Free Essay

Aantekeningen Marketing Hst 1

In:

Submitted By brokkenpiloot
Words 2296
Pages 10
-------------------------------------------------
Marketing hoofdstuk 1:

Mindmap kennen!
(powerpoint sharepoint, per hoofdstuk)

Marketing: * je creëert waarde voor klanten en je krijgt waarde terug van de klant. (heel ruim)

CRM * database waarin alle klanten geregistreerd staan * ze registreren alles wat ze van je weten waardoor ze reclame speciaal voor jou kunnen bepalen= consumer generated marketing

waardepropesitei= een set van voordelen, de producent speelt in op de behoefdes van de consument
Marketingstrategie:
Een langetermijn koers, waar hier en nu naar een lange termijn. Wat wille we op een langer termijn bereiken,
Marketingmix= 4 p’s = productie, prijs, plaats, promotie

-------------------------------------------------
Hoofdstuk 5

Business to business= alles wat word geleverd aan bedrijven, die er eindproducten van maken en die verkopen het weer aan consument

Business to Consumer= Verkoop

Consumer 2 business=

Consumer 2 Consumer=

Marketing; een rationeel vak?
Oud concept: * Markten

Nieuw concept: * Mensen

Gedrag waarom doen mensen wat ze doen?
Freud-Jung-Pavlov-Maslow

* Co-create * Personalisation * Neuro marketing, werking van de hersenen op het gedrag via specifieke onderzoeksmethode (zoals hersenscans) * Big data, het analyseren van grote hoeveelheden verkregen klant/gebruik gegevens via alle ter beschikking staande en gebruikte apparatuur & software

Consumenten gedrag:
Het koopgedrag van de eindconsument: de individuen en huishouden die goederen en diensten kopen voor persoonlijk gebruik, dit word beïnvloed door allerlei factoren

B2B

B2B= Een grote coöperatie van een groot aantal bedrijven die elkaar leveren

Blackboxs bij industriële afnemer= Dission making unit

Aankoop precies is anders
Intermenselijke en individuele facturen= Orders worden vaak gegund

Routinematige her aankoop: * Ongewijzigd product * zelfde leverancier
Gewijzigde her aankoop: * gewijzigd product * wellicht nieuwe leverancier
Nieuwe aankoop: * nieuw product * belangrijke aankoop * uitgebreide informatieverzameling
-------------------------------------------------

Bedrijfsmatig klanten versus consumenten:

Het verwerven van een nieuwe business klant: * Veel aanbieders * Een potentiële klant * De beste oplossing * De order

Planning- en prognose proces van alle sales activiteiten naar business

Decision Making Unit
De Dmu van de (potentiële klant is vaak een projectteam met: * Beslisser, Directie (ceo, cfo) * Beïnvloede, Techneut, ondernemingsraad enz. * Gebruikers, Werknemers * Koper, Financiën/inkoper * Gatekeeper Procesbewaker, filtert alle informatie (secretaresse)

Ieder heeft zijn eigen rol in de DMU

Waarom is contact met de DMU zo belangrijk? * Grote orders * Relatief weinig kopers * Professionele inkoop * Maatwerk oplossingen * Langdurige koopproces

Probleemverkenningbeschrijving behoefte productspecificatie leverancier zoeken offerte aanvragen keuze leverancier bestelprocedure bepalen prestatie controle * Goede leveranciers gevonden (schuin)

Customer loyalty: * Customer acquistion * Developmet * Commitmet * Retetion

Trends:
Onder druk van mindere economie (Macro): * Veel bedrijven staan er niet goed voor * Concurrenten vallen weg (bied kansen) * Afnemers vallen weg of stellen aankoop uit * Maar ook leveranciers vallen weg * Bedrijfsomvang neemt af

Tegen acties 1. Steeds meer loyaliteit in de keten 2. Meer samenwerking in de keten * Delen van kosten * Onderlinge financieringen * Deelnemingen in participaties * Gemeenschappelijk investeringen * Delen van kennis samen klanten benaderen

Gevolg * Meer transparantie in de branche of in de markt * Openheid tussen afnemer en aanbieder * Loyaliteit en vertrouwen * Concurrenten gaan samen werken * Meer taken bij branche organisaties voor onderzoek en trends

Trends in B2B macro
Gevolg
* Strengere eisen aan product/ kwaliteit/ proces/ samenwerking (iso)

B2C, persoonlijk gebruik B2B voor het bedrijf!

-------------------------------------------------
Product H.8-H.9
De onderlinge samenhang: * Merk: gazelle * Product; Fiets * Dienst: handelaar

CoreProduct: Je kan ermee van a na b (Basisfuctie) acutualproducht: Fiets, Merk augmented product: 5 jaar garantie

Op basis van duurzaamheid * Duurzame goederen (die langer dan een jaar meegaan) * Niet-duurzame goederen

Op basis van koopgedrag (copeland) * Convenience goods: maakt niet uit waar je het koopt Intensieve distributie (overal te verkrijgen) Routine aankoopgedrag (denkt er niet over na) * Shopping goods: Bepaald merk/bepaalde winkel selectieve distributie (niet in elke winkel) Beperkt probleemoplossend koopgedrag * Specialty goods: veel moeite van doen Exclusieve distributie (niet iedereen verkoopt het) Uitgebreid probleemoplossend koopgedrag * Unsought goods: goederen waar je niet naar op zoek bent (bv. Begrafenisonderneming) Selectieve of exclusieve distributie (proberen te overtijgen) Op moment van toepassing is het beperkt op uitgebried probleemoplossend koopgedrag

Productgroep beslissingen

B2B * Materialen en onderdelen * Kapitaalgoederen * Hulpmaterialen en diensten

Merk: * Een symbool * Een perceptie/ gevoel van de consument * Een beleving * Een avontuur * Een levenswijze

Merken gaan (vaak) langer mee dan een product

Merk keuze van de merknaam merkeigenaar markstrategie Herpositionering van merk
/
Geen merk keuze bescherming Fabrikantenmerk, huismerk, licentiemerk, merknamen combineren nieuwe merken, lijnextensies(verschillende smaken, bv. Grolsch Radler), merkextensies(heel ander producht, wel zelfde merk), individuele merken Herpositioneren, niet herpositioneren

Merkwaarde: * Sterke merken opbouwen * Merkpositionering * Een merknaam selecteren * Merkeigenaar * Merkstrategie

Waarom nieuwe produchten? * PLC: produceten komen in de neergansfase * BCG-Matrix: producten/ SBU’s worden dogs * Positief rendement en continuïteit

Wat bepaald het succes van nieuwe producten?
Uniek en superieur, hoge kwaliteit, nieuwe functies

Het nieuw is nieuw?
‘new to the word’, verbetering, herpositionering

Strategie voor nieuwe producten ideeën genereren Ideeën screenen het concept ontwikkelen en testen Marketingstrategie ontwikkeling bedrijfseconomische analyse Productontwikkeling Testmarketing Commercialisering

-------------------------------------------------
Diensten
Diensten:
Een ontastbare en relatief snel vergankelijke activiteit, waarbij tijdens de interactieve consumptie directe behoeftebevrediging centraal staat en er geen materiële bezitsvorming optreedt.

Drie extra p’s: * People * Physical environment * Process

Diensten: * onttastbaarheid= Kan niet worden vastgepakt, gezien geproefd worden voordat zij worden gekocht * Vergankelijkheid: kunnen niet voor later gebruik worden opgeslagen * Onscheidbaarheid(interactiviteit): diensten worden tegelijkertijd gemaakt en verbruikt en zijn onscheidbaar van de dienstverlener, of dit nu een machine is of een mens * Heterogeniteit of variabiliteit: De kwaliteit van diensten kan aanzienlijk verschillen en is afhankelijk van degene die verleent en van wanneer, waar en hoe de dienst word verleend * Ontbreken van eigendom: diensten gaan niet in eigendom over op de koper of de gebruiker
Wat te doen aan vergankelijkheid? * Management van de vraag door: * Prijsdiscriminatie en prijsdifferentiatie * Promotie, bijvoorbeeld weekendarrangement in zakenhotel * Reserveringssysteem en last-minute

* Management van het aanbod door: * Inschakeling van parttime personeel * Vergroten van de efficiëntie, alleen belangrijke werkzaamheden tijdens piektijden * Deel van het proces aan klanten overlaten * Capaciteit in reserve houden

Interne kwaliteit van dienstverlening * Tevreden en productieve dienstverlenende werknemers * Grote warde van de dienst * Tevreden en trouwe klanten * Gezonde wist en groei (Service profit chain)

Implementatie(toepassen) van management van dienstkwaliteit * Obsessie voor de klant * Commitment van het topmanagement * Hoge kwaliteitsnormen * Self-service-technologies (mensen kunnen steeds meer thuis doen) * Prestatiecontrole * Goed herstel van fouten bij dienstverlening * Werknemers en klanten tevredenstellen

Productivieteit beheersen * Huidige medewerkers beter opleiden of andere, betere medewerkers aannemen * Kwaliteit inruilen voor kwantiteit * ? * ?
?
?

Productmix:
Breedte productmix= hoeveelheid verschillende producten is groot
Diep: er zijn maar een paar typen opgenomen, niet alles (bijvoorbeeld niet alle was machines van miele maar maar 4 soorten)
Lengt: is alle artikelen (assortiment)

BLZ 351!

-------------------------------------------------
Segmentatie, doelgroepen en positionering

Marketing Phil Kotler= tegemoet komen aan wensen en verlangen van de finale eindgebruiker, door producen en waarden te creëren en deze te wisselen met anderen

CCDVPT
Create, communicate, deliver, value, targetmarket, profit

Micheal portner: ‘strategie draait vooral om de vraag: ‘wat doe je niet?’

Selecteren welke klanten je wilt bedienen * Segmentatie: de totale markt verdelen in kleinere segmenten * doelgroep keuze: selecteren welke segment of welke segmenten je wilt bedienen

Een waarde propositie kiezen * Differentiatie: het markt aanbod onderscheiden van concurrenten om superieure waarde voor de klant te creëren * Positionering Het marktaanbod een plaats geven in het hoofd van doelconsument

Marktsegmentatie variabelen: * Geografaphic: Plaatselijk, regionaal, landelijk * Behavioral: gebruik, loyaliteit * Demographic: inkomen, geslacht gezin * Psycholgraphic : sociale klassen

Ongedifferentieerd marketing * 1 product gaat naar alle segmenten

Geconcentreerde marketing * 1 segment pakken

Gedifferentieerde marketing * Meerdere producten in meerdere segmenten

-------------------------------------------------
Groepen

Gebruikersgroepen * Zij die een bepaald product, dienst gebruiken of een activiteit ondernemen en verbonden zijn

Referentiegroepen * Zij die zich identificeren met een bepaald persoon, groep, merk

Aspiratiegroepen * Een groep waar je graag bij wilt horen

Resumerend om juiste positie in de markt in te nemen is het van belang de doelconsument te snappen, te doorgronden en vooral te kennen. * Eerst segmenteren * Dan doelgroep bepalen * Dan differentiatie aanbrengen en positioneren

-------------------------------------------------
Hoofdstuk 4.3

Marktvraag: (sowieso Tentamen) * Aantal Potentiële kopers/gebruikers= * TPM= totale potentiële markt (heel Nederland/Europa, waar je op gericht bent, wie zijn in staat om het product te kopen ) * Uitdrukking in aantal personen/ huishoudens( iets voor heel het huishouden) / bedrijven

* % consumenten dat het goed al heeft gekocht * PG: penetratiegraad, percentage consumenten of bedrijven dat het goed al heeft gekocht of kan kopen * Uitdrukken in % = Duurzame goederen tot nu toe (bezit) & FMCG (niet duurzaam) bepaalde periode

* Omvang van een bepaalde markt= * TEM: Totale effectieve merkt= hoeveel van de producten met daadwerkelijk gaan produceren (wat is de afzet of omzet) * Uitdrukken in eenheden of in geld: Duurzame goederen Initiële (producten die je voor het eerst koopt) + additionele (producten die je nog een keer bij koopt) +vervangingsvraag (producten die vervangen moeten worden) & FMCG TPM x PF x q x f (x p)

Ondernemnins doelstelling: Winst
Marketingdoelstelling: Groei, marktaandeel binnen de markt
Communicatiedoelstelling: Hoe ga ik groeien? Merkbekendheid

Model van Abell: * Wat? doet kan het product? Benefits afnemersbehoeften * Hoe? Met welke technologieën(wat bied je aan producten: Ikea= trendy meubels), producten? * Wie? Voor welke afnemersgroepen/ segmenten

Marktaandeel: jou marktaandeel : grootste concurrent. (volger of leider, leider = altijd groter dan 1

-------------------------------------------------
Prijs & concurrentie

Rationeel & Emotie

Prijs:
De ruilwaarde van een goed of dienst uitgedrukt in een rekeneenheid
De prijs kan worden beschouwd als opbrengst drager en is een element in de marketingmix * Prijs is de P die inkomsten opbrengt * Prijs is een flexibel marketingmix instrument * Prijs is makkelijk te imiteren

P van prijs: * De krachtigste P uit de marketingmix * Het meest actuele instrument uit de mix * De meest onbegrepen P uit de marketingmix * De laatste P om te veranderen

Prijsbepaling
Break even analyse * Constante kosten (TCK) * Variable kosten (VK) * Prijs (per stuk P) BEP= TCK : P-VK

Prijsstrategie: * Economy (stay out pricing) * Penetration ( Me too pricing) * Skimming * Premium

Markt en vraag * De analyse van de prijs/vraagrelatie * Prijselasticiteit van de vraag:

Prijsverschillen discriminatie en differentiatie * Naar tijd (spitstarief, daltarief) * Naar plaats (Vooraan zitten, achteraan zitten) * Naar product * Naar persoon (leeftijden)

Emotie

Hyperconcurrentie leidt tot: * Meer van hetzelfde, voor minder geld * Prijzenoorlog supermarkten, elektronica, kledingbranche etc. * Vervlakking op aanbod * Uitholling van bedrijven op midden voor R&D, personeel bezettingen en service

Gretigheid * Er is genoeg geld * Ja meer dan ooit! * Er is koopbereidheid

Behoeften (Maslow) * Need to have * Must have * Nice to have

Opkomende prijsmechanismen * Crowdfunding * Prijsvariatie (biedingen veilingen) * Voorfinanciering * Relatie pricing
Het creëren van waarden * Het vastellen van kantbehoefte Kennen van de wensenlijst van de klant

Concurrentiegeorenteerde prijszetting
= prijszetting op basis van de strategieën , kosten, prijzen en het aanbod van concurrenten

Vromen * Put out pricing= lagere prijzen reken om zwakkere concurrenten uit de markt te verdrijven * Premium pricing= kwalitatief goede producten, met meer waarde, aanbieden voor een hogere prijs * Gangbare prijzen * aangesteding

Doestellingen * overleven * maximale winst op korte termijn * het grootste marktaandeel * kwalitatief het beste product * concurrenten afschrikken: stay-out pricing

kruisprijselasticiteit * een prijsverandering van product A beinvoeld product B

Invloed van prijs op winst * vaak worden prijzen verlaagd om de afzet te stimuleren dit kan echter ten kosten gaan aan de winst * alleen bij een zeer elastische vraag zal de winst toenemen bij een prijsverlaging

Exterene factoren * economische situatie * demografische, technologische, mileutrends * overheid: belastingen, wet- en regelgeving

Prijsstrategieën voor nieuwe productne * afroomprijsstrategie * prijszetting waarbij een nieuw product aanvankelijk hoog geprijsd word; de prijs wordt later staps gewijs verlaagd zodat men de segmenten van boven naar beneden afstroomt. De afzet is daardoor lager

penetratieprijsstrategie * begin laag en word steeds meer (tegenovergestelde afroomprijsstrategie)

Prijsdiffereatie: producten/ diensten worden tegen verschillende prijzen verkocht vanwege verschillende kostprijs

Prijsdiscriminatie: een product/ dienst wordt tegen verschillende prijzen verkocht, inspelend op verschillende segmenten in de markt

Prijswijzigingen:
Prijswijziging initiëren * prijsverlaging initiëren * Prijsverhoging initiëren * De reactie van de koer op prijswijzigingen * De reactie van de concurrent op prijswijzingen

OP prijswijzigingen reageren * De prijs verlagen * De kwaliteitsperceptie verhogen * De kwaliteit verbeteren en de prijs verhogen * Een laaggeprijsd vechtmerk introduceren

Prijs & Concurrentie * Je kunt van je concurrenten leren * Je concurrenten helpen je focussen * Je concurrenten houden je scherp * Je kunt je van je concurrenten onderscheiden * Je concurrenten mogen jouw ‘niet rendabele’ klanten bieden

JE concurrentie omgeving in kaart brengen
6 stappen 1. Wie zijn je concurrenten eigenlijk? 2. Wat willen je concurrenten? 3. Welke strategie of methode volgen je concurrenten? 4. Wat is de sterkte of zwakte van je concurrent? 5. Hoe reageert een concurrent op de omgeving en ontwikkelingen? 6. Welke concurrenten ga je de strijd mee aan?

Concurrentie analyse twee niveauts: * Bedrijfsperspectief

* Marktperspectief * Generieke concurrentie of behoeften concurrentie

Strijd met je concurrent * Strijd is visie, doek, ambitie, strategie, tactiek en uitvoering. Niet incidenteel, maar structureel gedisciplineerd en doordacht * Een standaardwerk voor veel managers: SunTzu- The Art of War

Wat willen je concurrenten?
Het doel van je concurrenten? * Marktleiderschap? * Technologische voorsprong? * Maximale winstgevendheid? * Continuïteit

Welke stratgiëen gebruiken concurrenten * Groeistratagie van Anshoff * Concurrentiestrategie van Portor * Waarde strategie van Treacy & Wiersema * Blue Ocean Strategie van Mauborgne & Chan Kim
Modellen om te foccusen, je te onderscheiden en om je te postioneren

Hoe sterk zijn je concurrenten?

Treacy & wiersema: * Operational excellence (kostenleider) * Suerieure waarde als bedrijfsleider op het gebied van prijs en gemak

* Customer intimacy (klantenpartner) * Bevredigen van unieke klanten behoeften via een hechte relatie en intieme kennis van de klant

* Product leadership (Productleider) * Geavanceerde producten of diensten die de concurrenten op achterstand stellen

Blue ocean vs. Red ocean
Niet: doen wat andere doen: maar eigen unieke product/ markt keuzes maken. * Wegblijven uit van hetzelfde * Wegblijven uit prijsgevecten * Je onderscheiden van je concurrent

Let WEL: * Als je succesvol bent, zal je concurrentie je altijd volgen en kopiëren

Marktleider tactieken: * De totale markt/vraag uitbreiden * Het marktaandeel beschermen * Het marktaandeel uitbreiden

Tactieken voor uitdagers: * Frontale aanal * Aanval in de flank

Concurrentie tactieken

Volger: * Imiteren marktleider (schaduw * Dicht genoeg volgen, maar toch afstand houden

Niche tactieken, gericht op specialisatie

-------------------------------------------------
Promotie 14/15

Geïntegreerde communicatie

Reclamecampagne opzetten:

Reclamedoelstellngen formuleren, het reclamebudget vaststellen, reclamestrategie formuleren (beslissingen over boodschap en media) en reclamecampagnes evalueren.

Stappen bij het ontwikkelen van effective communicatie: 1. De keuze van de communicatiedoelgroep 2. De conmmunicatie doelstellingen bepalen

AIDA-model en andere hiërarchische responsemodellen

OPSTELLEN PROMOTIEBUGET tentamen 1. Wat het bedrijf kan missen 2. Budgettering naar percentage van de omzat 3. Concurrentiegeoriënteerde methode 4. Taakstellende budgetteringsmethode: * Communicatiedoel stellen * Inzet van instrumenten bepalen = taak * Kosten hiervan brekenen

-------------------------------------------------
Plaats

Similar Documents