Evaluatie
Naam: Wolbrand van der Vis
Studentennummer: 500602914
Studie: Bouwtechnische Bedrijfskunde
Klas: Groep i
1.
Welke vastgoedkennis heb ik met deze opdracht opgedaan?
In het begin toen ik eenmaal doorhad wat de opdracht inhield, wist ik nou niet wat ik hier nou zoveel wijzer van moest worden. Twee stadsdeelkantoren verlaten en naar een (1) nieuwe locatie verhuizen. Als je het snel zegt klinkt het erg simpel. Er kwam daarentegen veel bij kijken.
Ik moest analyses maken. Ik moest op onderzoek uit gaan. Ik moest opdrachten maken. Ik moest boeken bestuderen. Ik moest met mijn bevindingen gaan vergaderen met mijn groepje. Ik moest nadenken over herbestemmingen. Ik moest lessen volgen van zowel projectondersteuning als vastgoedeconomie om het begrijpen.
Al deze dingen bij elkaar genomen kan ik zeker stellen dat mijn vastgoedkennis verbeterd is. Je begint bij een opleiding omdat daar je interesses liggen, maar hebt eigenlijk geen idee wat het inhoud.
Afkopen van huurcontracten, waarom eigenlijk? Herbestemmen, hoe werkt dat? Op dit soort vragen kan ik nu antwoord geven.
Het leuke van zo’n project als deze, dat ieder voor zich in de projectgroep andere bevinden heeft en die dan gaat uitwisselen tijdens de verschillende vergaderingen die we hebben gehad. Je leert daardoor de kennis van vastgoed ook van elkaar en niet alleen van de boeken of van de opdrachten die ik bestudeerd en gemaakt heb.
2.
De probleemstellingen van dit project was: * Wat zijn de kosten voor het afkopen van het huurcontract van de huurlocatie? * Hoe kan de eigendomslocatie worden herbestemd? * Hoe kan de nieuwe eigendomslocatie worden ingericht en gebruiksklaar gemaakt?
Toen ik dit zag had ik nog niet het idee dat er zoveel bij kwam kijken. Het was dan ook de bedoeling dat we aan de hand van de antwoorden op deze bovenstaande vragen een adviesrapport zouden schrijven aan een gemeentelijke instantie voor het verlaten van de twee oude locaties en het betrekken van een (1) nieuwe locatie.
Als ik voor mezelf spreek, kan ik zegge dat het goed gelukt is.
Het belangrijkste van een project met acht projectleden is de samenwerking en de inzet van die acht projectleden. Als dat niet goed gaat in de eerste paar weken, weet je dat het ook niet gaat lukken in de overige weken. Ik wist niet wat ik van de samenwerking in een groepje moest verwachten en vond het in week een (1) ook best lastig. Maar ik vind wel dat ik daar goed in ben bijgedraaid en dat vanaf week twee zeker me best heb gedaan om dit project tot goed afloop te brengen, wij met ze achten moet ik eigenlijk zeggen. Ieder projectlid heeft op zijn of haar manier bijgedragen aan het uiteindelijke resultaat waar we trots op mogen zijn.
Je begint aan een studie als deze met een idee wat het inhoud en met een doel waar je heen wilt. Toen we dit project startte was mijn doel om het tot goed einde te brengen en de punten binnen te slepen. Maar dat is natuurlijk niet het enige, je wilt ook iets leren. Het is lastig om te zeggen bij het eerste kwartaal wat je nou wilt gaan leren bij dit project.
Mijn voornaamste leerdoel was denk ik: Hoe zal ik functioneren in een projectgroep en hoe zal mijn samenwerking tegenover de rest zijn?
Als ik daar nu op terug kijk kan ik zeker tevreden zijn met het resultaat van zo’n eerste project. Ik ben er vol voor gegaan en heb zo goed mogelijk geprobeerd mijn steentje bij te dragen waar dat kon en aan het uiteindelijk resultaat van het totaal.
3.
Een tip en top
Fabian van Koordelaar: * Top: Werkt altijd erg hard aan het project en wil het ook graag tot een goed einde brengen. * Tip: Misschien iets meer in samenwerkend verband werken.
Sofiya Uralova: * Top: Doet altijd precies wat haar wordt gevraagd. * Tip: Op sommige momenten als taken worden verdeeld misschien iets meer leiding nemen en niet afwachten totdat andere projectleden zeggen wat je moet doen.
Jan Ruijgrok: * Top: Na de waarschuwing die je had gekregen heb je veel inzet laten zien en wilde je zelf graag wat bijdragen aan het project. * Tip: Iets meer aanwezig zijn en meer initiatief nemen.
Jaron Molen: * Top: Is altijd aanwezig en als iemand iets meer doet dan ander wilt hij altijd graag helpen. * Tip: In de planning gaat het soms beetje mis.
Mike Dekker: * Top: Heeft altijd netjes ze spullen in orde en kan goed plannen en vooruit werken. * Tip: Probeer niet meer van je fiets te vallen.
Stephan Gradner: * Top: Vindt het belangrijk dat het netjes en verzorgd uitziet. * Tip: Neemt soms met minder genoeg, opdrachten iets meer uitwerken.
Sivar Omar: * Top: Altijd aanwezig en neemt veel initiatief en vind het niet erg om meer te doen dan een ander om het dan tot beter resultaat te brengen. * Tip: Heeft snel hulp nodig van ander om verder te gaan.
4.
Voor iedere leerling is de stap naar Hogeschool anders, want iedereen heeft anders les gehad op een middelbare school of mbo. De een (1) zat op een school met hele grote klassen de ander op school met kleine klassen. Ik kwam van een privéschool en dat is niet iets om blij mee te zijn als je naar een Hogeschool gaat. Je zit in kleine klassen en je wordt door de docent/mentor bij elk probleem geholpen.
Op de Hogeschool van Amsterdam waar ik dan nu ben begonnen werkt dat iets anders heb ik gemerkt. En wordt nu veel zelfstudie gevraagd en veel discipline en de docent verteld niet meer wat je moet doen tijdens het project maar wat je goed of fout hebt gedaan. Ik moest dus zelf aan de hand van de projectopdracht uit zien te vogelen wat er gedaan moest worden.
Dit heb ik als lastig bevonden maar het is me gelukt, met meneer van der Drift als projectbegeleider heb ik toch samen met de andere projectleden het kunnen afmaken. Enige wat ik lastig vond is dat er weinig gestuurd werd, naar mijn idee te weinig. Het was soms lastig er achter te komen met de projectgroep wat er nou bedoelt werd, waardoor het dan ook lastig werd om vooruit te werken.
Wat betreft de inhoud van het project, liep ik toch wel is vast. Het project was zo gemaakt dat je niet alles vanaf je computer kon maken wat het daardoor ook leuk maakte. Op pad gaan en achter de opgelopen problemen komen. Het was ook zo gemaakt dat je soms de lesstof van andere vakken nodig had om verder te kunnen tijdens het project. Denk dan aan uitnodigingsbrief die je moest schrijven op manier die je had geleerd bij communicatieve vaardigheden, aan de plattengrond die gemaakt moest worden op manier die je geleerd had bij bouwkundig tekenen, maar ook aan alle projectondersteunende lessen.
Dus door alle colleges van de vakken en het maken en doorlopen van het project is de totale kennis die je hebt geleerd in het eerste kwartaal van bouwtechnische bedrijfskunde van nul naar veel gegaan.
Wat ik wel jammer vond van dit project is dat er eigenlijk toch wel wat fouten in zaten. Er zijn tijdens het project tot twee keer toe veranderingen toegepast waardoor het allemaal niet overzichtelijker werd. Het vooruit werken had geen zin, want er werd toch wel iets weer gewijzigd.
Ondanks alles ben ik blij het eerste project van mijn bestaan goed te hebben doorstaan en vond het dan ook erg leuk om te doen. Verheug me op een volgend project in kwartaal twee.