NOON richt zich op de shoppers en de savers. In figuur 1 zijn de wensen van deze groepen vergeleken met het product NOON. Er is te zien dat het design goed is, maar dat het display te laag is. Daarnaast zijn de power en prijs ook te laag. De volgende keuzes zullen daarom worden gemaakt in periode zeven: * Het display wordt verhoogd tot 27 * De power wordt verhoogd tot 54 * De prijs wordt verhoogd tot 290 dollar | NOON | Wensen shoppers | Wensen savers | Design | 9 | 8 - 9 | 7 | Display | 20 | 29 | 26 | Power | 40 | 68 | 41 | Prijs | 260 | 323 | 183 | Figuur 1 Eigenschappen NOON ten opzichte van de wensen van de doelgroep 1.2 NOVA In de strategie van Neonite is vastgesteld dat de eigenschappen van NOVA zullen worden geoptimaliseerd. Er is gekeken naar de wensen van de afnemer en het product is hierop aangepast. De strategie van Neonite is gehandhaafd; in periode drie werden de belangrijkste eigenschappen verbeterd. NOVA richt zich op de high earners en de professionals. Echter zijn de high earners een dalende groep. Daarom is gekozen...

Words: 1762 - Pages: 8

Free Essay

Marketing

...vragen stellen. Dit is een interessant gegeven en het lijkt me leuk om mij in marketing te verdiepen. Daarom heb ik dit onderwerp gekozen. Ook lijkt mij het beroep marketingmanager een leuk beroep. Ik wil meer over dit beroep weten en door dit verslag te maken krijg ik al een beetje met het beroep te maken. Ik wil op deze manier uitvinden of deze branche bij mij past. Daarom ga ik een interview houden met een marketingmanager. Ik wil uitvinden hoe een marketingplan in elkaar wordt gezet en ik wil proberen een marketingplan voor een nieuw product op te zetten. Ik ga allerlei dingen over marketing uitzoeken, zodat ik een goed marketingplan kan opzetten. Zo ga ik uitzoeken wat marketing precies is, wat de marketingmix is, hoe een marktonderzoek wordt gedaan en of er beperkingen zijn bij marketing door regels van de overheid. Ik ben van plan de meeste informatie voor mijn verslag op internet te vinden. Daarnaast lees ik marketingboeken en probeer daar veel informatie uit te halen. Ook volg ik het nieuws, zodat ik nieuwe ontwikkelingen van de marketing kan volgen. Wat is marketing en waarom is marketing zo belangrijk voor bedrijven? Sommige mensen denken dat marketing reclame is, of verkoop. Maar marketing is veel meer dan dat. Bij marketing wordt ingespeeld op de wensen en behoeften van de klant, en zo probeert een onderneming haar positie op de markt te verbeteren. Marketing kan op 3 niveaus uitgevoerd worden: - Macromarketing: De samenleving wordt gezien als...

Words: 6646 - Pages: 27

Free Essay

Analyse Plan

...Analyseplan In dit marktonderzoek wordt volgend onderzoeksprobleem onderzocht, namelijk ‘Wat is de houding van consumenten ten opzichte van online food shopping waarbij er aan huis geleverd wordt?’ Dit probleem wordt onderzocht aan de hand van enkele subvragen die een oplossing moeten bieden op deze vraag. Subvraag: Wat is het profiel van een online food shopper? 1.Is er een verschil in online foodaankopen tussen mannen en vrouwen? Gegevens: - Wat is uw geslacht? (label) - Heeft u reeds ervaring met het online aankopen van boodschappen? Hiermee wordt bedoeld het aankopen van voedingswaren/ huishoudbenodigdheden/… (label) Analyse : Kruistabel & Chi-kwadraat We vergelijken twee groepen van respondenten (mannen en vrouwen) en bekijken of er significante verschillen zijn in ervaring met het online aankopen van boodschappen. Beide variabelen zijn nominaal. Geslacht is hierbij de onafhankelijke variabele, ervaring de afhankelijke. Hierdoor maken we gebruik van een kruistabel, aan de hand van een Chi-kwadraat test kunnen we dan uitmaken of de verschillen significant zijn. 2. Wordt er meer online voedsel gekocht door mensen die meer werken? Gegevens: - Hoeveel betaalde uren werkt u gemiddeld per week? (ratio) - Heeft u reeds ervaring met het online aankopen van boodschappen. Hiermee wordt bedoeld het aankopen van voedingswaren/ huishoudbenodigdheden/… (label) Analyse : ANOVA We bekijken het lineaire verband tussen het aantal uren die de respondent...

Words: 260 - Pages: 2

Free Essay

Master of Science

...Marketing manager Als marketing manager ben je altijd op zoek naar nieuwe manieren om behoeftes van klanten te bevredigen en producten aan de man te brengen. Je adviseert over nieuwe markten en producten aan de directie. Je zorgt voor een slimme en effectieve reclamecampagne en andere manieren om een product gewild te maken. Je werkt in een commercieel bedrijf met consumentenproducten of producten voor andere bedrijven. Soms zijn de taken van de marketing manager en die van de communicatiemanager gecombineerd en ben je bijvoorbeeld hoofd marketing en communicatie. Ook een combinatie met sales management is niet ongebruikelijk. Wat doet een marketing manager? 1. Blijft op de hoogte van ontwikkelingen in de markt Als marketing manager ben je eigenlijk continu bezig met het bedenken van wat klanten van de producten, het merk en bedrijf vinden en wat ze eventueel nog meer willen. Veel gegevens over de klant zijn binnen het bedrijf zelf al bekend. Bijvoorbeeld klant- en aankoopgegevens, registraties van klachten en eventueel suggesties van de klant. Deze worden door de verkopers in een database gezet. Als het gaat om gegevens over de markt, schakel je meestal een andere partij in, zoals een marktonderzoekbureau. Nadat de opdracht duidelijk geformuleerd is, gaan zij voor jou aan de slag. Bij nieuwe producten kies je voor een diepgaand kwalitatief onderzoek. Het marketingbureau laat bijvoorbeeld een groep mensen kennismaken met een product. Vervolgens vragen onderzoekers hen de...

Words: 2144 - Pages: 9

Free Essay

Uitleg Po

...opdracht met een medeleerling uitvoert. Beantwoord in dit werkstuk onder meer de vragen die hierna gesteld zijn en volg daarbij de instructies. Het werkstuk moet in ieder geval de volgende onderdelen bevatten: 1. Inhoudsopgave 2. Inleiding 3. Beantwoording van de vragen 4. Conclusie: Overeenkomsten en verschillen tussen het gekozen product en de gekozen dienst (of de gekozen producten en gekozen diensten). 5. Bronvermelding !! VRAGEN EN INSTRUCTIES Deze vragen en instructies zijn geschreven voor het schriftelijk verslag van één product en één dienst. 1. In de Inleiding maak je duidelijk waarom je juist voor dit product en deze dienst hebt gekozen. 2. Marketing Is er voor deze producten/diensten een marktonderzoek uitgevoerd? Zo ja, hoe? Past deze onderneming marktsegmentatie toe? Is er sprake van ongedifferentieerde- , gedifferentieerde- of geconcentreerde marketing? (motiveer dit) 3. Productbeleid. Wat kun je zeggen van de materiële en immateriële eigenschappen van het product/de dienst? Wat kun je zeggen van de prijs-kwaliteitverhouding van de vormgeving, van de verpakking (zowel wat betreft het technische aspect als het commerciële aspect)? Wat kun je zeggen van de garantie en service van het product/de dienst? Is er sprake van een merk? Zo ja, welke naam en welk logo worden gebruikt? Wat voor merk is het (een A-merk, B-merk. Paraplumerk, winkelmerk)? In welke fase van de levenscyclus bevindt het product/de dienst zich? Leg...

Words: 451 - Pages: 2

Free Essay

Market Research

...Markt onderzoek bedrijfseconomisch: Markonderzoek: product dat gekocht en verkocht worden: Product -> informatie die je verkoopt. Vragers -> klanten… die het dienst betalen -> kan B2B, overheid, consument, Non-profit organisatie: Sommige denken dat non-profit geen geld verdienen maar denkt je aan Aanbodzijde: Wie biedt markt onderzoek aan ? Internedienst vs extern bureau: Ze doen een aantal dingen zelf: intern Intern M. research dep : diepe ervaring : het markt van binnen en buiten kennen. OBJ: Soort: Schaal: Extern agency: brede objectief Welke van de 2 heeft de meeste ervaring: Hangt er vanaf interne dienst heeft het meeste ervaring bij bijvoorbeeld ab inbev :- ze hebben een diepe ervaring maar een externe dienst heeft een brede ervaring en is beter waarom brede kennis en kunnen kritisch zijn over het product: ze vertellen wat de markt denkt. Trends kunt je bv overdragen naar alle markten -> externe diensten zijn daar meer over bezig. Discretie: Alles wat aan jouw verteld wordt moet je het niet aan een ander doorzeggen of verkopen anders bent u niet te vertrouwen. Een bedrijf Dash werkt samen met een bedrijf bv: Bv: Federatie: Vakbonden van de bedrijven: UNIZO,Febiac: -> politieklobbing: Deontologische code: Plichtenleer: Best Practices: Je moet uw onderzoek discreet kunnen houder. Bv. : Deontologie van een enquête af nemen: Als je dat afneemt moet je dat bv niet publiceren omdat het anoniem is. Zelfregulatie: Zelf regulerende...

Words: 469 - Pages: 2

Free Essay

Swot-Analyse Mona

...SWOT-analyse Met een SWOT-analyse onderzoek je de toekomstmogelijkheden van een product in een markt. SWOT staat voor Strengths, Weaknesses, Opportunities en Threats. In gewoon Nederlands: sterkten, zwakten, kansen en bedreigingen. Het idee is om deze elementen systematisch te analyseren om de toekomstmogelijkheden inzichtelijk te maken en kansrijke doelen te stellen. Om een goede SWOT-analyse te maken heb je commercieel inzicht nodig: inzicht in de marktmechanismen binnen en buiten het eigen bedrijf. Een SWOT-analyse wordt vaak gemaakt als onderdeel van een ondernemingsplan of marketingplan. Het wordt ook gebruikt voor andersoortige analyses, zoals de positie van een afdeling op de interne ‘markt’ binnen een organisatie. Je zou een persoonlijke SWOT-analyse kunnen maken van je carrièremogelijkheden en positie op de arbeidsmarkt. De sterke en zwakke punten betreffen de kenmerken van de organisatie of het product ten opzichte van de concurrentie. De kansen en bedreigingen betreffen ontwikkelingen, gebeurtenissen en invloeden in de markt, waar de organisatie of het product mee te maken heeft. SWOT = sterkte/zwakte-analyse + marktanalyse Voorbeeld SWOT Sterkten zijn bijvoorbeeld: • Middelen, kennis en vaardigheden die beter zijn dan gemiddeld. • Groot marktaandeel. • Goed imago of grote naamsbekendheid. Zwakten zijn bijvoorbeeld: • Middelen, kennis en vaardigheden die slechter zijn dan gemiddeld. • Slecht of beschadigd imago. • Te hoge kosten...

Words: 770 - Pages: 4

Free Essay

Haalbaarheids Onderzoek

...Voorwoord Dit rapport is geschreven door Sabine Otten, Sylvana Haarman, Xavier Brinkman, Sjef Kanters en Jeroen Doeleman. 2e jaars studenten aan de opleiding Commerciële Economie te Avans Hogeschool te ’s Hertogenbosch. Het rapport is geschreven in opdracht van Rens Joossen Confectionery in samenwerking met Avans Hogeschool te ’s Hertogenbosch voor het lesblok ‘marktonderzoek’. De opdracht betreft het onderzoeken voor Rens Joosen Confetionary of een succesvolle verdere uitrol van de zuurstokken in de Engelse markt reëel is. Deze (vraag)stelling is onderzocht door middel van desk- en fieldresearch van de Engelse markt. Als eerste willen wij Dhr. G. Swinkels bedanken voor het organiseren van het uitstapje naar Engeland, Dhr. R. van Oorschot voor de projectbegeleiding en de algemene voortgang van het project. Mevr. M. Van Kraaij willen wij bedanken voor de lessen SPSS en statistiek, deze zijn van groot belang geweest bij de uitwerking van de enquêtegegevens. En natuurlijk mevr. R. van Grinsven voor de lessen marktonderzoek / datamining, hoofdvak van dit blok. Het rapport zal beginnen met een deskresearch over de Engelse markt, gevolgd door het fieldresearch met daarin enkele conclusies en de daarbij behorende aanbevelingen. Het rapport is in eerste plaats bestemd voor de directie van Rens Joosen Confectionery, maar ook zal Avans Hogeschool gebruik maken van het rapport voor de algehele beoordeling van het eerder genoemde lesblok. Wij hopen dat u veel baat zult...

Words: 8431 - Pages: 34

Free Essay

Summary International Marketing

...Samenvatting_IM.pdf Samenvatting International Marketing: college(s)2011/2012 Tilburg University | Marketing Management | International Marketing Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door: Jolien De Klerk | E-mail: joliendeklerk@hotmail.com SAMENVATTING INTERNATIONAL MARKETING 2011/2012 Week 1: Introduction to global marketing Marketing = an organization function and a set of processes for creating, communicating and delivering value to customers and for managing customer relationships in ways that benefit the organization and its stakeholders. Global marketing = focus with recourses and competencies on global market opportunities and threats. The difference is de scope of activities. A global company conducts important activities outside the home-country market. Deze globalisatie activiteiten kunnen met alle groeistrategieën plaatsvinden: Companies that understand and engage in global marketing can offer more overall value to consumers than companies that do not have that understanding. The discipline of marketing is universal. It is natural however that marketing practices will vary per country, for the simple reason that the countries and peoples of the world are different (preferences, competitors, channels and communication media). The differences mean that a marketing approach that has proven successful in 1 country doesn’t mean that this will work in another country. An important thing is to recognize the extent to which it is possible to extend marketing...

Words: 18459 - Pages: 74

Free Essay

Docter

...INDEX Strategic Marketing Management Papers 1. Decision making 1-1 Mizik, N. (2010) The theory and practice of Myopic Management. 1-2 Slater, S.F. and Narver, J.C. (1995). Marketing orientation and the learning process. 2. Innovation 2-1 Mahajan, V., Muller. E. and Bass, F.M. (1990). New product diffusion models in Marketing. A Review and directions for research. 3. Turbulence 3-1 De Meyer, A., Loch, C.H. and Pich, M.T. (2002). Managing Project Uncertainty: From variation to chaos. 4. Service 4-1 Parasuraman, A., Zeithaml, V.A. and Berry, L.L. (1985). A conceptual Model of Service Quality and its implications for future research. 4-2 Parasuraman, A., Zeithaml, V.A. and Berry, L.L. (1985). Problems and strategies in Service Marketing. 5. Connected Customer 5-1 Dye, R. (2000). The buzz on buzz 5-2 Van den Bulte, C. (2010). Opportunities and Challenges in studying customer networks. 1-1 Mizik, N. (2010) The theory and practice of Myopic Management. Het artikel bespreekt de theorie en het empirische bewijs van myopic management (MM) met betrekking tot het uitvoeren van marketingactiviteiten. Het bewijst het onvermogen van de aandelenmarkt om marketing en innovatieactiviteiten juist te waarderen. De auteur beoordeelt de totale financiële consequenties van MM (bezuinigen op marketing en research-and-development uitgaven om winsten op te blazen) en is van mening dat myopia op lange termijn een negatieve invloed heeft op de waarde van het...

Words: 7033 - Pages: 29

Free Essay

Sox, Voor En Nadelen

...Sarbanes-Oxley Act, de voor- en nadelen Nijmegen, 4 januari 2012 Abstract Dit paper onderzoekt door middel van een literatuurstudie de voor- en nadelen van de Sarbanes-Oxly Act (SOx). De SOx is een wet die fraude moet tegengaan en is in 2002 ondertekend door George W. Bush. De SOx stelt een aantal regels op waar bedrijven die genoteerd zijn aan de Amerikaanse beurs zich aan moeten houden. De SOx richt zich vooral op het boekhoud technische gedeelte van een onderneming. De voordelen van de SOx zijn onder andere, de vermindering van risico’s op fraude, betere controle van ondernemingsrisico’s en toenemend inzicht in bedrijfsprocessen. Nadelen van de SOx zijn onder andere dat de markt heeft waardeverlies geleden, dat de naleving van de SOx hoge kosten met zich meebrengt en dat het aantal beursgenoteerde bedrijven afneemt sinds de invoering van de SOx. Inhoudsopgave 1. Introductie 3 1.1 Het onderwerp en de centrale vraag 3 1.2 De aanleiding voor het paper 4 1.3 Het wetenschappelijk kader 5 1.4 De werkwijze 5 2. De Sarbanes-Oxley Act 6 3.1 Artikel 302 6 3.2 Artikel 404 7 3. Voordelen Sarbanes-Oxley Act 8 3.1 Voordelen 9 4. Nadelen Sarbanes-Oxley Act 10 5.3 Nadelen 12 5. Conclusie 13 6. Hypotheses 16 7. Referentielijst 17 1 Introductie 1.1 Het onderwerp en de centrale vraag “De Amerikaanse autoriteiten...

Words: 4673 - Pages: 19

Free Essay

Gleo

...Marketing 4 ontwikkelingen convergentie (samensmelting tussen verschillende branches) INTEGRATIE VAN: * informatie- en communicatiesector mobiele telefoon, dvd * infrastructuren vaste en draadloze netwerken * media- en entertainmentindustrie dagblad “DAG”; Luisterboeken; TV, radio, film en video, games, muziek, dagbladen, tijdschriften en boeken * media- en entertainmentindustrie en de creatieve economie on-line presentatie aanbod digitale informatie; digitaal loket van de overheid/gemeente, digiD, RabobankMobiel, SMS-alertdiensten ------------------------------------------------- KNELPUNTEN: Rechten en Piraterij MESO-OMGEVING Globalisering / internationalisatie: Internationalisering: Met je product naar het buitenland gaan. Samenwerken en -leven met anderstaligen, een buitenlandse afzetmarkt verkennen, of op de hoogte blijven van trends binnen je vakgebied; steeds vaker moeten burgers over de grens kijken. Voor alle leerlingen en studenten is internationalisering van belang, of ze nu buitenNederland de arbeidsmarkt op gaan of hier blijven. De raad is voorstander van een sterkere internationale oriëntatie in het onderwijs.  Globalisering: luchtvervuiling, kredietcrisis, hoe spelen we hier op in? Markt wordt transparanter. Niet beinvloedbare omgevingsfactoren. Orkanen, stormen. Globalisering is een moeilijk te omschrijven begrip. Het is eigenlijk een proces van wereldwijde interactie tussen mensen, bedrijven, regeringen en culturen gedreven door de...

Words: 4688 - Pages: 19