Free Essay

Sports and Substance Abuse

In:

Submitted By Stufo
Words 8568
Pages 35
SPORTKUNDE 2.1

ESSAY

[pic]

Auteur: (2CSM)
Studentnummer:
Vak: Sportkunde 2.1
Docenten:
Datum: 17-01-2011
OPSTAAN EN HANGEN

‘Ik heb begrepen dat je makkelijker aan het spul komt dan er vanaf komt. Dat is wat hier is gebeurd.’ (Sp!its, 15 oktober 2010, p. 28)
Het citaat van Jos Geukers, voorzitter van de KNGU (turnbond), ondersteunt de uitleg van het standpunt van de turnbond: Yuri van Gelder heeft opnieuw cocaïne gebruikt en schaadt het imago van de turnsport.

In hetzelfde artikel wordt Yuri’s kant van het verhaal belicht. Kort na de berichtgeving van de bond over zijn vermeende terugval reageerde van Gelder met een lange schriftelijke verklaring: ‘Tot mijn grote ontsteltenis heb ik moeten concluderen dat de gemaakte afspraken over het informeren van het publiek niet werden gehonoreerd en daarnaast zelfs de inhoud van mijn verklaring naar de bond van een dag eerder geheel anders dan de waarheid werd gepresenteerd. Naar mijn mening een bijzonder kwalijke en laffe daad. (…) Het gerucht wat nu de ronde doet in de media, namelijk dat ik wederom cocaïne gebruikt zou hebben, is te wijten aan de heren Gootjes en Geukers, die mij op deze beschamende wijze te kijk wensen te zetten in de media.’

Verslaggever Vlado Veljanoski van NOS Studio Sport moet op 13 oktober 2010 met zijn handen in het haar hebben gezeten. Hij heeft Yuri van Gelder sinds zijn eerste bekentenis van cocaïnegebruik 8 maanden met een cameraploeg gevolgd. De documentaire ‘Hangen en Opstaan’ was af en zou die avond uitgezonden worden. Naar eigen zeggen wilde hij er geen cocaïneverhaal van maken, maar gaat de documentaire ook over Yuri’s eenzame terugkeer naar de top (AD Sportwereld, 13-10-2010). Vlot werd besloten de documentaire in originele staat te vertonen, waarbij NOS-presentator Tom Egbers een actuele inleiding en afsluiting zou geven, om het publiek op de hoogte te stellen van de laatste ontwikkelingen. Op dat moment was de persconferentie van de KNGU de laatste ontwikkeling (terugval tot cocaïnegebruik), waardoor Tom de uitzending als volgt begon: ‘Goedenavond. Een terugvalsituatie, zo noemt de voorzitter van de gymnastiekunie, Jos Geukers, het. Het betekent: Yuri van Gelder heeft opnieuw cocaïne gebruikt, en daarom is van Gelder een paar dagen voor de start van het WK uit het Nederlands team gezet.’ (Sport Document: Hangen en opstaan, 14-10-2010)

De eenzame terugkeer naar de top van van Gelder ging op dat moment in ieder geval niet door, en misschien was het zelfs het definitieve einde van zijn carrière als topsporter. De documentaire impliceerde deze terugkeer naar de top wél, met als hoogtepunt het optreden dat Yuri van Gelder enkele dagen na de uitzending zou geven op het WK (onderdeel ringen). Het deed mij plotseling twijfelen aan de objectiviteit van de NOS, terwijl ik altijd van mening was dat de NOS, als een van de publieke omroepen, toch een van de meest betrouwbare vormen van journalistiek was in Nederland. Het lijkt toch hypocriet? Een documentaire, welke als doel lijkt te hebben Yuri van Gelder terug in het zadel te helpen en misschien zelfs via sympathie en medeleven bij de kijker zijn imago wil oppoetsen, schiet door de vermeende terugval totaal aan zijn doel voorbij, waarbij de provocerende inleiding en afsluiting van Tom Egbers juist het tegenovergestelde bewerkstelligt. Een interview met Yuri van Gelder, afgenomen door dezelfde Vlado Veljanoski (NOS), op 20 december 2010, leverde meer tekst en uitleg van Yuri’s kant: de terugval was verzonnen om onder het WK uit te komen. De druk op zijn schouders was (mede door de media) te groot, zijn mentale gesteldheid was te slecht. De persconferentie van de turnbond had nooit op deze wijze plaats mogen vinden.
De affaire rondom Yuri van Gelder is helaas niet het enige voorbeeld van een dergelijke botsing tussen de media en topsporters. Denk alleen al aan de jaarlijkse discussie over dopinggevallen tijdens de Tour de France, of de positieve dopingtest van Claudia Pechstein in 2009 (schaatsster). Vele vragen rijzen bij mij naar boven, wanneer dergelijke sportgerelateerde affaires de revue passeren in de media. Welk baat heeft een omroep, krant, tijdschrift of blog bij een positieve dan wel negatieve stellingname? In welke mate is de vraag van het volk verschoven van kwalitatief hoge sportprestaties naar amusement en entertainment, waardoor publicaties van privéaangelegenheden justificatie verdienen? Verliezen de media hun verantwoordelijkheidsgevoel voor hun vakethiek? Is er onder de mediamagnaten nog wel voldoende transparantie en publieke verantwoordelijkheid?

Grondslagen van de media

Een in Nederland gehanteerde definitie van media is die waarin media beschreven worden als middelen waarmee auteurs hun impressies van uitvoeringen en gebeurtenissen over brengen naar een ruimer publiek dan de direct betrokkenen (Stokvis, 2003, p. 142). Vaak gaat het hier om televisie, radio en dagbladen (kranten), maar ook clubbladen, bondsbladen en het internet passen binnen deze definitie. Een speciale vorm van media is de massamedia. Deze vorm heeft de kenmerken makkelijk toegankelijk te zijn, een massaal bereik te hebben en eenzijdig gericht te zijn (berichtenstroom gaat slechts één kant op). Dit laatste kenmerk is door de technologische ontwikkelingen en de opkomst van berichtgeving via het internet niet altijd meer van toepassing (Giles, 2003, p.6).

De media beconcurreren elkaar, en proberen te allen tijde een zo groot mogelijk aandeel van een beperkt publiek te vergaren (Stokvis, 2003, p. 142). Zo is bijvoorbeeld alle berichtgeving van Nederlandse mediaorganisaties hoofdzakelijk gericht op de inwoners van Nederland. De grenzen aan het te bereiken publiek maken dat vernieuwingen die het aantrekkelijker maken voor het publiek, directe consequenties hebben voor de positie van de overige media.
Het mediapubliek, waar mediaorganisaties hun bestaansrecht door verwerven, maakt keuzes in tijdsbesteding aan het volgen van berichtgeving van verschillende media. De grote van het publiek dat een bepaald onderdeel van een mediaorganisatie volgt (bijvoorbeeld een televisie-uitzending) is van invloed op de hoeveelheid inkomsten voor die organisatie.
De publieke media ontvangen financiering vanuit de overheid en hebben als doel om objectieve, integere en onafhankelijke informatie te verspreiden. Commerciële media hebben als primair doel door hun winst bestaansrecht te bewerkstelligen (Wikipedia, 30-12-2010). Hierbij is het aan de organisatie zelf om te overwegen hoe een voldoende groot publiek te verkrijgen: via objectieve journalistiek, entertainment en amusement, of een combinatie van dezen.

Topsport en de media

De recente geschiedenis van de sportjournalistiek wordt het best samengevat door R. Stokvis in zijn boek ‘Sport, publiek en de media’:

Tot aan 1965
Door grotere concurrentie tussen verschillende media hadden de sportverslagen vaker het doel te vermaken, maar waren nog lang niet op het publiek gerichte mediasport. Er werd iets vaker kritiek geleverd op sportinstanties.
1965-1989
Sportjournalisten zochten nieuwe vormen voor sportverslaglegging, en richtten zich meer op de sporters zelf dan op de sportorganisaties. Er was nog geen oog voor de lezer, luisteraar of kijker.
1989-heden
De sporters genieten van hun sterrenstatus, vedetten worden niet aangepakt. Het vinden van toegang tot de sterren van de sport is voor de sportjournalist erg belangrijk geworden. Sportjournalistiek heeft naast verslaglegging van sport commerciëlere doelen gekregen: bindt een zo groot mogelijk publiek aan je, vermaak de lezer, luisteraar of kijker.

Sport en de media gaan tegenwoordig hand in hand. Dit valt het best uit te leggen via het voorbeeld van sport op de televisie. Zo schrijft R. Kunnen in zijn boek ‘Sporten om de kijkers’:
‘Enerzijds is er een vraag van kijkers naar sportprogramma’s en naar bepaalde takken van sport, anderzijds is er een door de omroepen in samenwerking met de sportwereld verzorgd aanbod.’
Volgens Kunnen is er tussen topsport en de media (in het bijzonder televisie) een symbiotische relatie ontstaan, waarbij beiden van elkaar afhankelijk zijn geworden, en hier voordeel uit doen. Zo verzorgt de topsport de inhoud (content) en verzorgen mediaorganisaties de verspreidingsmogelijkheid (channel). Zo is bijvoorbeeld de verkoop van uitzendrechten voor de sportorganisaties een belangrijke bron van inkomsten geworden, terwijl mediaorganisaties profijt hebben van de populariteit van deze content. De hogere kijkcijfers van programma’s waar sport als amusement gebruikt wordt, leveren hen weer meer inkomsten op. Via instrumentalisering wordt sport ingezet om commerciële doelen te behalen.

Het proces waarbij via sport- marketing- en omroeporganisaties topsport wordt bewerkt met als doel het entertainmentgehalte te verhogen wordt ‘mediatisering’ genoemd (Kunnen, 2007, p.14/15). Deze mediatisering maakt onderdeel uit van een ontwikkeling die door Kunnen omschreven wordt als ‘sportificatie’; een aanpassingsproces waarbij de (top)sport zich aanpast aan de ontwikkelingen in- en de eisen uit de maatschappelijke context. De belangrijkste tendens hierin is het eeuwige streven naar prestatieverbetering (denk aan het Olympische ‘citius, altius, fortius’). Mediatisering van de topsport is onder de noemer sportificatie verweven met professionalisering en commercialisering. Met professionalisering worden alle ontwikkelingen bedoeld die betrekking hebben op de manieren waarop gestreefd wordt naar verbetering van de sportprestaties (Kunnen, 2007, p.19). Commercialisering van de sport wordt omschreven als het aanwenden en aanpassen van de sport met als doel het vergroten van de inkomsten van de sporters en/of sportorganisaties (Kunnen, 2007, p.17). Topsportorganisaties ontwikkelen zich tot ondernemingen in een amusementsindustrie. De marktopvattingen over de sportwereld lijken meer en meer tot de eigenheid van sport te gaan behoren (Tamboer, J. & Steenbergen, J. 2004, p.90)
Door mediatisering van populaire topsporten is de commerciële waarde van deze sporten erg gestegen. Mediatisering verhoogt namelijk de entertainmentfunctie van de sport, onder andere door middel van spectacularisatie (sensationeler maken van het sportproduct dan het was) en het aansturen op uncertainty of outcome (spannende wedstrijden hebben een hogere entertainmentwaarde). Door deze kunstgrepen wordt het sportproduct meer mediageniek, wat de commerciële exploitatie ten goede komt. Denk alleen al aan de hoeveelheid exposure voor sponsoren (aantal mensen dat de sponsorring/reclame zal zien).
De isolering en accentuering van het prestatiemotief wordt ook wel ‘versporting genoemd (Tamboer, J. & Steenbergen, J. 2004, p.65). Voor de topsport geldt dat verbetering van de sportieve prestaties tegenwoordig vooral externe hulpbronnen worden aangesproken om deze verbetering te bewerkstelligen. De professionalisering van alles rondom de sporters (technische ondersteuning, team van professionals, materiaalinnovaties etc.) gaat makkelijker wanneer men over meer geld beschikt. Via de elkaar versterkende mediatisering en commercialisering is het voor topsportorganisaties mogelijk over een groter budget te beschikken, wat op sportief gebied een voordeel oplevert ten opzichte van de concurrentie.

Ik ben van mening dat de verdere sportificatie van de topsportwereld een natuurlijk proces is. Het streven naar een overwinning, een kampioenschap of het breken van records zit denk ik onder de noemer prestatiedrang ingesloten in de mens.
Het is in mijn ogen ook helemaal geen probleem dat de sportwereld steeds vaker als een markt vol kansen wordt gezien. Ik begrijp dat kritiek op deze ontwikkeling van de hand wordt gedaan met het argument dat deze markt via de (Nederlandse) wetgeving gewoon vrij is voor vele vormen van ondernemerschap. Ik keur het echter af, wanneer binnen competitieverband ploegen, teams of clubs een oneerlijk voordeel verkrijgen door de commercialisering. De eigenheid van sport dient te allen tijde gerespecteerd te worden. Dat door grote verschillen in de hoeveelheid beschikbaar geld de ene partij voordeel kan hebben tegenover de andere partij, mag mijns inziens niet gebeuren. Het schaadt de informele fair play, waarbij men uitgaat van gelijke startkansen. Ik vind dat de regelgeving aangepast dient te worden, mocht in bijvoorbeeld een competitieverband blijken dat via een gebrek aan informele fair play de eigenheid van sport aangetast wordt. De verbeterde regelgeving zou dit voorkomen, door het feit dat strenger in de regels vastligt wat de voorwaarden voor competitiedeelname zijn: een vorm van formele fair play.

Sportsterren

Topsporters staan doorgaands bekend om hun ijzeren discipline, enorme intrinsieke motivatie, en niet te vergeten hun uitzonderlijke sportieve prestaties. Het feit dat ze er hun boterham mee verdienen, is niet in de eerste plaats de reden waardoor zij gekozen hebben voor een carrière in de topsport. Topsporters kunnen tegenwoordig uitgroeien tot ware beroemdheden (ook wel: celebrities/sterren). Socioloog Wright Mills definieerde in 1956 het begrip op een manier die nu nog als acceptabel wordt beschouwd:
‘Beroemdheden hebben namen die iedereen kent. Waar zij gaan worden zij herkend en verwekken zij opwinding en bewondering. Alles wat zij doen is van publicitaire betekenis voor de media. Als de topperiode van beroemdheid eindigt worden ze toch nog wel enige tijd herinnerd.’ (Stokvis, R. 2003, p.65)
Sportsterren zijn topsporters, die een sterrenstatus genieten door hun sportprestaties. In de huidige maatschappij, waarin sport een enorm maatschappelijk aanzien geniet, is de commerciële betekenis van deze sterren ongekend groot. Deze sporters zijn als culturele iconen een bron van inkomsten voor allerhande ondernemingen (denk aan shirtjesverkoop, videogames, tv-verschijningen etc. etc.).
Stokvis bemerkt bij de grootste sportsterren nog een ander kenmerk: de rol van sportsterren als representanten van hun land in internationale wedstrijdverbanden. De successen van de sterren op dit internationaal niveau ondersteunt de tevredenheid die landgenoten voelen over hun nationaliteit. Zo komt in veel landen tijdens de Olympische Spelen dit nationaal chauvinisme tot uiting. Hoe erg voelden wij ons niet Nederlander, toen onze jongens namens Nederland de WKfinale voetbal in Zuid-Afrika speelden?
Ook genieten sportsterren van de bewondering en koestering van hun prestaties door hun fans. Dit kunnen zowel toeschouwers zijn, als sportbeoefenaars. De identificatiezucht naar het succes van de sportster stelt hem/haar tot een rolmodel voor de bewonderaars. De affiliatie van een fan met een sporter of club kan soms zelfs zo groot zijn dat het een essentieel onderdeel van zijn/haar sociale identiteit wordt (Giles, 2003, p.226). Wanneer ik denk aan ´de oranje indiaan`, begrijp ik dat dit kan kloppen. De oranje indiaan woonde jarenlang iedere wedstrijd van het Nederlands voetbalelftal bij, verkleed als een indiaan met grote trommel, waardoor hij zelf de status van cultheld verwierf.
Ook kan de publieke belangstelling voor een club of bepaalde tak van sport kan stijgen, wanneer zich hierin een sportster manifesteert. Ter illustratie: toen basketballer Michael Jordan in 1995 weer ging basketballen schoten de kijkcijfers voor basketbal met 21% omhoog (Stokvis, R. 2003, p.65).

Het feit dat alles wat hij/zij doet van publicitaire waarde is, maakt het privéleven van een sportster enorm interessant voor de media. Sportjournalisme heeft zich met name bij de commerciële media ontwikkeld tot een hybride vorm van verslaggeving, waarbij de sportieve prestaties in een artikel gepubliceerd worden met niet-sportgerelateerde nieuwtjes over de persoon in kwestie, waardoor de totale entertainmentwaarde van het stuk stijgt.
Een nieuw sportproduct is ontstaan: het product mediasport. De combinatie tussen nieuwswaarde en amusement wordt ‘infotainment’ genoemd (Kunnen, R. 2007, p.22).
Dat sportjournalisten als ware roddelpers alle ´ins en outs` van deze sportsterren als eerste in het bezit willen hebben, komt de privacy van de sporters niet ten goede. Nicolien Sauerbreij bevestigt dit in een artikel van de Sp!ts van 6 oktober 2010, waarbij de gekte na haar gouden plak snowboarden op de afgelopen Winterspelen besproken werd:
‘Met haar gouden race werd ze nationaal bezit. “De anonimiteit is weg.” (…) “Het is nog steeds overweldigend”, erkent ze. Vanaf het moment dat ze, terugkerend van de Winterspelen, als Olympisch kampioene voet op Nederlandse bodem zette, staat ze in de schijnwerpers. (..) Voor Sauerbreij nog steeds onwerkelijk en, zegt ze enigszins verontschuldigend, soms moeilijk en storend. “Je zit er niet altijd op te wachten.”’
Dat haar sponsorcontract afliep, was dit maal geen enkel probleem. In een begeleidend artikeltje wordt kort even vermeld dat ze met speels gemak een tweejarig contract tekende bij touroperator Arke. Uiteraard wordt een kwart van de pagina ingenomen door een schreeuwende poster van Arke over wintersportaanbiedingen, waarbij een grote foto van Sauerbreij kopt: ‘Nicolien gaat met Arke!’. De mix van mediatisering, commercialisering en professionalisering laat zich weer eens zien.

De opmars van infotainment baart mij zorgen. De relatie tussen informatie en entertainment is niet erg: sport is in mijn ogen een vorm van amusement. Het gaat mij om het graven van sportjournalisten naar ‘smeuïg’ nieuws, waarbij de media bewust vuurtjes opstoken om maar weer een nieuwe rel de sportwereld in te helpen. P. Craig & P. Beedie noemen dit in hun boek ‘Sport Sociology’ (2008) ‘dramatising sporting events’. Zij geven ook aan dat in de sportjournalistiek is ingesleten op zoek te gaan naar drama, waarbij rivaliteit verpersoonlijkt wordt. Dit komt vooral voor in krantenberichten, aangezien zij het publiek dienen te boeien, terwijl de meesten de uitslagen en samenvattingen de dag ervoor al op televisie of internet hebben gezien. Een voorbeeld hiervan is de rel tussen Wayne Rooney en Cristiano Ronaldo, tijdens het WK voetbal 2006. Tijdens de wedstrijd Engeland – Portugal stimuleerde Ronalde de scheidsrechter Rooney (in die tijd zijn ploeggenoot bij Manchester United) een rode kaart te geven, wat ook gebeurde. Na deze kaart gaf Ronaldo een knipoog naar zijn eigen reservebank. Deze knipoog ontketende een twee maanden durende berichtgeving over de rel tussen de twee: Rooney zou Ronaldo doormidden hakken, Ronaldo zou op zijn beurt vrezen voor zijn veiligheid in Engeland. Tijdens de eerstvolgende competitiewedstrijd werd Ronaldo enorm bejaagd en uitgefloten door het United publiek (zijn eigen fans). Zijn imago was geruïneerd, totdat Rooney via een knuffel aan het publiek liet zien dat de vete voorbij was.
Ik vind het dat deze vorm van sportjournalistiek met een waarschuwing aan de man gebracht zou moeten worden. Ik denk dat tegenwoordig lang niet iedereen zijn dagelijkse media-input filtert op betrouwbaarheid en integriteit. Het zou de mediamagnaten verplicht gesteld moeten worden een melding te maken als ´Wat hierna volgt, kan afwijken van de waarheid’, wanneer zij praktijken als bij Rooney-Ronaldo rel toepassen. Zo valt er door het gehele publiek een inschatting te maken of het nieuwsbericht voor hem/haar van waarde is: privé-, story-, en weekendlezers bewijzen dat er een markt voor is, maar spaar mij alstublieft de moeite het slinks tussen het koren gebrachte kaf te moeten gaan scheiden.

Een extreem voorbeeld ter illustratie van de keerzijde van deze ‘aandachtsmedaille’ is het geval Tiger Woods. Deze gevallen Amerikaanse sportster is honderden miljoenen Amerikaanse dollars waard, mede mogelijk gemaakt door de Anglo-Amerikaanse visie op sport: een ultiem product voor commerciële exploitatie. Helaas voor hem is het lastig om in ruil voor een deel van zijn kapitaal herstel van zijn imago te bewerkstelligen. De soap rondom zijn privéleven had niets met zijn sportcarrière te maken, maar was door zijn status als A-list celebrity niet minder relevant voor zo ongeveer iedere vorm van media in de Verenigde Staten. Zijn +/- 120 affaires leverden hem, naast de te verwachten scheiding, een golf aan negatieve (internationale) berichtgeving op die zijn weerga niet kent. Het laatste nieuws op nieuwssite www.nu.nl leert ons dat de meeste van zijn grote sponsors het zinkende schip verlaten en zijn contract ontbinden of af laten lopen (www.nu.nl, 24-12-2010). Geen enkel bedrijf wil nog geaffilieerd worden met een sportmerk dat een enorm negatieve lading draagt. Tiger Woods heeft afgelopen seizoen, na een periode in een ontwenningskliniek, zijn sportieve carrière hervat en golft weer op het hoogste niveau.
Over de streken van Tiger Woods kan ik kort zijn: het schaamteloos schenden van het vertrouwen in zijn huwelijk (toch een van de belangrijkste waarden in een huwelijk) door zo’n 120 keer vreemd te gaan. is triest. Het feit dat ik ervan op de hoogte ben gebracht door de media, is te verklaren door zijn sterrenstatus als topgolfer. Dat zijn imago over de hele wereld afbrokkelde, is een logisch gevolg van alle aandacht: een sportster leeft onder een vergrootglas. Ik vind het een prestatie op zich dat hij onder dat vergrootglas al deze affaires zo lang verborgen heeft weten te houden voor de buitenwereld.

In het geval van Yuri van Gelder is zijn misstap, het gebruik van cocaïne, van directe invloed geweest op zijn sportieve carrière. Het gebruik van cocaïne is volgens de dopingwetten geldend binnen de turnwereld verboden, waardoor hem een schorsing van een jaar werd opgelegd. Hij was plotseling niet meer het rolmodel waarmee men zich identificeerde, maar werd verketterd tot het zwarte schaap van de turnfamilie.
Een tot dusver onderbelicht aspect van het leven als topsporter is de vereiste mentale kracht. Het omgaan met sportief verlies is zwaar wanneer weken, maanden, soms jaren naar dat ene moment wordt toegeleefd. Niet alleen stellen topsporters zelf verwachtingen aan hun prestaties. Door het feit dat ze door vele toeschouwers (soms een heel land) gevolgd worden wordt hier door de media nog een schepje bovenop gedaan. In een interview dat ik hield met Bram Sterke, afgestudeerd Bewegingswetenschapper en voormalig topjudoka (blessureleed beëindigde zijn carrière vroegtijdig), vertelde hij dat verwachtingen altijd een grote rol spelen in de mentale voorbereiding. ‘Ik moest mijzelf ervan overtuigen dat ik de beste was, anders won ik nooit. (…) Ik dacht in mijn puberjaren dat anderen (o.a. ouders + familie) wel iets verwachten. Mijn bewijsdrang was daarom hoog.’
Dat Yuri van Gelder wereldkampioen werd op het onderdeel ringen, was de grootste beloning die er voor zijn harde werk kon zijn. Bram Sterke legde hierbij uit dat vanuit een underdogpositie het gemakkelijker was een wedstrijd in te gaan. Als regerend wereldkampioen heb je immers lange tijd alle (media)ogen op je gericht gehad, zijn de verwachtingen bij het volgende wereldkampioenschap torenhoog en heb je eigenlijk veel meer te verliezen dan te winnen. Een interview met Sandra van Essen, een ervaren sportpsycholoog met veel expertise op het gebied van mentale training, beaamt dit: ‘De sportieve prestaties uit het verleden beïnvloeden de verwachtingpatroon van anderen voor jouw toekomstige prestaties.’
Met dit in het achterhoofd begrijp ik de uitleg van Yuri, die hij gaf in de documentaire ‘Hangen en opstaan’ ook goed: hij zou het enkel op feestjes gebruikt hebben, wanneer hij niet lekker in zijn vel zat. De boost aan zelfvertrouwen die cocaïnegebruik met zich meebrengt wijst op een mentaal instabiele topsporter, die ondanks professionele psychologische begeleiding in zijn eigen tijd in verboden middelen een medicijn vond voor zijn twijfels.
Tijdens zijn jaar schorsing ging van Gelder naar een ontwenningskliniek, en trainde zelfstandig door om topfit te blijven. Vlak voor zijn grote rentree, het WK een jaar later, verzint hij een terugval om het WK te ontvluchten. Waarom een terugval? Dit was volgens van Gelder de gemakkelijkste manier om de turnbond en zijn collega-turners te overtuigen van de ernst van de zaak: bij een blessure zou hij naar eigen zeggen door het team gepusht worden het toch te proberen (NOS Sport: Volledig interview Yuri van Gelder, 20-12-2010).
‘Dat was voor mij de gemakkelijkste manier om eronderuit te komen, en het klinkt misschien heel erg sullig en laf, maar ik stond onder zulke grote druk.’
De aanloop naar het WK verliep niet ideaal: enkele blessures en een mislukte kwalificatie in Italië zorgden voor wat mentale ‘dalletjes’. Na kwalificatie, een week voor het WK, had hij naar eigen zeggen nog erg veel werk te verrichten: het niveau was nog niet hoog genoeg.
‘Kort gezegd: ik was gewoon nog niet op WK-niveau, en bij een WK in eigen land wil ik toch voor de medailles gaan, zeker na een jaar afwezigheid. Ik was niet zelfverzekerd… Iedereen kijkt naar me…Je moet…WK in eigen land voor je eigen fans. Heel de wereld, de turnbond, de andere turners, die hadden ook al hun ogen op mij gericht natuurlijk. (…) Het werd me echt teveel. (…) Het zou een speciaal moment moeten zijn, maar ik was er gewoon nog niet klaar voor. Ik kon de druk mentaal en fysiek niet aan, en ik wou zo snel mogelijk weg daar uit die situatie.’
Sportpsychologe Sandra van Essen vertelde mij dat ze zich afvraagt hoeveel mentale begeleiding hij in de aanloop naar het afgelopen WK heeft gehad, en hoeveel ruimte hij heeft gekregen. ‘Het zou best kunnen dat hij niet zozeer behoefte had aan mentale begeleiding, maar vooral aan eenvoudige steun. Ik vraag me af in hoeverre hij überhaupt begeleiding heeft gehad in die periode.’
Wat betreft de soap rond Yuri van Gelder en zijn cocaïnegebruik heb ik een duidelijke mening: zijn cocaïnegebruik keur ik af. Daarnaast lijkt de turnbond nog niet zo geprofessionaliseerd als andere sportbonden in Nederland: Yuri’s professionele begeleiding zag totaal niet aankomen wat er gebeurde.
De invloed van de media op zijn mentale gesteldheid is groot geweest, maar om daar een beter beeld van te hebben dient eerst de media-ethiek besproken te worden.

Media-ethiek

Binnen de journalistiek is objectiviteit een belangrijk goed. Hieronder vallen: scheiding van verslaggeving en meningsuiting, hoor en wederhoor en de controleerbaarheid van feitelijke mededelingen (Stokvis, R. 2003, p.170). Sportjournalistiek is voor velen uit het publiek echter vaak alleen maar mediasport, oftewel de sportactiviteiten die alleen bij wijze van recreatie tot hen komen. De belangen die mediamagnaten hechten aan het waarborgen van de objectiviteit, samen met de betrouwbaarheid, morele standaarden en journalistiek, zouden hierbij wel eens op de achtergrond kunnen raken. Een reflectie op het functioneren van de sportjournalistiek als onderdeel van de massamedia is nodig.
‘Journalisten nemen een sleutelpositie in tussen enerzijds gebeurtenissen en anderzijds het publiek.’ (v. Es, R., 2004, p.143) De media dragen door deze rol een maatschappelijke verantwoordelijkheid, die met zorgvuldigheid en integriteit uitgevoerd zou moeten worden. Een moreel dilemma wat binnen het vakgebied speelt is de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Volgens van Es opereren journalisten op basis van de vrijheid van meningsuiting, maar de vraag is of de journalisten de verantwoordelijkheden die met de vrijheden meekomen honoreren? De journalist is bij de commerciële mediamagnaten van de massamedia wel in dienst van een marktgerichte onderneming die uit is op continuïteit, groei en versterking van de concurrentiepositie. Van Es stelde enkele kenmerken van de massamedia op, als hulpmiddel om naar deze media te kijken.
Een kenmerk in de strijd om het publiek is de snelheid: publicatiesnelheid van een nieuwsfeit levert aandacht op, en die aandacht is geld waard. In de sportwereld is het van groot belang de primeur te hebben van de laatste ontwikkelingen/uitslagen. Daarnaast is personalisering van het nieuws een kenmerk: emoties en persoonlijkheden staan vaker centraal in journalistieke verslagen. Hierbij is het voorbeeld van de Rooney-Ronaldo vete weer toepasselijk. Ook de identificatie met het verhaal is noodzakelijk. Het publiek wil meeleven met de topsporter en delen in zijn/haar vreugde of verdriet. Tot slot bepaalt de journalist zelf meer en meer de nieuwswaarde van een nieuwsfeit. Het redactioneel beleid heeft hier een belangrijke invloed op. In de sportwereld is de verschuiving richting de entertainmentfunctie (het ontstaan van infotainment) hiervan een voorbeeld.
Transparantie van redactioneel beleid is nodig om de media hun publieke verantwoordelijkheid af te kunnen laten leggen. De toetsing van publicaties vindt tot dusver plaats via zelfregulering (de media beoordeelt zichzelf op ethiek) of via de Raad van Journalistiek, een door de media ingesteld college dat klachten beoordeelt (v. Es, R., 2004, p.151).

Wat betreft de toetsing van publicaties, uitzendingen en andere vormen van massamedia, vind ik dat het systeem via zelfregulatie en de Raad van Journalistiek afdoende is als controlerend orgaan. Dit lijkt mijn eigen standpunt met betrekking tot de opmars van infotainment teniet te doen, maar dit is niet zo, omdat een publicatie of uitzending die onwaarheden bevat over een persoon, deze persoon in kwestie in zijn recht stelt het verantwoordelijke medium aan te klagen wegens laster en/of smaad, en rectificatie te eisen (Wikipedia, 04-12-2010). Onze Nederlandse wetten zijn dus afdoende. Mijn voorstel om de media te verplichten verdraaide waarheden aan te kondigen, is gericht op het gemak voor het publiek om het nieuwsbericht op waarde te schatten. Ik bedoel niet om hier een meetinstrument van te maken waarmee de media getoetst kunnen worden, dit kunnen ze doen via zelfregulatie.
Ik denk dat Yuri van Gelder als topsporter weet dat hij onder een vergrootglas leeft. De grote media-aandacht is een directe consequentie van zijn succes. Achteraf praten is altijd makkelijker, maar hij had beter moeten inschatten of hij mentaal sterk genoeg was om met deze extra aandacht om te gaan. Ik vind dat het een van de kwaliteiten van een échte topsporter is om met deze aandacht om te kunnen gaan. Mijn mening over deze kwestie heb ik onder andere gevormd aan de hand van de informatie die ik kreeg van mijn interview met sportpsychologe Sandra van Essen. Zij vertelde me, dat de enorme interesse in jouw gehele doen en laten als persoon in ieder geval werkt als een afleiding, en door sommige sporters als extra druk kan worden ervaren. Ik vind dat mentale begeleiding past bij de hedendaagse hectische topsportwereld, maar leg de grootste verantwoordelijkheid voor het mentale welzijn bij de sporter zelf.

Wat betreft het omgaan met prestatiedruk kan hij wat leren van de Uruguayaan Sebastian Abreu, die tijdens de kwartfinales van het afgelopen WK voetbal de beslissende strafschop tegen Ghana met een panenka (stiftje) binnenschoot.
Over de rol van de turnbond (KNGU) ben ik niet positief: ik begrijp dat het land om een uitleg verlegen zit (wat tot uiting komt als mediadruk), maar wees loyaal aan de atleet die zoveel voor jouw tak van sport heeft gedaan. Ik denk dat een dag later, en een gesprek met Yuri verder, de imagoschade van de turnbond via een gezamenlijke persconferentie een stuk kleiner zou zijn geweest, dan de schade die de bond op deze wijze heeft geleden.
De mediadruk is op zo’n moment op van Gelder als persoon, zeker na een heftige periode vol negatieve berichtgeving over jou als persoon, enorm. Toch ben ik van mening dat de media weinig kwalijk valt te nemen: zij werken marktgericht, waarbij sportcontent een middel in de strijd naar een zo groot mogelijk marktaandeel. Weet daarnaast ook goed dat zonder die door Yuri gehekelde en verfoeide media de topsportwereld nooit had kunnen zijn wat die nu is. Accepteer ‘dat het er nu eenmaal bijhoort’. In het interview verwoorde Bram Sterke bovenstaande mooi:
‘Bijt niet in de hand die je voedt.’

De laatste ontwikkeling rondom de affaire is dat hij dit ook niet heeft gedaan. Op 22 december maakte onder andere de Volkskrant bekend dat Yuri van Gelder terug is gekeerd in de turnselectie van KNGU. (de Volkskrant, 22-10-2010). Op 16 januari 2011 werd bekend dat van Gelder van de voorzitter van gymnastiekunie KNGU, Jos Geukers, mee mag doen aan de kwalificatiewedstrijden voor de EK turnen (foksport, 16-01-2011)

Conclusie

De alsmaar verder sportificerende sportwereld, waarin mediatisering, commercialisering en professionalisering hoogtij vieren, maakt dat ik waarschuw voor een gebrek aan informele fair play, waardoor de eigenheid van sport aangetast kan worden. De rol van de media in deze ontwikkeling is voor mij logisch: via een gemediatiseerd en gecommercialiseerd sportproduct een zo groot mogelijk marktaandeel verkrijgen van het beschikbare publiek. Subjectiviteit kan hierdoor sneller voorkomen in de sportjournalistiek, aangezien de mediamagnaten meer op zoek gaan naar amusement.
Mochten de media hun verantwoordelijkheidsgevoel voor de vakspecifieke ethiek verliezen, dan wordt al gauw een onderdeel van de Nederlandse wet overtreden. De dreiging van een aanklacht zal mijns inziens al gauw functioneren als wake-up call, waardoor de mediamagnaat in kwestie naar mijn verwachting haar publieke verantwoordelijkheid tot zorgvuldige, objectieve journalistiek weer in acht neemt.

Wat betreft mijn vertrouwen in de objectiviteit van de NOS als omroep, is impact van de affaire rondom Yuri van Gelder niet zo groot. Ik beschouw de NOS als publieke omroep nog altijd als integer en betrouwbaar. Hopelijk heeft Yuri van de afgelopen twee jaar veel geleerd, en kan hij accepteren dat de massamedia in zijn leven als topsporter prominenter aanwezig zijn dan in het leven van de gemiddelde Nederlander. De consequenties die dit met zich meebrengt, zoals extra druk voor iedere wedstrijd door verwachting van een heel land, zal hij vast om weten te vormen tot kracht, waarbij deze mentale veerkracht hem helpt wederom de trots van ons land te worden.
De documentaire van 13 oktober 2010 over zijn vermeende comeback heet ‘Hangen en opstaan’. Ik denk dat Vlado Veljanoski te voorbarig was, en de volgorde verkeerd had. Yuri van Gelder zal eerst mentaal Opstaan, eer hij weer aan de ringen zal Hangen.
Literatuurlijst

Kranten

- Nol de Vries, Sp!ts Nieuws & Entertainment (06-10-2010), ‘Nicolien is nog steeds Nicolien’, p.27
- Sp!ts Nieuws & Entertainment (15-10-2010), ‘Van Gelder staat lijnrecht tegenover Geukers en Gootjes’, p. 28

Boeken

- Craig, P., Beedie, P. (e.a.) (2008), ‘Sport Sociology’ Learning Matters Ltd, Exeter
- v. Es, R. (2004), ‘Communicatie en Ethiek: Organisaties en hun publieke verantwoordelijkheid’ Boom, Amsterdam
- Giles, D. (2003), ‘Media psychology’ Lawrence Erlbaum Associates & Publishers, Londen
- Kunnen, R. (2007), ‘Sporten om de kijkers’ DeltaHage, Den Haag
- Stokvis, R. (2003), ‘Sport, publiek en de media’ Aksant, Amsterdam
- Tamboer, J. & Steenbergen, J. (2004), ‘Sportfilosofie’ Damon, Budel

Internet

- AD Sportwereld (13-10-2010) ‘Yuri van Gelder verbijstert documentairemaker’ Geraadpleegd op 12-01-2011. http://www.ad.nl/ad/nl/1021/Meer-sport/article/detail/519319/2010/10/13/Yuri-van-Gelder-verbijstert-documentairemaker.dhtml
- foksport (16-01-2011), ‘Van Gelder mag meedoen aan EK-kwalificatie’ Geraadpleegd op 16-01-2011 http://sport.fok.nl/nieuws/425019/1/1/100/van-gelder-mag-meedoen-aan-ek-kwalificatie.html
- NOS Sport (20-10-2010), ‘Volledig interview Yuri van Gelder’ Geraadpleegd op 16-01-2010 http://nos.nl/video/204374-volledig-interview-yuri-van-gelder.html
- NU.nl (24-10-2010) ‘Tiger Woods raakt opnieuw sponsor kwijt’ Geraadpleegd op 15-01-2011. http://www.nu.nl/achterklap/2409411/tiger-woods-raakt-opnieuw-sponsor-kwijt.html
- de Volkskrant (22-12-2010), ‘Yuri van Gelder terug in turnselectie’ Geraadpleegd op 16-01-2011. http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2698/Sport/article/detail/1082191/2010/12/22/Yuri-van-Gelder-terug-in-turnselectie.dhtml
- Wikipedia (04-12-2010) ‘Laster’ Geraadpleegd op 16-01-2011. http://nl.wikipedia.org/wiki/Laster
- Wikipedia (30-12-2010) ‘Media’ Geraadpleegd op 12-01-2011. http://nl.wikipedia.org/wiki/Media

Televisieprogramma’s

- NOS Sport (14-10-2010), ‘Hangen en opstaan’ nog te zien op: http://nos.nl/video/191196-document-hangen-en-opstaan.html

Bijlagen

Bijlage: Opdracht A ‘Dilemma’s binnen de sportcontext’

In het kwadrantenmodel van A. Broeke wordt onderscheid gemaakt tussen vier verschillende sportcontexten. Onder de noemer ‘traditionele sportpraktijken’, aan de kant van het Anglo-Amerikaanse businessmodel is de mediasport te vinden. Kernwoorden/-zinnen bij dit kwadrant zijn: - Hybride organisaties - Fans en volgers - Mediagenieke kijksport construeren

Tijdens een 5 minuten durende presentatie zijn enkele dilemma’s welke relevant zijn voor dit kwadrant uiteengezet. Hieronder volgen deze dilemma’s, allen met bijbehorende toelichting.

1. Exposure voor sponsors zorgt ervoor dat wedstrijden worden gehouden op momenten die vanuit sportief oogpunt minder geschikt zijn.

Toelichting:
Het aanpassingsvermogen van het sportproduct aan de programmering van omroepen, door de zendurenbeslissing van deze omroepen. Zo werd de zwemfinale van de Olympische Spelen van 2008 in Peking gehouden in de ochtenduren, zodat de kijkers in Amerika er in de avonduren rechtstreeks naar konden kijken.

2. Het op verzoek van de media aanpassen van wedstrijdelementen en prestatieniveau om de entertainmentfunctie te vergroten ( spectacularisatie.

Toelichting:
Alleen topsport komt in aanmerking voor de interesse van de media. Mediasportorganisaties moeten een hogere amusementswaarde als sportproduct bewerkstelligen voor de televisiekijkers. Spectacularisatie is de reorganisatie van sportactiviteiten om de aandacht van het (televisie)publiek te vestigen op de meer dramatische, controversiële, emotionele en confronterende aspecten van het sportgebeuren. Denk hierbij aan bijna onmenselijk zware prestatiewedstrijden (Parijs-Dakar), streekderby’s of beslissingswedstrijden. Ook cameravoering en technische hulpmiddelen als slow motions dragen hieraan bij.

3. Ethische vraagstukken rondom privacy topsporters

Toelichting:
Sportsterren als beroemdheden, waarvan iedere bezigheid, hoe oninteressant ook, wordt gevolgd door de media. Deze beroemdheden kennen een zeer kleine mate van privacy in hun leven, waardoor de publieke opinie enorm snel kan omslaan: imagoschade is snel opgelopen. Voorbeeld: Tiger Woods en zijn affaires. Amerika’s succesvolste golfer ooit kent in een verloop van twee maanden geen enkele sociale status meer.
Bijlage: Opdracht C ‘Weblog’

Aangezien deze opdracht al afgerond diende te zijn tijdens blok 2.1, is hieronder de weblog geplaatst, welke op dat moment gemaakt is. Het hoofdonderwerp van het essay is sindsdien veranderd, als ook de schrijfwijze.

De kop boven het maaiveld

Toen ik elf jaar oud was, begon ik te tennissen. Ongeveer gelijktijdig won Lance Armstrong voor het eerst in zijn carrière de belangrijkste wielerronde ter wereld: de Tour de France van 1999. Op dat moment kon ik nog niet weten dat Lance, door de Tour nog eens zes keer op een rij te winnen, een langere reeks zou neerzetten dan ik: ik tenniste slechts vijf jaar.

Wat een ongelooflijk icoon, zeven keer op een rij de Tour winnen. Iedereen kent zijn verhaal: de beste man had eerder al, namelijk in 1996, teelbalkanker overwonnen. In zijn thuisland, de Verenigde Staten, werd hij direct op handen gedragen, zoals dat daar vaker met winnaars gebeurt. Het uitzonderlijke verhaal verdiende in alle vormen van media niets minder dan lof, en een rol als toegewijde vader voor zijn kinderen maakte van hem een voorbeeld voor de rest van zijn land. In zijn geboorteland boden ze hem bij het (vermeende) einde van zijn carrière in 2005 zelfs een baan aan als talkshowhost, omdat Amerika niet genoeg kon krijgen van deze man. Hij wees dit aanbod af, omdat hij meer tijd wou doorbrengen met zijn vrouw en kinderen, en zich wilde inzetten voor zijn stichting, die strijdt tegen kanker.

De Fransen verachten hem. Een ongelooflijk verhaal over een speciale man, en toch keert heel Frankrijk hem de rug toe. De aanleiding? Een te berekende stijl van koersen, in combinatie met enkele dopinginsinuaties, waarbij als klapper op de vuurpijl enkele scherpe uitlatingen in de media over het Franse publiek zijn lot bezegelden. De verslaglegging van de Tour de France gaat verder dan alleen de sportieve prestaties. Hoe kan via de media een imago opgebouwd dan wel vernietigd worden? In welke mate is de vraag van het volk verschoven van kwalitatief hoge sportprestaties naar amusement en entertainment? Lance weet het al: het sportsterrendom is een soap, en machtige mediamagnaten wijzen de sporters hun rol met bijpassend imago toe.

Het verhaal van Lance Armstrong is nog gematigd: hij is nog nooit officieel betrapt op dopinggebruik. Minder fortuinlijk is het lot van bijvoorbeeld andere wielrenners, zoals Floyd Landis. Hij heeft toegegeven doping te hebben gebruikt. Voor dit soort valsspelers hangt een strop klaar voor hun carrière en wacht de schandpaal voor het individu. Levende legendes kunnen in één klap verketterd worden tot leugenachtige losers.

Duidelijker dan ooit is invloed van media-aandacht, welke net zo snel negatief is als positief. Als topsporter steek je je kop boven het maaiveld uit, met het risico voor de bijl te gaan. Je valt op, dus iedereen heeft een mening over je. Helaas wordt het lot van een topsporter op de redacties bepaald, waar iedere dag weer verwoekerde pogingen gedaan worden om de sensatiezucht en vraag naar entertainment van de massa te beantwoorden.
Bijlage: Opdracht D ‘Schrijfplan’

Inleiding:
Openen met citaat uit artikel over Yuri van Gelder.
Introductie van de case rond van Gelder, rol media uitlichten.
Afsluiten met vragen waardoor de inhoud van de kern geïntroduceerd/verhelderd wordt.

Kern: Grondslagen media - theoretische verkenning: waaruit bestaat ‘de media’?

Topsport in de media - verdere theoretische verkenning: • product mediasport • sportificatie (mediatisering, commercialisering, professionalisering)

- mening: ( natuurlijk proces, laten gebeuren ( enkel aanpassen wanneer oneerlijk voordeel ontstaat: informele fair play omzetten naar formele fair play

Sportsterren - theoretische verkenning van begrip sportsterren en infotainment - artikel Nicolien Sauerbreij - case Tiger Woods - case Yuri van Gelder - mening: ontwikkeling zorgwekkend ( Rooney-Ronaldo voorbeeld ( verplichting media onwaarheden te melden

Media-ethiek - theoretische verkenning - mening case Yuri: ➢ mediadruk consequentie topsporterschap ➢ accepteer het ➢ turnbond slecht gehandeld

Conclusie - herhaling bevindingen, antwoord op vragen uit inleiding - cirkel rond met inleiding wat betreft case Yuri van Gelder

Bijlage: Opdracht E ‘Argumentatie beoordelen andermans essay’

Bij het uitvoeren van deze opdracht heb ik gekeken naar het essay van Eva Pot, over homotolerantie in de sport.

De opmaak van het essay is erg overzichtelijk, kopjes zijn goed gebruikt. Eerst worden overzichtelijk de belangrijkste partijen belicht met betrekking tot homotolerantie in de sport, voordat Eva met haar mening over dit onderdeel van haar essay komt. Ze geeft aan wat ze goed vindt, maar ook wat er volgens haar beter kan. Hierbij onderbouwt ze duidelijk haar argumenten vaak vanuit haar eigen ervaring, en geeft tot slot een mogelijke oplossing.

Ze heeft ieder onderwerp duidelijk afgebakend, en laat deze in de conclusie, samen met haar mening over dit onderwerp, terugkomen.

Ik denk dat de structuur en argumentatie van haar essay duidelijk van opzet is, en gemakkelijk leesbaar. Een verbeterpunt is mijns inziens de theoretische diepgang. Er wordt gebruik gemaakt van een onderzoek van het Mulier Instituut om meer cijfers over homotolerantie in de sport te hebben, maar meer dan een conclusie als ‘er wordt dus nog te weinig gedaan aan de homotolerantie in de sport’ wordt hier niet aan verbonden. Ook had er misschien gekeken kunnen worden naar het gebruik van de scheldwoorden als ‘homo’ en ‘flikker’: is het wel een bewuste aanval op homo’s, of is het gewoon een nietszeggend scheldwoord dan in het Nederlands vocabulaire is gesleten? Hiermee zou aangetoond kunnen worden dat het probleem minder discriminerend van aard is dan de homogemeenschap misschien denkt.

Al met al vind ik het essay van Eva best ok, maar er had denk ik meer uitgehaald kunnen worden.
Bijlage: Reflectie op workshop

Samen met mijn medestudenten heb ik een workshop georganiseerd over de in Opdracht A beschreven dilemma’s in het kwadrant ‘mediasport’. Hieronder volgt een reflectie op die workshop.

Via een groepsoverleg, twee dagen voor de dag dat de workshop plaats zou moeten vinden, is bepaald hoe wij onze workshop in zouden vullen. Gekozen werd voor een korte presentatie waarin de dilemma’s die aan de orde waren binnen het kwadrant mediasport besproken zouden worden. Na deze korte presentatie werden aan de overige drie aanwezige groepen via slides vragen gesteld over (theoretische) kennis over het kwadrant mediasport. Na deze quizvorm werden nog twee open vragen gesteld, waarbij de teams werden aangespoord met elkaar in discussie te gaan over de onderwerpen.

Oordeel over workshop:
Ik denk dat de workshop door de matige en gehaaste voorbereiding weinig diepgang had. In de presentatie, die Danny en ik gaven, werden wel enkele relevante dilemma’s uit het kwadrant aangedragen. Daar zat echter weinig diepgang achter, waardoor de andere drie groepen daar niet zoveel van geleerd kunnen hebben. De quizvragen waren door het spelelement wel aardig, maar gingen ook nog niet echt de diepte in. Tot slot kwam de discussie bij de twee discussie-topics wel op gang, maar liep de discussie ook weer gauw spaak, door de betrekkelijke eenvoud van de besproken onderwerpen. Het niveau van de workshop lag te laag.

Reflectie op mijn rol:
Ik heb mijn steentje bijgedragen aan de workshop, maar heb mijn taken (topics bedenken voor in presentatie, presenteren) snel en slordig uitgevoerd. Ik tilde niet zo zwaar aan de workshop, waardoor het niveau ervan niet hoog genoeg lag. De volgende keer zal ik een opdracht als deze serieuzer moeten nemen, willen ik en mijn medestudenten er iets aan hebben.
Bijlage: Interview I

Interview met Bram Sterke, afgestudeerd bewegingswetenschapper en voormalig topjudoka. Hij was genoodzaakt zijn judocarrière op te geven door een aanhoudende schouderblessure, waarvoor hij in de herfst van 2010 alsnog voor is geopereerd. Werkzaam als Caren system operator bij Motek Medical.
Interview gehouden op 07-01-2011.

1. Waaruit bestaat uw ervaring met topsport?
‘Ik ben vanaf mijn 7e fanatiek bezig gegaan met judo, waarbij vanaf mijn 10e de trainingsintensiteit erg omhoog ging. Ik ben op in mijn 16e levensjaar 3e geworden in mijn leeftijds- en gewichtsklasse. Ook heb ik in Engeland meegedaan aan de Open Engelse kampioenschappen, waarbij ik wederom 3e ben geworden.’

2. Hoe intensief waren deze trainingen vanaf uw 10e jaar?
‘Vanaf dat moment trainde ik 5 keer in de week (techniek- en krachttraining) waarnaast iedere week ook 1 of 2 wedstrijden op het programma stonden.’

3. Hebt u in die periode ook enige vorm van psychologische begeleiding gehad?
‘Zo af en toe was er een psychologische training, of een incidenteel gesprek met een sportpsycholoog, maar mijn trainer was belangrijker in dit proces. Deze helpt je voor te bereiden op een wedstrijd, maar mentaal gezien was ik het meest op mijzelf aangewezen. Ik denk dan ook dat je aanleg moet hebben om met de juiste ‘mindset’ een wedstrijd in te gaan.’

4. Stelde je hoge verwachtingen aan jezelf?
‘Zeker. Ik moest mijzelf ervan overtuigen dat ik de beste was, anders won ik nooit. Rond mijn 17e werd ik rationeler en kreeg ik vaker twijfels over mijn capaciteiten in de judowereld. Dit heeft in combinatie met de langlopende blessure aan mijn schouder mij aangezet tot het stoppen met het topjudo.’

5. Werd je beïnvloed door verwachtingen van anderen? Je ouders en familie bijvoorbeeld?
‘Ik dacht in mijn puberjaren dat anderen (o.a. ouders + familie) wel iets verwachten. Mijn bewijsdrang was daarom hoog.’

6. U heeft het over de instelling ‘Ik ben de beste.’ Wat vindt u van de mentaliteit van Sven Kramer?
‘Ik denk dat voor veel topsporters een dergelijke mentaliteit noodzakelijk is. Zijn instelling, welke vaak wordt aangezien als arrogant, is de basis voor zijn intrinsieke motivatie. Bob de Jong is hierop mijns inziens een zeldzame uitzondering. Hij is wel degelijk bescheiden ingesteld, en behaalt alsnog goede resultaten.’

7. P. Craig en P. Beedie stellen in hun boek ‘Sport Sociology’ dat onder sociologen de volgende definitie van ‘cultuur’ aannemelijk wordt bevonden: ‘A term to refer to the patterns of human activity and their symbolic meaning that can bes een to characterise a specific society or Group withing that society.’Kunt u zich vinden in deze definitie?
‘Ja.’

8. Wat zijn volgens u de karakteristieke eigenschappen van de topsportcultuur, zoals u deze heeft ondervonden?
‘In de judowereld heb ik een groot verschil in aanpak, doorzettingsvermogen en mentaliteit gezien onder judoka’s uit verschillende landen. De Nederlanders zijn in de regel niet erg sterk, en komen verwend over wanneer ik ze vergelijk met bijvoorbeeld Russen en Japanners. De Russische trainingsmethoden zijn bijvoorbeeld veel harder, en vaker gericht op straffen. Ik heb 12jarige Russische jongetjes geslagen zien worden op internationale toernooien. De Japanners richten zich juist enorm op het kweken van discipline bij de judoka’s, waarbij discipline een eigenschap is die ze standaard moeten hanteren. Ze lijken wel ‘machienemensen’, zonder emotie. Het is erg moeilijk om tegen zulke judoka’s te vechten, en het kwam soms intimiderend over.’

9. In welke mate denkt u dat de topsportwereld en de media in Nederland van elkaar afhankelijk zijn?
‘Ze zijn verweven met elkaar; de een kan niet zonder de ander, en vice versa. De topsport is voor een groot deel afhankelijk van sponsors en andere geldschieters, waarbij de media veel verdienen aan de sport. Daarbij is veel media-aandacht weer financieel voordelig voor topsporters. De media maken hun keuze in verslaglegging met de populariteit van het programma of artikel in hun achterhoofd. Hoe hoger de door de media bepaalde waarde van een topsporter, hoe groter de kans dat hij of zij aandacht krijgt. De populariteit van het nieuws bepaalt hoeveel inkomsten de media genereren, waardoor zelfs sportbonden kunnen worden beïnvloed. Zo was er de discussie of Dennis van der Geest of Grim Vuijsters naar het WK judo in Rio de Janeiro moest gaan. Zonder aantoonbare resultaten werd van der Geest gekozen boven de drievoudig Nederlands Kampioen Vuijsters. Ik denk dat de onbekendheid van Vuijsters en de populariteit van van der Geest bij deze beslissing hebben meegespeeld.’

10. Heeft u zelf veel media-aandacht gehad?
‘Nee, niet echt. Mijn prestaties zijn te klein geweest om verder te komen dan regionale kranten. Daarnaast ben je als Nederlands judoka voor de landelijke berichtgeving pas interessant na je 18e en wanneer je bijvoorbeeld Nederlands kampioen bent geworden.’

11. Hoe ziet u de verhouding tussen topsporters en de media?
‘Topsporters die hun boterham willen verdienen aan hun sport zijn behoorlijk afhankelijk van media-aandacht. Tenzij je als boegbeeld van een commercieel bedrijf wordt gekozen, is het verder aan jouw sportieve prestaties om je letterlijk ‘in de kijker’ te spelen in sportjournaals, waarbij je sponsors air-time krijgen. Je hebt er mijns inziens maar mee te leven: bijt niet in de hand die je voedt.’

12. Vindt u het ethisch verantwoord van de media om de nationalistische identificatiezucht van een land te bevredigen door topsporters enorm intensief te volgen, waardoor de druk op sporter erg wordt vergroot om te presteren?
‘De landelijke media zullen goed scoren op kijkcijfers bij grote sportevenementen waarop Nederland als land actief is. Natuurlijk komt daar extra druk bij kijken op de sporter, maar ik denk dat het ook een vorm van motivatie kan zijn voor de sporter. Veel kunnen ze er in ieder geval niet aan doen, dus gebruik het dan als motivatie en wees trots op het feit dat jij je land vertegenwoordigt.’

13. Hoe denkt u over de kwestie rondom Yuri van Gelder, waarbij hij volgens zijn persbericht een terugval in cocaïnegebruik verzon om onder het WK turnen uit te komen? Hierbij gaf hij de enorme druk op zijn schouders als reden op, waarbij de grote media-aandacht als een van de boosdoeners werd genoemd.
‘Ik begrijp dat de verwachtingen torenhoog waren. Het is moeilijker om als winnaar (regerend kampioen) je titel te prolongeren, dan wanneer je de underdog bent, waarbij je niets te verliezen hebt. Daarnaast heeft een heel land de soap rondom zijn drugsgebruik op de voet gevolgd en zijn er een jaar lang camera’s in zijn neus geduwd (o.a. door documentaire van de nos). Ondanks dat cocaïne zijn sportieve prestaties niet direct zal hebben vergroot, geeft het je wel meer zelfvertrouwen. Ik denk dat hij dat in de periode dat hij wereldkampioen was nodig heeft gehad.’
Bijlage: Interview II

Interview met Sandra van Essen, een volgens het VSPN (Vereniging voor SportPsychologie in Nederland) geaccrediteerde sportpsycholoog met een praktijk in Leusden. Ze heeft veel ervaring met sporters uit verschillende takken van sport. Daarnaast heeft ze aan verschillende NK’s atletiek meegedaan.
Interview gehouden op: 17-01-2011

Wegens de drukke agenda van mevr. van Essen is het interview gekort tot enkel de belangrijkste vragen.

1. U heeft veel ervaring met de begeleiding van individuele topsporters, met als doel via mentale training prestatieverbetering te bewerkstelligen. Als u denkt aan de periode waarin Yuri van Gelder regerend wereldkampioen op het onderdeel ringen was, denkt u dan dat deze titel hogere verwachtingen rondom zijn prestaties schepte?
‘Zeker. De sportieve prestaties uit het verleden beïnvloeden de verwachtingpatroon van anderen voor jouw toekomstige prestaties.’

2. In de uitgebreide documentaire van de NOS over zijn periode van herstel geeft Yuri aan dat hij cocaïne enkel gebruikte op feestjes. Hoe denkt u over de opvatting dat de boost aan zelfvertrouwen die cocaïne bewerkstelligt door hem als middel werd gebruikt tegen een gebrek aan zelfvertrouwen?
‘Hier heb ik niet zo’n goed idee over. Zijn jarenlange ervaring als absolute topsporter zou hem genoeg mentale begeleiding opgeleverd moeten hebben om via zelfvertrouwen de juiste mentaliteit te hanteren, maar blijkbaar was er toch iets anders aan de hand.’

3. Yuri knakte mentaal in de aanloop naar het afgelopen WK, vlak voor zijn rentree. Valt zijn professionele begeleiding te verwijten dat ze zijn mentale gesteldheid eerder als zorgwekkend hadden moeten diagnosticeren?
‘Je moet je hier afvragen in welke mate hij begeleiding heeft gehad, en hoeveel ruimte zij hem gegeven hebben. Het zou best kunnen dat hij niet zozeer behoefte had aan mentale begeleiding, maar vooral aan eenvoudige steun. Ik vraag me af in hoeverre hij überhaupt begeleiding heeft gehad in die periode.’

4. De opkomst van zogeheten infotainment in de media, een combinatie van informatieverschaffing en entertainment, zou de objectiviteit van de media in gevaar kunnen brengen, door de zoektocht van journalisten naar amusement. Legt deze manier van berichtgeving meer druk op een sporter als Yuri?
‘Het heeft absoluut een invloed. Of dit direct resulteert in meer druk, ligt denk ik erg aan de sporter zelf, maar het is in ieder geval een afleiding. De hoge mate van belangstelling voor jou als persoon uit zich in het eindeloos opdringen van journalisten die op zoek zijn naar nieuwtjes over je, of dat nou sportgerelateerd is of niet.’

Similar Documents

Premium Essay

Should Performance Enhancing Drugs Be Banned In Sports

...The Unbalanced Scale of Banned Substances and Sports Lolita Sampson American Military University   The Unbalanced Scale of Banned Substances and Sports There are over 2000+ recognized sports across the globe and the first reported drug abuse incident occurred in the late 1890s (Lajis, n.d.). Many sports have been played for centuries where their tactics have been mastered by the competing athletes. This is what separates a novice from a professional. Some athletes choose to elude the sporting guidelines and seek ergogenic aids, to include banned substances in order to win. Winning or losing determines a continuous paycheck, scholarships, athletic contracts and sponsored endorsements. The scale is unbalanced in relation to banned...

Words: 2506 - Pages: 11

Premium Essay

Sports Drug Abuse

...Sports and Substance Abuse By Amanpreet Sekhon Under the Direction of Natasha Sessoms, MA At Unitek College Introduction Sports are becoming more relevant as a major influence in the life of a human. The relationship between drug abuse in sports and society adds a different perspective on how sports effects individuals, and perhaps even society as a whole. Unfortunately, society seems to view ‘winning’ as something which is more important than the game itself. Success in sports brings fame, popularity, and may even impact scholarships and university entrance for many individuals. The societies’ demands and expectations from sports are rising over time. Society seems to view ‘winning’ as something which is more important than the game itself; consequently, the influence of drugs in competitive sports is becoming more relevant. Overview The urge to win or watch your favorite team win is becoming a societal expectation and norm. Athletes feel that they need to take drugs to help them to perform and win in the respective sport they are competing in. Whether you are watching, playing it, or talking about it, sports are becoming a major entertainment and a major part of the life of a human. Data from Lloyd D. Johnston (May 2007), reveals that 2.7% of twelfth graders utilized steroids, while 1.8% and 1.6% for the tenth and eighth graders respectively. Youths can easily be influenced into using steroids from peer pressure or the need...

Words: 1653 - Pages: 7

Premium Essay

Group Intervention

...REVIEW OF LITERATURE 1. Kaminer, (20013), Challenges and opportunities of group therapy for adolescent substance abuse. This article focusses on group intervention used as an intervention technique for young adults involved in substance abuse. The main aim of this research is to address the challenge and opportunities regarding group treatment of adolescent involved in substance abuse. Evidence has been accumulating in support for the efficacy of diverse forms of group therapy that have been utilized with adolescents. It has been argued however, that aggregation of youths who display problem behavior into group interventions may, under some conditions, produce iatrogenic effects on all participants. This assertion known also as “deviancy training”...

Words: 1575 - Pages: 7

Premium Essay

Cause and Effect

...Why do some entertainment or sports figures engage in self-destructive activities? The reason why entertainment and sports figures engage in self-destructive activities could be due to the way they were raised as a child. That means they grew up in a non materialistic household, because the important things were paying the bills, and trying to keep a roof over their head. The only thing that is required of them is to go to school get your education, play some sports or join the fine arts department. They have completed all the requirements of the home life. Now they make it in the big. They are in a whole new league. Their egos have gone from I’ve come from a poor background with local attention to making getting all this attention on a national level. They now have more money than they are use to having. They can now afford the luxuries that everyone else has. The first thing that the buy is the biggest car that is fully loaded, they shop in stores that were never thought of before, because the money wasn’t there. Everybody is their friend, even the people that talked down to them. They were into substance abuse on the low end, and now that they are in the big league they have moved up to the higher end of the substance abuse, they are going out partying every night of the week, they go to the local bar and buys rounds of drinks for everyone. The famous status has now made them aware that the local scene is not enough. Because of their financial status they can now afford...

Words: 679 - Pages: 3

Premium Essay

Annotated Bibliography

...Annotated Bibliography Drugs in Sport Calum Thouless Legend 2154980 (Kumar Neeraj, 2011) Spelling - Red Grammar - Green Sentence construction - Yellow Incorrect reference - Blue In this article Kumar Neeraj, Paul Maman and Sandhu J.S perform a survey to increase their knowledge and insight as to why the supporting factors of psychological and social could potentially lead players towards using drug abuse substances. The authors gained primary data by conducting surveys which 303 players participated in, with the questions consisting of performance enhancing attitudes, perfectionism and motivation among other factors. Their research focuses on reviewing the player’s answers to their surveys and their opinions on the different factors which could lead to drug abuse. This article is helpful to me as it indulges into the players own personal opinions on what factors lead to drug abuse in sports and there are multiple surveys in which these opinions are portrayed. The main limitation of the article is that the 303 participants were all in the age group of 18 to 35 which limits the opinions to older/former players or athletes. The authors of this article mention how much of this research is restricted to an individual’s perception rather than a whole team’s perception and that more in depth research needs to be conducted in order for this entire subject to be concluded. (Nadra E. Lisha, 2010) In this article the authors review data of 34 peer-reviewed quantitative...

Words: 1370 - Pages: 6

Premium Essay

The Power of Steroids in the Sports World

...society. When I say society, I am rather referring to a more predominant superior subculture, the professional athlete that can easily be held accountable for the cultivation and spread of steroids. This “high-class” group can denote the contrary of ethics; that is, revealing actions which tend to expose a sense of narcissistic personal qualities that hinder our beliefs of what is right and what is wrong. At one point or another, performance enhancing substances outspokenly seem to enter every professional athlete’s mind. The issue of steroids or any performance enhancing drugs in this matter has significantly heightened recently and seems to be a legitimate issue within professional sports. In an attempt to meet expectations and standards, reduce the pressures to perform, and alleviate public scrutiny, many professional athletes are left quivering in fear whether or not to take the two-faced drug that’s so readily adhered to by many. In my attempt to explore the mainstream issue of steroids in professional sports, I wish to focus on three imperative aspects that will help assist in the configuration of such a prevailing concern. How do steroids operate in the body? The biological construction of steroids is essential and must be deconstructed in order to interpret and understand exactly what these drugs are, how they function, and their main objective. What drives athletes to such inhuman decisions to use performance enhancing drugs such as steroids? Every athlete...

Words: 3631 - Pages: 15

Premium Essay

Anabolic Steroids In Sports

...Anabolic Steroids in Sport Glory Gomez American Military University Steroids Anabolic steroids have plagued the world of sports for decades, and even while there have been numerous technological and research advances towards finding efficient and innovative ways to interrupt anabolic steroid abusers’ efforts, the number of cases are still on the rise. Just as enforcers are trying to find more efficient ways to prevent steroid abuse in the world of sports, athletes are finding different ways to camouflage the substance as well as new methods to creep by drug testing. In the end, some athletes are desperate to find ways to have an upper hand against the competition, regardless of the possible risks and/or consequence that...

Words: 1590 - Pages: 7

Premium Essay

Psy Critique

...Garret Necaise 5/7/12 PSY 435 TuTh 11:00-12:15pm Article Critique #1 (Addiction Theories) “Television addiction: Theories and Data Behind the Ubiquitous Metaphor” This article was presented in the American Psychological Association by Robert Mcllwraith, Robin Jacobvitz, Robert Kubey, and Alison Alexander. Mcllwraith is the head of the Department of Clinical Health Psychology and the director of the Rural and Northern Psychology Program. Jacobvitz is a Psychology educator and consultant in Albuquerque, NM. Kubey is the professor of Journalism and Media Studies, and director of the Center for Media Studies at Rutgers University. Alexander has a Ph.D in Communication at Ohio State and has taught research methods, writing, media and society, and seminars in children and television. The reader population for this article is focused on an interest or relation to television addiction. The authors wrote this to present four theoretical models of television addiction derived from existing psychological data on this subject. These models are valuable because they give the reader a viewpoint on where this type of addiction is based from: the television's effects on imagination, the arousal level affected from the effect of television, a manifestation of a dependent or addictive personality, and a pattern of uses associated with the television medium. However, it still remains to be determined whether or not this use of television for effect modulation represents a significant...

Words: 3526 - Pages: 15

Premium Essay

Drugs in Sports

...Drug use has reached an all-time high in the sports arena. The need to succeed, be among the elite, financial gain, and the pressure to win are some of the many reasons that drugs are found in sports today. Drugs in sports range from therapeutic drugs, performance enhancement drugs, and recreational drugs. Drugs in sports are found on various levels of competition such as: high school, college, and professional sports. High school athletes' are using enhancement drugs so that they may receive a college scholarship, collegiate athletes' are using drugs so that they make it to the professional level, and professional athletes' are using drugs to make sure that they stay among the elite. Drug use in athletics have led to suspensions of players, athletes being banned from that particular sport, and ultimately death. There are many reasons for using drugs in sports, with performance enhancement being one of the top reasons, but no one will ever understand why athletes risk their career and lives. A concern for the public is the fact that athletes assume these risks just to be among the top competitors of sports. Drugs are a danger to the health of athletes. Drug use to enhance performance is unethical, and using drugs is illegal in today's society. Drugs in sports is unethical because the focus of winning and succeeding overshadows the real reasons for playing sports such as the love for a sport, natural talent and ability, and hard work to be among the elite. Athletes are thinking...

Words: 4069 - Pages: 17

Premium Essay

Peds in Sports

...Brian Breslin Sports Finance 3/17/15 Performance Enhancing Drugs in Sports In a world where everyone is looking for a way to gain an advantage on their competition, professional sports are no exception. In the past thirty years we have seen the rise and fall of the notorious steroid era surrounded by the pre-steroid era and its ongoing fallout. Each of our four main professional sports leagues, The NBA, NFL, NHL, and MLB, have all had their own specific bouts with the same controversial issue; each of the four main sports leagues have all had to come up with their own interpretations, rulings, punishments, and general code of conduct when it comes to handling situations involving Performance Enhancing Drugs or PEDs. To further understand the issue of PEDs in domestic sports here in the US you need to take a step back and look at some of the larger scale events that effected what turned out to be the “steroid era”. Starting off in 1988 Canadian sprinter Ben Johnson was stripped of his Olympic Gold Medal for testing positive for an anabolic steroid. Less than two months after Ben Johnson had his medal taken away, President Ronald Regan signed an act outlawing non-medical steroids sales as a part of his war on drugs; less than two years later congress passed the Anabolic Steroids Control Act which placed steroids in the same legal class as other drugs such as amphetamines, opium, and morphine. Scandal brought legal action, legal action turned into more strict legal action...

Words: 2415 - Pages: 10

Premium Essay

Addiction

...Addiction: Stemming from Drug and Substance Abuse I. Introduction Addiction is a monster; it lives, and feeds off of you, takes from you, controls you and destroys you. It is a beast that tears you apart, rips out your soul, and laughs at your weakness. It is a stonewall that stands to keep you in and the rest out. It is a shadow that always lurks behind you, waiting to strike. Addiction lives in everyone’s mind, sitting, waiting (A prisoner in his own body, n.d.). Addiction is defined as the state of being enslaved to a habit or practice or to something that is psychologically or physically habit-forming to such an extent that its cessation causes severe trauma (Dictionary.com, n.d.). It has been reported that there is an increasing rate of drug and alcohol abuse whereas 23.5 million people are involved including children at 12 years of age. The given information has alarmed the populace regarding the said issue due to its adverse effects. Drug addiction is a detrimental vicious cycle as it threatens one’s health and society; however, this could be combatted. Considering that addiction is a crisis faced by numerous individuals, I would like awareness to be entailed by discussing its causes, possible solutions, and preventions. (Transition: What could be the possible causes of addiction?) II. Body Substance and drug abuse often lead to addiction as these are caused by curiosity, stress, and peer pressure. Curiosity drives people, especially teenagers, to try drugs. Adolescence...

Words: 1021 - Pages: 5

Free Essay

Media Mass

...The Causes and Effects of Doping in Sport Hou Juin Yew, Calvin B1201067 HELP University Outline I. Introduction A. Opener : The history of doping in sports B. Thesis statement: There are few causes that is undergone family problems, huge amount of debts, cope with a live of stress and face a lot of pain during training and few effects that lead in to problems in body function and mental effects. II. The causes of why athletes dope in sports. A. Family problems B. Huge amount of debts C. Live of stress D. A lot of pain in training III. The effect in the body function of a person when a person dope in sport. A. The uses of steroid in sports 1. The diseases when dope in sports 2. The body function of a person B. The uses of stimulants in sports 1. The type of drugs and the problems C. The uses of peptide hormones 1. Type of peptide hormone and the effects of the substances IV. The effect in the mental problems A. The type of disease that effect the mental problems V. Conclusions The Causes and Effects of Doping in Sport Doping in sport is means the use of drug to increase the performance of an athletic above average in an athletic competition...

Words: 2223 - Pages: 9

Premium Essay

Steriods in Sports

...George Louis-Jean James Flemings English Comp I 4/26 /13 Steroids in Sports Should athletes be allowed to use performance-enhancing drugs in order to improve their performance? Steroid usage in sports has long been a real big issue for many athletes both professional and amateur. Steroids are not allowed in any sport however; some athletes do take the chance by using performance-enhancing drugs in order to increase the chances of a successful outcome in a competition. Many athletes have been banned from participating in certain sports because they were convicted of taking steroids. In light of this, one can only wonder how many top athletes have won events due to the use of steroids. There are many sides to the debate of whether or not athletes should be able to use steroids. Despite health reasons there are quite a few people who do believe that athletes should be allowed to use performance- enhancers. On the other hand, there are those who believe that steroids should not be used. First, in the current sports arena , professional athletes are known to have well paid salaries and because steroids have the potential to improve performances and to heal injuries, it is not surprising that research activities have been enhanced to develop better and acceptable alternatives for testosterone. The Germans had started taking steroids during the 1960s in order ...

Words: 1466 - Pages: 6

Free Essay

Steroid Era

...Due to Major League Baseball’s so called “Steroid Era,” it was necessary for congress to step in and take control of the situation. Before congress did their investigation, Major League Baseball did not have strict enough rules to punish players who tested positive with any kind of steroid. Also before congress took control of the situation, there was a variety of drugs that players could use during that time that Major League Baseball had not banned or were not considered a “performance enhancing drug”. Even though the so called “Steroid Era” brought fans back to the game of baseball after the lockout in 1994, it not only damaged the reputation of baseball but it also damaged the purity of the sport. Not only did it affect baseball’s reputation and purity of the game, it also affected the fans who dreamt of playing in Major League Baseball. Now we will focus the main reasons why congress took control of the steroid issue that surrounded Major League Baseball. First, Major League Baseball along with Congress noticed the issue of steroids due to Jose Canseco, an ex-major leaguer, who came clean about the steroid issue in his book titled Juiced: Wild Times, Rampant ’Roids, Smash Hits, and How Baseball Got Big. In this book, Canseco explained how he taught a variety of players how to inject steroids and how it would benefit them in the future. Throughout his book, Canseco provided details as to the players, who later broke many records; that he taught how to use steroids. For example...

Words: 1218 - Pages: 5

Premium Essay

Should Performance Enhancing Drugs Be Allowed In Sports

...are the health risks. What is a performance enhancing substance? “A substance or method is considered to be performance-enhancing when it has the potential to enhance or enhances sport performance” “It also represents an actual or potential health risk to an athlete”(Performance-Enhancing Drugs and Their Side-Effects.) There are physical and mental effects of taking the drugs. “The physical effects could be acne, male pattern baldness, liver damage and stunted growth if you’re still an adolescent”( Effects of Performance-Enhancing Drugs | USADA). “More serious effects include heart and liver damage, and an increased risk...

Words: 599 - Pages: 3