Free Essay

Geert Wilders Moet Vrijgesproken Worden

In:

Submitted By hansfred1970
Words 1090
Pages 5
Geert Wilders moet (helaas) vrijgesproken worden.
Iedereen heeft erover gelezen, gehoord en gepraat de afgelopen anderhalf jaar. De rechtszaak tegen Geert Wilders: volksvertegenwoordiger van de PVV. Hij wordt aangeklaagd voor het aanzetten tot haat (artikel 137d SR) en groepsbelediging (art. 137c SR). Het Openbaar Ministerie had eerst besloten niet over te gaan tot vervolging maar toen zijn een aantal klagers een beklagprocedure (art. 12 SV) bij het Gerechtshof in Amsterdam gestart om het OM toch tot vervolging te dwingen . Het Hof heeft, in een bekritiseerde beschikking , besloten het OM te dwingen om Geert Wilders te vervolgen.
Er staan twee vragen centraal in dit betoog:
1) Moet Geert Wilders strafrechtelijk vervolgd worden voor zijn uitspraken?
2) Brengt de functie van volksvertegenwoordiger met zich mee dat hij meer mag zeggen dan een gewone burger?
Om de eerste vraag te beantwoorden zal ik alleen nog het juridische aspect van deze zaak bespreken, namelijk de wetsartikelen en de jurisprudentie. Ik zal beginnen met het bespreken van art. 137c SR. Daarna zal ik een stukje wijden aan de vraag of het EHRM in Straatsburg genoeg ruimte laat voor een vervolging van Wilders. Vervolgens zal ik aandacht besteden aan de vraag of het wenselijk is om Geert Wilders te vervolgen aangezien hij een volksvertegenwoordiger is.
Zoals de titel suggereert vind ik niet dat Geert Wilders strafrechtelijk vervolgd moet worden maar het feit dat hij een volksvertegenwoordiger is maakt voor mij (bijna) geen verschil. Ik ben totaal geen voorstander van Wilders maar door zijn intelligent geformuleerde uitspraken en de huidige wetgeving (waar ik later nog op terug kom) kan hij op dit moment in mijn ogen niet veroordeeld worden. Ik vind de populistische volksbeweging van Geert Wilders een kortzichtige discriminerende groep mensen, maar ik denk niet dat strafrechtelijke vervolging de manier is om iets aan die beweging te doen.

Eerst ga ik artikel 137 sub c van het Wetboek van Strafrecht bespreken. Het gaat in dit artikel om het zich “opzettelijk beledigend uitlaten over een groep mensen wegens hun ras, godsdienst of levensovertuiging…”. Het grote probleem in de zaak Wilders is dat hij (bijna) nooit moslims expliciet beledigt maar het heeft over de Islam als religie. De Islam is geen “groep mensen” zoals omschreven in art. 137c SR. Wilders doet namelijk aan ‘indirecte belediging’. Het probleem hiervan is dat indirecte belediging, als je het wetsartikel grammaticaal interpreteert, niet strafbaar is gesteld.
Althans, zo was het tot de beschikking van het Hof in de zaak Wilders. Het Hof oordeelde namelijk: “(…) uit het diskwalificeren en minachten van bepaalde eigenschappen, tradities of symbolen (Allah, Mohammed en de Koran) kan belediging van een groep mensen worden afgeleid.” . Het probleem met deze uitspraak is dat in het strafrecht het legaliteitsbeginsel - artikel 1 van het Wetboek van Strafrecht- erg belangrijk is en er hier geopperd zou kunnen worden dat dat beginsel aan de kant wordt gezet. Wilders wist ook niet dat hij veroordeeld zou kunnen worden voor indirecte belediging.
Na aanvang van het proces tegen Wilders heeft de Hoge Raad echter een arrest uitgebracht dat veel invloed heeft op deze zaak. Er staat in het arrest onder andere:”De enkele omstandigheid dat grievende uitlatingen over een godsdienst ook de aanhangers van die godsdienst krenken, is niet voldoende om die uitlating te kunnen gelijkstellen met uitlatingen over de aanhangers, dus over een groep mensen wegens hun godsdienst in de zin van art. 137c SR.” . De Hoge Raad neemt hier duidelijk afstand van de beschikking van het Hof. Aangezien de Hoge Raad een hoger rechtsorgaan is dan het Hof, schat ik de kans groot dat uiteindelijk Geert Wilders niet veroordeeld gaat worden op basis van art. 137c SR.

Nog even kort over het verwachte arrest van het EHRM als Wilders veroordeeld zou worden. Na beraadslaging van de verschillende arresten van het EHRM omtrent het onderwerp van meningsuiting van volksvertegenwoordigers blijkt dat het EHRM eigenlijk een hele grote ruimte overlaat voor landen om zelf hun afwegingen te maken. De afwegingen die wij in Nederland zullen moeten maken zullen echter, net zoals het maatschappelijke debat, steeds meer gepolariseerd raken . De arresten zijn meer een soort richtlijnen geworden die kunnen helpen bij een veroordeling van een volksvertegenwoordiger dan echte concrete arresten waar nationale rechters zich aan moeten houden.
Als laatste wil ik het nog hebben over de wenselijkheid van het veroordelen van een volksvertegenwoordiger. Alle leden van de Staten-Generaal kunnen volgens artikel 71 van de Grondwet niet veroordeeld worden voor hetgeen zij in vergaderingen van de Staten-Generaal zeggen. Het probleem voor Geert Wilders zijn niet de uitspraken die hij heeft gedaan in de Tweede Kamer maar juist die daarbuiten. Ik vind niet dat hij als volksvertegenwoordiger meer ruimte zou moeten hebben om buiten zijn functie om dingen te zeggen die hij wil zeggen.
Naar mijn idee moet het getrapte systeem dat de Hoge Raad met een van zijn arresten heeft geïntroduceerd dus ook niet aangepast worden voor politici. Er zou gesteld kunnen worden dat volksvertegenwoordigers toch echt meer invloed hebben op het, voor art. 137c SR zo belangrijke, publieke debat, maar zelfs dan betekent dat niet dat ze extra bescherming nodig hebben op hun vrijheid van meningsuiting. Zoals Sackers zegt: “Met oneigenlijke kritiek, waaronder is te verstaan de nodeloos kwetsende, de indirecte, omfloerste of suggestieve godsdienstkrenking, wordt geen fair debat gevoerd. Ook dan speelt men niet de bal, maar de man. De context van het publieke debat behoort dan niet (meer) te beschermen.” Het EHRM heeft ook nog twee arresten uitgebracht: Zana en Erbakan waaruit blijkt dat politici uitspraken moeten mijden die maatschappelijke onrust of tolerantie teweeg brengen.

Op basis van artikel 137 sub c van het Wetboek van Strafrecht denk ik dus niet dat Geert Wilders strafrechtelijk veroordeeld gaat worden. Het Gerechtshof heeft te ruim geïnterpreteerd toen ze zeiden dat wanneer een religie beledigd wordt, ook de gelovigen automatisch onder art. 137c SR beledigd worden. De Rechtbank zal zich heel waarschijnlijk houden aan het arrest van de Hoge Raad waarin de Hoge Raad afstand neemt van de beschikking van het Hof. Het argument dat je vaak hoort dat een veroordeling van Wilders het na Staatsburg niet zou redden is dus helemaal niet zo zeker, het EHRM heeft allerlei elkaar tegensprekende uitspraken gedaan en elk geval is weer anders. Het feit dat Geert Wilders een volksvertegenwoordiger is acht ik niet van heel erg groot belang voor de vraag of hij veroordeeld moet worden omdat ik niet vind dat volksvertegenwoordigers ‘meer recht’ hebben op vrijheid van meningsuiting of dus meer mogen zeggen dan gewone burgers.

Ik had eigenlijk gehoopt dat ik na het lezen van de teksten voor de vervolging van Geert Wilders zou zijn maar helaas…

Similar Documents